Beroepschrift en Verzoek voorlopige voorziening inzake Bestemmingsplan ‘Zangvogelweg 140’, d.d. 10-11-2020

 

 

Van                                                                   Van

Vereniging Bezorgd Liendert                         Vereniging Samenwerkende

Liendertsedreef 16                                         Groeperingen Leefbaar Amersfoort

3815 AC Amersfoort                                       Drapiersgilde 119

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.                               3813 GV Amersfoort

KVK 78644941                                                KVK 40507906

Aan                                                                   Kopie

Afdeling Bestuursrechtspraak                       Griffier Gemeente Amersfoort

van de Raad van State                                            

Postbus 20019                                                Postbus 4000

2500 EA Den Haag                                          3800 EA Amersfoort

Datum: 29 december 2020

Onderwerp:     Beroepschrift en Verzoek voorlopige voorziening inzake                                           Besluit Bestemmingsplan ‘Zangvogelweg 140’, d.d. 10-11-2020

                           met planidentificatienummer NL.IMRO.0307.BP00179-0301

 

 

 

 

 

Edelachtbare heer/vrouwe,

Hierbij stellen de hierna te noemen partijen beroep in tegen het besluit van de gemeenteraad van Amersfoort tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Zangvogelweg 140 met planidentificatienummer NL.IMRO.0307.BP00179-0301 d.d. 10 november jl.

Tevens verzoeken partijen u, middels een voorlopige voorziening, om het raadsbesluit niet uit te voeren totdat u een beslissing op ons beroepschrift heeft genomen.

Het bestemmingsplan ligt vanaf vrijdag 20 november 2020 tot en met 31 december 2020 ter inzage. Het besluit is als bijlage aan dit beroepschrift gehecht als productie I.

Op de procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan leek aanvankelijk de Crisis- en Herstelwet van toepassing. Op pagina 11 van de startnotitie is aangegeven dat de Crisis- en Herstelwet van toepassing zou zijn en dat dit wordt vermeld bij de publicatie van het bestemmingsplan. Partijen constateren dat dit niet is vermeld bij de publicatie en dientengevolge de normale procedure van toepassing is.

Tegen dit besluit wordt tijdig beroep ingesteld door de navolgende partijen:

  • De Vereniging Bezorgd Liendert, gevestigd te Liendertsedreef 16, 3815 AC te Amersfoort. Hierna te noemen Bezorgd Liendert.
  • De Vereniging Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort, gevestigd te Drapiersgilde 119, 3813 GV te Amersfoort, hierna te noemen SGLA.

Bovengenoemde partijen hebben er vanuit het oogpunt van kosten- en procesefficiëntie voor gekozen om gezamenlijk beroep in te stellen.

Graag willen Bezorgd Liendert en SGLA dit beroep en verzoek om een voorlopige voorziening mondeling toelichten in een hoorzitting.

Kern van het geschil

  • De kern van het geschil berust op de volgende punten welke in dit beroepschrift nader zullen worden toegelicht:

    • Het besluit stoelt op een onzorgvuldige besluitvormingsprocedure. De uitkomst stond bij voorbaat reeds vast waardoor inbreng van buurtbewoners, als belanghebbende, in het besluitvormingsproces niet is meegewogen.
    • Voorgestelde alternatieve bouwscenario’s zijn niet zorgvuldig geëvalueerd en de daaraan gerelateerde argumenten werden zonder inhoudelijke reactie ter zijde geschoven.
    • In de zienswijzennota is geen of een irrelevante reactie gegeven op veel aangedragen zorgpunten. Met name ten aanzien van de noodzaak voor het opstellen van een. m.e.r. , de verkeersveiligheid, de woondruk en de sociale veiligheid van de wijk.
    • Het besluit bestemmingsplan Zangvogelweg 140 staat niet op zichzelf. De raad hanteert zogezegd een “salami-tactiek” van plakje voor plakje elk bouwproject wordt afzonderlijk geëvalueerd en goedgekeurd. Er wordt echter niet of onvoldoende gekeken naar de integrale impact van bestaande en toekomstige bouwprojecten in de wijk Liendert en aanpalende wijken op ondermeer verkeer, verkeersveiligheid, parkeerdruk, woondruk en sociale veiligheid.
    • Bewoners werden niet als belanghebbende betrokken terwijl dat bij andere initiatieven in Amersfoort wel het geval is, zoals bij het oude manege terrein bij de Leusderweg en het Elizabethpark. Dit geeft bij bewoners van de wijk Liendert sterke voedingsbodem aan een groeiend gevoel van rechtsongelijkheid ten opzichte van andere wijken en andere projecten. Er mag, zeker bij bouwplannen met een dergelijke impact, volgens appellanten geen indruk worden gewekt van rechtsongelijkheid en willekeur, ook dit is een uiting van onzorgvuldige besluitvorming. In zowel het raadsvoorstel Ruimtelijke Randvoorwaarden als het raadsvoorstel Startnotitie wordt gesproken over het betrekken van bewoners middels “starten voor de start”, terwijl we moeten vaststellen dat dit traject reeds veel eerder was gestart en uitgewerkt tot in detail. Van starten voor de start is dus geen sprake zoals ook in recente raadsdebatten is onderkend.

Belanghebbendheid

  • Alle appellanten zijn aan te merken als (direct) belanghebbende in de zin van artikel 1:2Awb en hebben een zienswijze ingediend tegen het ontwerpbestemmingsplan, zodat zij tevens beroep kunnen instellen tegen de (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingplan. Voor zover dit beroep wordt ingesteld door een rechtspersoon zijn tevens de statuten als bijlage bijgevoegd en geldt het navolgende:

    • De Vereniging Bezorgd Liendert heeft tot doel de leefbaarheid van de wijk Liendert in Amersfoort voor haar bewoners te behouden of te vergroten en is inmiddels door de gemeente erkend als gesprekspartner voor de leefbaarheid in Liendert, hetgeen blijkt uit de door de raad aangenomen motie Liendert op 10 november 2020 waarin de raad zich uitspreekt om op korte termijn met de bezorgde inwoners van Liendert in gesprek te gaan.

      Deze motie is bijgesloten als productie II waarin eveneens de statuten alsmede een uittreksel van de Kamer van Koophandel is opgenomen. Bezorgd Liendert staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Eemland onder nr. 78644941.

      Behalve bij het plan voor Zangvogelweg 140 is Bezorgd Liendert betrokken bij meer projecten in de wijk Liendert, waaronder de locatie Voormalig Zwembad Liendert en het recent aangekondigde project Zwaluwenstraat.

      De vereniging heeft een website waarop de activiteiten worden verantwoord, zie bezorgdliendert.nl
    • De vereniging SGLA is een koepel van belangengroeperingen in de stad Amersfoort, die zo volgt uit artikel 3 van haar statuten, onder meer als doelstelling heeft:

      “ … de bevordering en bescherming van de kwaliteit van het woon- en leefklimaat, het behouden en het verbeteren van de natuur -, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, de flora en de fauna, de kwaliteit van het milieu waaronder de lucht, het geluid, de bodem en het water en de gezondheid van mensen en een goede ruimtelijke ordening, waaronder begrepen de problematiek rond verkeersafwikkeling en parkeren, alles in de ruimste zin des woords.”

      Statuten zijn bijgesloten als productie III. De SGLA staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Eemland onder nr. 40507906. Een uittreksel van de Kamer van Koophandel is eveneens als productie III De SGLA is betrokken bij veel grote projecten in de gemeente Amersfoort en participeert hierin al dan niet op verzoek van de gemeente. De vereniging heeft een website waarop de activiteiten worden verantwoord, zie www.sgla.nl

Beroepsgronden

  • Het bezwaar stoelt op beroepsgronden gerelateerd aan zowel onzorgvuldigheid inzake het uitgevoerde besluitvormingsproces als inhoudelijke argumenten gerelateerd aan het besluit.

    Beide standpunten worden als volgt toegelicht onder sub 4) en sub 5).
  • Beroepsgronden gerelateerd aan onzorgvuldige besluitvormingsprocedure

    • De uitkomst van het besluitvormingsproces stond op voorhand reeds vast hetgeen een zorgvuldige belangenafweging en evaluatie van alternatieven onmogelijk heeft gemaakt.

      • In de door de raad vastgestelde Ruimtelijke Randvoorwaarden, op 19 februari 2019, is onder andere reeds in detail vastgelegd dat er twee bouwvolumes gerealiseerd dienen te worden van ca. 23 en ca. 60 meter hoog. Bovendien is het detail-ontwerp al integraal onderdeel van de Ruimtelijke Randvoorwaarden. Zie productie IV.
      • Bewoners van Liendert, als belanghebbende, zijn niet betrokken bij het uitwerken van deze Ruimtelijke Randvoorwaarden.

        De participatie van omwonenden is feitelijk beperkt gebleven tot de mogelijkheid tot bijwonen van twee door de projectontwikkelaar georganiseerde informatieavonden. Terwijl zowel in het raadsvoorstel Ruimtelijke Randvoorwaarden als in het Raadsvoorstel Startnotie is aangegeven dat bewoners zullen worden betrokken via “starten voor de start”. (Productie I en V, onder Communicatie, samenwerking en starten voor de start)

        Op de informatieavonden geuite zorgpunten zijn nadien door de projectontwikkelaar beantwoord, met verwijzing naar diezelfde – op dat moment reeds vastgestelde -Ruimtelijk Randvoorwaarden.

        De Startnotitie spreekt weliswaar van Communicatie, samenwerking en starten voor de start (pagina 4) maar benoemt behalve de twee informatieavonden alleen dit: Ook is een participatietraject ingezet met ontwikkelaar en bewoners dat zich met name gaat richten op de inrichting van het park en het terugdringen van de bouwoverlast.

        Concluderend kunnen we stellen dat van een werkelijke gedegen betrokkenheid van en betekenisvolle samenwerking via “starten voor de start” met omwonenden geen sprake is in dit traject.
        (Zie Productie XVI)
      • De bewoners zijn evenmin in de periode vóór 19 februari 2019 officieel in de gelegenheid gesteld hun mening te geven. Op eerste informatieavond van 15 maart 2018 werden voor het eerst de toen al zeer concrete bouwplannen bekend gemaakt, vergezeld van een ambtelijke mededeling dat het nog niet mogelijk was officieel protest aan te tekenen. Dat zou pas kunnen bij het vaststellen van het ontwerpbestemmingsplan in de vorm van een zienswijze.

        Op andere mogelijkheden - zoals inspreken in de raad tijdens de vaststelling van de Startnotitie - zijn aanwezigen niet gewezen, een op zijn minst onvolledige vorm van voorlichting. Enkele raadsleden hebben zich ook verbaasd over het feit dat er op dat moment geen insprekers waren.
      • Omdat de Ruimtelijke Randvoorwaarden zo specifiek zijn uitgewerkt in de vorm van een gedetailleerd ontwerp is er feitelijk geen ruimte meer voor het aandragen en evalueren van alternatieve scenario’s en/of beslissingscriteria.
      • Het vaststellen van het bestemmingsplan is juridisch gezien hét moment waarop alle belangen zorgvuldig moeten worden afgewogen en getoetst. Echter omdat het besluit feitelijk al vaststond bij vaststelling van de Ruimtelijke Randvoorwaarden op 19 februari 2019, zijn de door bewoners ingebrachte argumenten en alternatieven genegeerd. Voor details inzake inhoudelijke argumenten zie sub 5).
  • De vooringenomenheid van de besluitvorming blijkt ondermeer uit

    • Ruim een jaar voor de formele besluitvorming stond reeds vast dat een debat over dit besluit onnodig is. Immers in juli 2019, bij het vaststellen van de Startnotitie, wordt reeds aangegeven het besluit over het bestemmingsplan te agenderen in een raadsvergadering zonder debat (pagina 11, startnotitie) ook al dient op dat moment het hele traject met indienen zienswijze, zienswijzennota, etc nog doorlopen te worden hetgeen zou kunnen leiden tot nieuwe inzichten en aldus reden voor debat. Het raadsvoorstel inzake de Startnotitie, alsmede de Startnotitie Zangvogelweg 140 zelf, zijn opgenomen in productie V

    • De ingebrachte argumentatie van coalitiepartijen gedurende de discussie rondom het besluit impliceren dat het besluit reeds op voorhand vaststond. Ook deze argumenten zijn naar mening van Bezorgd Liendert en SGLA onderdeel van de afweging die de raad gemaakt heeft.
      In deze argumentatie wordt verwezen naar eerder genomen besluiten rondom de Ruimtelijke Randvoorwaarden en de Startnotitie. Deze besluiten later in het proces ter discussie stellen wordt gênant genoemd door de woordvoerder van een van de coalitiepartijen. Hierdoor gaan coalitiepartijen voorbij aan de inhoudelijk discussie en afweging van belangen en vindt geen weloverwogen besluitvorming plaats op basis van nieuwe inzichten en/of alternatieve oplossingen.
      Voor de volledigheid zijn citaten uit de raadsvergadering van 10 november 2020 opgenomen in productie VI.
    • Ondanks dat de gemeenteraad de ingebrachte zorgpunten wel onderkent, getuige het aannemen van motie Liendert (productie II), wordt zonder impact-assessment van deze zorgpunten op het ontwerpbestemmingsplan het bestemmingsplan wel goedgekeurd hetgeen tegenstrijdig is.
    • Het aangedragen alternatief van bewoners en SGLA waarbij geen inbreuk gedaan wordt op het aantal te realiseren woningen wordt door de gemeente afgedaan door te stellen dat: ”De keuze voor hoogbouw is gemaakt bij vaststelling van de ruimtelijke randvoorwaarden.” En: “De vooroverleg reactie geeft geen nieuwe argumenten om dit standpunt nogmaals ter discussie te stellen”.
      Zie productie VII, pagina 3.

      Concluderend constateren appellanten dat de gemeenteraad de alternatieven niet zorgvuldig heeft afgewogen, maar ook niet kan afwegen omdat de verschillende alternatieven niet op een gelijke wijze zijn uitgewerkt en geëvalueerd.
  • In de zienswijze van de SGLA (productie XI) wordt aangegeven dat: “Hierdoor kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat platweg medewerking wordt verleend aan de wensen van de projectontwikkelaar, de belangen van inwoners van Amersfoort onvoldoende worden geborgd in het plan en de leefbaarheid van het gebied wordt aangetast. Een dergelijke optimalisatie richting een enkel belang, te weten dat van de projectontwikkelaar, geeft geen blijk van begrip voor de multidimensionaliteit van ruimtelijke ontwikkelingen en van de rol van de gemeente in het beschermen van algemene en bijzondere belangen. De ontwikkelaar van het stedebouwkundig plan, IMOSS in opdracht van Profund/Schoonderbeek, geeft dit ook toe: ‘Omdat de herontwikkeling van de Zangvogelweg 140 een particulier initiatief is, zijn de ruimtelijke randvoorwaarden het resultaat van een intensieve samenwerking tussen ontwikkelaar en gemeente.’ (Zie website voor citaat) Het is duidelijk dat de belangen van huidige omwonenden daaraan onderschikt waren.”

In de zienswijzennota wordt hierop geantwoord met de vaststelling dat het hoofdbelang voor de gemeente het realiseren van 165 woningen is. Impliciet wordt daarmee ook gesteld dat de belangen van omwonenden dus ondergeschikt zijn, ook al wordt voorgesteld om in het communicatietraject “starten voor de start” te volgen (zie Productie IV en V voor voorstel communicatie traject en Productie XVI voor aanpak “starten voor de start

  • Gegeven de gevolgde procedure, hetgeen meer afvinken van processtappen is dan inhoudelijke evaluatie van alternatieven en beslissingscriteria, en gegeven de argumentatie van de raadsleden die de meerderheid in de raad vertegenwoordigen, kunnen we niet tot een andere conclusie komen dan dat er geen adequaat besluitvormingsproces heeft plaatsgevonden en dat de uitkomst reeds op voorhand vaststond hetgeen een goede belangenafweging in de weg staat.
  • De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat belanghebbenden in de gelegenheid gesteld dienen te worden hun zienswijze naar voren te brengen op een ontwerp. Deze belangrijke waarborg voor draagvlak en participatie verwordt tot een wassen neus indien het betrokken bestuursorgaan ingediende zienswijzen ongemotiveerd naast zich neer legt. Op het ontwerpbestemmingsplan zijn zienswijzen ingediend door meer dan 180 personen. Niet alleen was een van deze zienswijzen, ondertekend door 161 belanghebbenden, bijzonder kritisch op het ontwerp, deze was tevens constructief door met een alternatief te komen dat net zo goed (zo niet beter) past binnen de gemeentelijke kader als het ontwerpbestemmingsplan. (Zie Productie XVIII) De keuze van de gemeente om dit alternatief niet verder te onderzoeken of af te wegen is uitsluitend gebaseerd op het feit dat het hier een 'bestemmingsplan op aanvraag' betreft, naar aanleiding van een omgevingsvergunningaanvraag van een initiatiefnemer. Door op een dergelijke wijze te handelen gaat de gemeente in tegen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De gemeente heeft de verantwoordelijkheden als bevoegd gezag voor vergunningverlener onacceptabel vermengd met de verantwoordelijkheden als ruimtelijk ordener. Waarbij vergunningverlening de grondslag van de aanvraag niet verlaten mag worden, dient bij ruimtelijke ordening een goede ruimtelijke ordening het uitgangspunt te zijn. Nu het alternatief van belanghebbenden een net zo goede ruimtelijke ordening (zo niet betere) voor ogen heeft als het bestemmingsplan, had de gemeente breder en beter moeten motiveren waarom niet voor dit alternatief gekozen is. Hierbij had de gemeente niet alleen mogen rusten op de belangen van de initiatiefnemer.
  • In de Ruimtelijke Randvoorwaarden is vastgesteld dat er dat maximaal 150 appartementen gerealiseerd worden. Echter er worden nu 165 appartementen gerealiseerd.

    De raad wordt hierover geïnformeerd in de Startnotie op 2 juli 2019, namelijk dat “De initiatiefnemer onderzoekt momenteel of binnen de vastgestelde kaders optimalisatie van het woonprogramma mogelijk is, waardoor het aantal appartementen kan stijgen naar 165 stuks”. Zie productie V. (pagina 1)

    Gegeven de vastgestelde Ruimtelijke Randvoorwaarden, met een expliciet maximum van 150, is deze stijging binnen de gestelde kaders niet mogelijk.

    Tevens doet dit de vraagrijzen waarom op dit punt welk kan worden afgeweken van de Ruimtelijke Randvoorwaarden terwijl bij alle andere ingebrachte argumenten en beslissingscriteria steevast verwezen wordt naar de Ruimtelijke Randvoorwaarden waarop in die gevallen niet kan worden afgeweken.
  • Besluitvorming rondom de Zangvogelweg staat niet op zichzelf maar is sterk gerelateerd aan andere bouwinitiatieven in de nabije omgeving alsmede de gemeentelijke Hoogbouwvisie.

    Het is immers aannemelijk dat de Hoogbouwvisie zal leiden tot meer bouwinitiatieven langs het Valleikanaal, waaronder de recentelijk aangekondigde bouw aan de Zwaluwenstraat en Voormalige locatie zwembad Liendert

    Door zogezegd een “salami-techniek” toe te passen op het besluitvormingsproces ontstaat geen volledig beeld van de gezamenlijke impact van dit project en aanpalende projecten op de omgeving. Voor de hieraan gerelateerde inhoudelijke argumenten zie sub 5).
  • Behoefte tot nieuwe stedelijke ontwikkeling is onvoldoende aangetoond. Artikel 3.1.6 van het Besluit omgevingsrecht bepaalt dat de toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt tevens de behoefte van deze ontwikkeling dient te beschrijven. Het bestemmingsplan leunt voor deze beschrijving op onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw, welke een groei in het aantal huishoudens voorziet tot 2039.

    De koppeling tussen het type huishoudens waarvan het aantal zal groeien en het type huishoudens waarvoor de in het bestemmingsplan beschreven woningen geschikt zijn ontbreekt. De in het bestemmingsplan beschreven mix aan woningtypes is evenzeer een onderbouwing dat een deel van de mix zal aansluiten bij de woningvraag als een onderbouwing dat een deel niet zal aansluiten. Een toename in eengezinshuishoudens, met gelijktijdig een krimp in huishoudens bestaand uit een twee-oudergezinnen met thuiswonende kinderen betekent dat de bestaande woningvoorraad niet is toegerust op de toekomstige woningvraag. Bouw van meer woningen gericht op huishoudens met twee-oudergezinnen met thuiswonende kinderen is in deze situatie bouwen voor een markt waarin reeds sprake is van overaanbod. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan niet aantoonbaar afgewogen welke woningtypen nodig zijn en waarvoor reeds een voldoende, of overdadig, aanbod bestaat in de regio. Althans, zodanig blijkt niet uit het bestemmingsplan. Zonder duidelijkheid over hoe het woningaanbod aan zal sluiten op de woningvraag wordt er mogelijk gebouwd voor een niet bestaande vraag, met alle verstorende effecten en negatieve ruimtelijke ontwikkelingen van dien.
  • Beroepsgronden gerelateerd aan inhoudelijke constateringen

    • Inzake bezonningsstudie

      • In het bestemmingsplan en de zienswijze nota wordt gesteld dat de slagschaduw slechts 6 maanden betreft voor een beperkt aantal woningen. Zie productie I, Zienswijzennota pagina 6 en 7.

      • Deze conclusies zijn echter onterecht als de bezonningsstudie nader bekeken wordt. Zoals in productie VIII wordt aangetoond ondervindt een veel groter aantal woningen nadelige gevolgen van de slagschaduw en zijn de effecten van de slagschaduw ook het gehele jaar door in tegenstelling tot de beweerde 6 maanden.
      • Het belangrijkste nadelige effect voor bezwaarmakers is dat er volledig voorbijgegaan wordt aan het feit dat de slagschaduw juist op de belangrijkste uren van de dag de getroffen woningen beslaat.

        Dit is tussen 15:00 uur en 19:00 uur, afhankelijk van woning locatie, en dit zijn juist de uren dat na een werkdag in de namiddag of vroege avond van de zon genoten kan worden.
      • Daar komt bovenop dat deze onjuiste informatievoorziening een correcte belangenafweging van de gemeenteraad in de weg staat.
      • De bezonningsstudie voldoet op een aantal punten niet aan de eisen die daar door TNO aan worden gesteld, zie eveneens productie VIII
    • Inzake verkeer en verkeersveiligheid

      • In het algemeen kan gesteld worden dat de gemeente de impact van het bouwen van vele honderden extra woningen in Liendert en nabijgelegen wijken minimaliseert.

        In de verkeersstudie voor de Zangvogelweg wordt slechts beperkt rekening gehouden met effecten van bouwprojecten in omgeving en aanpalende wijken.

        Daarnaast bevat de verkeersstudie een aantal onjuiste aannames welke hieronder nader worden toegelicht.
      • Een stijging van bijna 900% van verkeersbewegingen voor de Zangvogelweg, is geen stijging met slechts marginaal effect op de verkeersafwikkeling zoals momenteel gesteld wordt.

        Op dit moment wordt de verkeersintensiteit reeds als hoog ervaren, zeker in ochtend en avondspits. Met name op de Lageweg is in de ochtendspits reeds sprake van forse filevorming richting de Ringweg Kruiskamp

        Daarnaast is de Zangvogelweg op veel plekken te smal om zowel een stadsbus als tegemoetkomend verkeer tegelijk door te laten. Met twee nieuwe in- en uitritten voor de twee nieuw te bouwen appartementengebouwen zal deze problematiek alleen maar groter worden.
      • Het effect van intensiteitstoename op de verkeersveiligheid wordt niet geadresseerd, ondanks dat dit wel is aangegeven in de zienswijze.

        De school Mavo Muurhuizen, gelegen aan de Zangvogelweg, heeft reeds herhaaldelijk bij de gemeente zorgen geuit over verkeersveiligheid met de huidige intensiteit (welke dus met 900% gaat toenemen).

        In de zienswijzennota wordt voorbijgegaan aan het zorgpunt verkeersveiligheid en enkel gesproken over afwikkeling van verkeersvolumes.
      • Verkeersintensiteit Zangvogelweg

        • De aanname dat 70% van het gemotoriseerd verkeer via de Van Randwijcklaan (de noordkant) en 30% via de Lageweg (de zuidkant) de wijk zal verlaten is onjuist, omdat tevens wordt aangenomen dat 60% van het verkeersvolume richting de Hogeweg rijdt, welke juist aan de zuidkant ligt.

          De zuidwaardse route langs Lageweg is korter en bevat bovendien 1 stoplicht minder en lijkt daarmee dus de meest voor de hand liggende route om de Hogeweg te bereiken.
        • De Lageweg is in de richting van de Ringweg Kruiskamp reeds zeer druk in de ochtend en bovendien loopt dat verkeer en dat van de Zangvogelweg richting Lageweg langs Mavo Muurhuizen waar de veiligheid van de fietsende scholieren reeds in het geding is.
      • Verkeersintensiteit Ringweg Kruiskamp

        • Ook dit effect is beslist niet minimaal, zoals in hiervoor genoemde verkeersstudie wordt gemeld: de 99 seconden circulatietijd ten opzichte van de grenswaarde van 100 seconden zit al nagenoeg op maximale norm.

          Waarbij wordt opgemerkt dat de verkeersstudie geen verkeersgroei uit aanpalende wijken meeneemt hetgeen de circulatietijd verder zal verhogen.

          In de wijk Kruiskamp wordt momenteel het inbreidingsproject Parkweelde III gepland / uitgevoerd. Dit betreft de sloop van 240 woningen en de bouw van 400 nieuwe woningen. Ook deze wijk, met dus een toenemend aantal woningen, maakt grotendeels gebruik van de Ringweg Kruiskamp as uitvalsweg.
        • Bovendien zijn de aannames van geplande woninggroei stelselmatig onderwerp van onderschatting; zo is het plan om in Liendert op de zwembadlocatie geen 120 maar 130 woningen te bouwen, aan de Zwaluwenstraat niet 130 maar 200. En het plan aan de Zangvogelweg omvatte aanvankelijk150 eenheden en het zijn er 165 geworden. In totaal zijn dat voor deze bekende projecten reeds 95 wooneenheden meer dan waar nu rekening mee gehouden wordt. Indien de 160 extra woningen in wijk Kruiskamp ook worden meegerekend betreft dit reeds 255 extra woningen.
        • Op basis van de gepresenteerde verkeersanalyse en bovenstaande extra woningen mag men dus aannemen dat de 100 seconden norm voor Ringweg Kruiskamp al snel overschreden zal worden.
        • Tot slot wordt nog opgemerkt dat er geen rekening wordt gehouden met volumetoename ten gevolge van bouwprojecten die onherroepelijk zullen volgen in Liendert als gevolg van de Hoogbouwvisie, waarbij de Valleikanaalzone als geheel is aangewezen als locatie waarvoor hoogbouw ‘wordt aangemoedigd’.

          Een goed voorbeeld hiervan is de mogelijke sloop van de sporthal aan de Zangvogelweg. De zustersporthal in Schuilenburg, welke stamde uit dezelfde bouwperiode, is reeds gesloopt en vervangen door hoogbouw.
        • Samenvattend moeten appellanten concluderen dat de verkeersanalyse zich enkel richt op verkeersintensiteit en niet op verkeersveiligheid. Bovendien zijn de aannames in de verkeersstudie onvolledig en/of onjuist en beperkt de studie zich tot een enkel plan binnen de wijk.

          De conclusie van “marginale impact” wordt niet onderschreven als de juiste feiten en aannames gehanteerd worden.

      • Inzake parkeerdruk

        • De parkeerdruk in de omgeving Zangvogelweg is reeds hoog en zal enkel toenemen door de komst van de 165 woningen waar voorheen een schoolgebouw stond.
        • De stelling in het bestemmingsplan dat de parkeerdruk niet toeneemt omdat voldaan wordt aan de parkeernorm houdt geen stand omdat de parkeernorm niks zegt over bestaande en toekomstige parkeerdruk.
        • Ook in de Startnotitie wordt, naar aanleiding van parkeeronderzoek, geconcludeerd dat de parkeerdruk in de wijk reeds hoog is (Productie V).

          Feitelijk erkent de gemeente in haar parkeeronderzoek dat de parkeernorm onvoldoende is de om huidige en toekomstige parkeerdruk op te vangen. Er wordt immers verwezen naar de parkeerplaats voor de sporthal aan de Zangvogelweg als uitwijkplaats. De stelling dat aan de parkeerbehoefte volledig wordt voldaan op eigen terrein houdt aldus geen stand omdat de parkeernorm te laag is.

          Tevens rijst dan de vraag hoe met deze extra parkeerdruk wordt omgesprongen als mogelijkerwijs de sporthal gesloopt zal worden.

          Overigens is de parkeerplaats voor de sporthal reeds vaak vol en begrijpen bewoners niet dat parkeerplaatsen van de sporthal, waarvoor ook een parkeernorm geldt, ‘zomaar’ kunnen worden overgeheveld om parkeertekorten ten gevolge van woningbouw te compenseren. Met name in de weekenden leidt dit tot problemen als er gesport wordt.

          Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de gemiddelde parkeerdruk in Amersfoort op ± 1,5 ligt per huishouden (bron CBS: aantal auto’s per huishouden 1,5) terwijl de hoogste parkeernorm die gehanteerd wordt slechts 1,3 is (en de laagste 0,8)
        • In de aanmeldnotitie vormvrije m.e.r is berekend dat met minimaal met 215 parkeerplekken rekening gehouden dient te worden terwijl nu slechts 176 plekken zijn voorzien. (Productie IX pagina 95)

          Bovendien zijn van deze 176 parkeerplekken er 5 aangemerkt voor deelauto’s die meetellen voor 25 plekken. Feitelijk worden slechts 156 parkeerplekken gerealiseerd.
        • Op basis van bovenstaande concluderen appellanten dat ten aanzien van parkeerdruk, de stelling “De wijk de gevolgen van het gewijzigde bestemmingsplan kan dragen” niet gestoeld is op een adequaat onderbouwde analyse. (Citaat van Wethouder Janssen tijdens debat over woningbouw in Liendert, raadsvergadering 30 juni 2020 - zie Productie XI punt 8)

          Door De Stadsbron is recentelijk wel een gedetailleerd onderzoek gedaan naar autobezit en dientengevolge parkeerdruk via haar artikel van 18 mei 2020, “Ongekende groei autobezit in Amersfoort”, waarin wordt gesteld dat “de gemeente Amersfoort toch een groot sluimerend probleem heeft. Het aantal auto’s in de stad neemt enorm toe, zoals blijkt uit onderstaande vergelijking van Amersfoort met een aantal gemeenten van ongeveer gelijke grootte”. Zie productie XVII
      • Inzake woondruk en sociale veiligheid

        • In diverse raadsvergaderingen werd met regelmaat gesteld dat de wijk de extra woondruk van de voorgenomen bouwplannen aan kan. Hier is echter geen onderzoek naar gedaan dat deze stelling kan staven.

          Dit wordt door de raad ook onderkend door de aangenomen moties “Ondersteunende maatregelen Liendert” en “Omgevingsanalyse sociale kant van inbreiding” op 30 juni 2020 (Zie Productie X)

          Deze moties zijn weliswaar aangenomen rondom het Uitwerkingsvoorstel Sport- en Woongebied Liendert West maar zijn naar mening van appellanten onverminderd van toepassing op bouwlocatie Zangvogelweg 140.
        • Als gekeken wordt naar de cijfers dan vallen de volgende zaken op:
          (bron amersfoortincijfers.nl)

          • Op het criterium leefbaarheid scoort de wijk Liendert het laagste van Amersfoort.
          • Op het criterium veiligheid scoort de wijk Liendert het een na hoogst met het percentage van bewoners dat zich wel eens onveilig voelt (34% in 2019, versus Amersfoort gemiddeld 22%)
          • De bevolkingsdichtheid in Liendert is momenteel 73 per ha. versus 24 per ha. voor Amersfoort als geheel, oftewel de bevolkingsdichtheid is 3x zo hoog als het gemiddelde van de stad.

            Dit zorgpunt wordt in de zienswijzennota niet geadresseerd, en eenvoudig afgewimpeld met de ‘er komt meer groen’-drogreden, geïllustreerd door dit citaat uit de zienswijzennota: “wij achten dit plan passend op deze locatie. Woondichtheid zal toenemen, maar er is ook ruimte voor groen in het plan”.
          • Momenteel bestaat de wijk Liendert voor 62% uit meergezinsgebouwen, d.w.z. hoogbouw. De redenering dat meer hoogbouw dan dus prima past in deze wijk getuigt van een onderschatting van de sociale problematiek in de wijk.
        • Ten aanzien van de sociale veiligheid in Liendert noemde Wethouder Buijtelaar de sociale veiligheid in Liendert reeds een “moeilijk en complex probleem” in de raadsvergadering van 2 juni 2020.

          Hiermee wordt onderkend dat aandacht gegeven moet worden aan de het aandachtspunt sociale veiligheid in de wijk. Echter in de omgevingsanalyse in de Hoogbouw Effect Rapportage (HER) wordt deze beslissingsfactor in zijn geheel niet geanalyseerd en/of meegenomen. (Zie ook onder 5) G) iii.)

          Recentelijk bleek deze onrust nog uit de dreigende rellen op de grens tussen de wijk Liendert en Kruiskamp. De onregelmatigheden verplaatste zich toen van de Stier (rotonde Kruiskamp) naar de Viking (rotonde Liendert) welke gelegen is aan de Zangvogelweg. (Zie AD 17 augustus 2020)
        • In de zienswijzennota wordt niet gereageerd op het verzoek van Bezorgd Liendert, zoals verwoord in haar zienswijze onder punt 8, waarop Wethouder Janssen haar stelling baseert dat de wijk Liendert de toename in woningen zonder problemen kan dragen. (Raadsvergadering 30 juni 2020 - zie Productie XI punt 8)
      • Inzake Milieu Effect Rapportage

        • Het project Zangvogelweg 140 staat niet op zichzelf en maakt onderdeel uit van een groter ontwikkelgebied (Valleikanaalzone) zoals ook aangegeven in de Hoogbouwvisie van Amersfoort.

          Immers de gehele zone langs de Hogeweg als het Valleikanaal zijn aangeduid als locatie geschikt voor hoogbouw en dus voor ontwikkeling en inbreiding op grotere schaal.
        • De observatie in de aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. voor de Zangvogelweg dat er “geen andere ontwikkelingen of ontwerpbestemmingsplannen in de omgeving zijn die de milieu-effecten vanuit het plangebied beïnvloeden en omgekeerd” houdt geen stand.

          Weliswaar bevinden niet alle plannen zich momenteel in de ontwerpbestemmingsplanfase maar dat neemt niet weg dat er voldoende kandidaatplannen in de wijk klaarliggen om aannemelijk te maken dat er wel degelijk ontwikkelingen zijn die een gezamenlijke impact hebben op milieu en leefomgeving.
        • Daar komt bovenop dat ook in de zienswijzennota niet gereageerd is op dit aangedragen punt waardoor dit niet kon worden meegenomen in de besluitvorming. (Zie productie XI, zienswijze Bezorgd Liendert punt 10 en productie I, zienswijzennota, pagina 12, punt 10)
        • Inmiddels zijn in dit veronderstelde plangebied (Hogeweg - Valleikanaalzone) reeds 1.436 woningen gerealiseerd of staan deze in de planning. Het ligt in de lijn der verwachting dat dit aantal verder oploopt gezien de ambitie om hoogbouw aan te moedigen in de gehele Valleikanaalzone.

          Door de realisatie van deze plannen is inmiddels, stapsgewijs, reeds heel veel groen in de wijk verdwenen. Met name langs de Hogeweg is enkel hoogbouw en laagbouw gerealiseerd met minimale hoeveelheid groenvoorziening terwijl dit voorheen een groene strook was met veel bomen.

          Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het hierboven genoemde aantal exclusief bekende en onbekende bouwinitiatieven is in wijk Kruiskamp of andere aanpalende wijken.
        • Gezien recente bouw, voorgenomen bouw en identificatie van de Hogeweg en Valleikanaalzone voor hoogbouw dient de gehele strook als één ontwikkelgebied getypeerd te worden en houdt de huidige gehanteerde “salami-methode” geen stand.
        • Tot slot maken appellanten zich ook grote zorgen over de mogelijke toekomstige realisatie van een extra ontsluitingsweg door de groenstrook richting Hogeweg. Deze optie lijkt reëel ook gezien de toegenomen verkeersintensiteit richting Ringweg Kruiskamp. Momenteel worden de wijken Liendert en Rustenburg ontsloten via 3 bruggen hetgeen onvoldoende kan blijken gezien voorgenomen woningbouw.

          In de zienswijzennota wordt weliswaar aangegeven dat dit plan niet in een extra ontsluitingsplan voorziet, maar volgens de “salami-methode” kan dat in nabije toekomst wel als aparte oplossing gepresenteerd worden hetgeen verdere reductie van groen in de wijk tot gevolg heeft.

          Ook om deze reden dient het gehele gebied als één ontwikkelgebied aangemerkt te worden en dient er adequaat en integraal onderzoek gedaan te worden naar ondermeer verkeersdruk, verkeersveiligheid, sociale veiligheid, woondruk en milieu impact (stikstof, groenvoorziening, ecologie, etc)
      • Inzake artist impressions

        • De beeldvorming van het plan richting gemeenteraadsleden en wijkbewoners d.m.v. artist impressions is onvolledig, gedeeltelijk sturend en misleidend in perspectief, verhouding en gezichtspunt.
        • Het was eerlijker geweest als de artist-impressions behalve vanaf de kanaalzijde en Zangvogelwegzijde ook gemaakt zouden zijn vanuit het gezichtspunt van bewoners van bestaande hoogbouw en wat met name de 60 meter hoge woontoren betekent voor hun uitzicht. Het is illustratief voor een gebrek aan eerlijke informatie vanuit gemeente en projectontwikkelaar.

          Zie Productie XII voor impact hoogbouw en aangepast perspectief.
  • Inzake Hoogbouwvisie en informatieplicht gemeente

    • Gegeven de impact van de Hoogbouwvisie op de wijk Liendert ligt naar mening van appellanten een grotere informatieverplichting bij de gemeente dan op dit moment het geval is en bij dit specifieke plan in de praktijk gebracht is.

      Het eenvoudig neerleggen van deze verplichting bij individuele ontwikkelaars staat niet in verhouding tot de integrale gevolgen voor bewoners. Bovendien is er sprake van belangenverstrengeling, immers de projectontwikkelaar wil graag bouwen en dient tegelijk omwonenden objectief en volledig op de hoogte te brengen van de voor- en nadelen die zij van het plan gaan ondervinden.

      De informatievoorziening werd door veel bewoners als onvoldoende ervaren en beeldvorming door ondernemer dat zorgen van bewoners zijn weggenomen bleek onjuist (zie AD van 8 maart 2019), deze onterechte conclusie werd ook overgenomen in de Startnotitie en gepresenteerd aan de gemeenteraad. (Zie Productie V pagina 9 paragraaf 3.2.1.)
    • Aanvullend zijn appellanten van mening dat huidige Hoogbouwvisie zal leiden tot een muur van woontorens ook al beweren het college en de raad anders. Productie XIII geeft een duidelijk impressie hoe deze muur vorm begint te krijgen ook al kan men “tussen de torens door kijken”.
    • Tot slot schrijft de Hoogbouwvisie voor dat de Hoogbouw Effect Rapportage (HER) opgesteld dient te worden door de ondernemer (als opdrachtgever) hetgeen vraagtekens zet bij de volledigheid en onpartijdigheid van de HER voor de Zangvogelweg.

      Daar komt bovenop dat de HER voornamelijk herhaling bevat van wat reeds in de Ruimtelijke Randvoorwaarden en de Hoogbouw Visie gesteld is.

      Aan de impact op woonomgeving, verkeersdruk, verkeersveiligheid en sociale veiligheid wordt in de HER volledig voorbijgegaan terwijl deze onderwerpen wel thuis zouden horen onder Thema 2: Beleving en inpassing in de omgeving.
    • De gemeentelijke Hoogbouwvisie stelt dat medewerking verlenen aan hoogbouw zorgvuldig afgewogen dient te worden. Meerwaarde van hoogbouw wordt gezien in het ter plaatse beschikbaar maken van meer voorzieningen. Uit het bestemmingsplan blijkt niet welke voorzieningen worden mogelijk gemaakt met de bouw van de woontorens. De toelichting bij het bestemmingsplan verduidelijkt zelfs dat alleen voorzieningen worden getroffen voor de bewoners van de woontoren, zoals voldoende parkeergelegenheid. Hierdoor komen geen aanvullende voorzieningen beschikbaar voor de omgeving. Hierdoor heeft de gemeente het bestemmingsplan zonder nadere motivatie vastgesteld in strijd met het eigen beleid. Dit is in strijd met de algemene beginsel van behoorlijk bestuur.

Op grond van al het bovenstaande verzoeken appellanten u dit beroep gegrond te verklaren en het bestreden besluit te vernietigen. Tevens verzoeken appellanten u het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amersfoort te gelasten de door ons gemaakte proceskosten te vergoeden.

Hoogachtend

Namens Bezorgd Liendert,                         Namens SGLA,

Eric Sprangers - bestuurder                                   Peter de Langen - voorzitter

Thomas van der Eerden - bestuurder        Daan Valkenburg - vice-voorzitter

Bijlagen: producties zoals samengevat op volgende pagina


Producties behorende bij

Beroepschrift Besluit Bestemmingsplan Zangvogelweg 140 d.d. 10 - 11 - 2020

Productie I                   Raadsbesluit Bestemmingsplan Zangvogelweg 140

                                               inclusief Zienswijzennota

Productie II                 Motie Liendert, aangenomen op 10 november 2020
                                               Statuten vereniging Bezorgd Liendert

                                               Uittreksel KvK vereniging Bezorgd Liendert

Productie III               Statuten SGLA

                                               Uittreksel KvK SGLA

Productie IV                Raadsvoorstel Ruimtelijke Randvoorwaarden d.d. 22 januari 2019

                                               Ruimtelijke Randvoorwaarden, vastgesteld op 19 februari 2019

Productie V                  Raadsvoorstel Startnotitie Zangvogelweg 140

                                               Startnotitie Zangvogelweg 140

Productie VI                Citaten raadsvergadering 10 november 2020

Productie VII              Vooroverleg reacties concept ontwerpbestemmingsplan

                                               Zangvogelweg 140

Productie VIII            Details bezonningsstudie

Productie IX                Pagina 95 van aanmeldnotitie vormvrije m.e.r.

Productie X                  Motie Ondersteunende maatregelen Liendert,

                                               aangenomen op 30 juni 2020

                                              

                                               Motie Omgevingsanalyse sociale kant van inbreiding,

                                               aangenomen op 30 juni 2020

Productie XI                Zienswijze Bezorgd Liendert
                                               Zienswijze SGLA

Productie XII              Impact hoogbouw en aangepast perspectief

Productie XIII            Muur van Hoogbouw

Productie XVI            Starten voor de Start in Amersfoort

Productie XVII          De Stadsbron: Ongekende groei autobezit in Amersfoort,

                                               d.d. 18 mei 2020

Productie XVIII          Aanbiedingsbrief bewoners aan gemeenteraad, mei 2019

In Memoriam Willem Hupkens van der Elst

In Memoriam Willem Hupkens van der Elst

Het doet ons verdriet u te moeten berichten dat één van de oprichters van de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA) is overleden. Willem was voorzitter van 23 september 1995 tot 5 maart 2003.

Willem is overleden op zaterdag 21 november 2020. Hij is 86 jaar geworden.

In zijn functie als voorzitter van de SGLA heeft hij er mede voor geijverd om de relatie tussen burgers en politiek te verbeteren. Hij is degene geweest, die de samenwerking zocht,  vanuit het vertegenwoordigen van bewonersbelangen, met de gemeenteraad en het college. Hij ging de discussie graag en veelvuldig aan over een betere inspraak, door hem in het begin steevast medezeggenschap genoemd, wat in ieder geval inhield dat er meer en beter geluisterd moest worden naar de burger.

Hij gaf leiding aan de SGLA als het ging om  verbeteringen  aanbrengen in gemeentelijke plannen, desnoods tot aan de bestuursrechter, maar hij aarzelde ook niet om te zoeken naar oplossingen. Hij ging daarvoor niet alleen het gesprek aan met het gemeentebestuur maar initieerde dat zelfs.

Hij organiseerde conferenties met de gemeenteraad en probeerde bruggen te bouwen. Hij ging ook moeilijke gesprekken met bewonersgroepen, die het onderling niet altijd eens waren, niet uit de weg, want het streven naar er samen uit te komen, sprak voor hem vanzelf.

De SGLA heeft onder zijn voorzitterschap stellig bijgedragen aan de bevordering en bescherming van de kwaliteit van het woon- en leefklimaat in Amersfoort. Onder zijn voorzitterschap is de SGLA niet alleen maar een protestgroep of een bezwarenmachine geworden, maar juist een partner in het overleg met de Gemeente. In de tijd van het ontstaan van de SGLA ging het vooral om actiegroepen die geen enkel vertrouwen hadden in de gemeente. Willem Hupkens van der Elst probeerde duidelijk te maken, dat je het met elkaar oneens kon zijn, maar dat dit nog niet wilde zeggen dat de gemeente niet deugde.

Hij pleitte, meestal samen met Roelie Norp, in commissies en onderlinge contacten met raadsleden of politieke partijen ervoor om in een eerder stadium te komen met plannen, omdat er dan de meeste kans was, dat er nog iets te veranderen viel.

Hij propageerde bij groeperingen vooral om met de gemeente, dat wil zeggen het college en de raad, in gesprek te komen of te blijven. Hij legde voor bewoners of bewonersgroepen hiervoor contacten, besprak zaken met bewoners voor, maar ook met raadsleden als dat nodig was. Hij geloofde er heilig in dat je er met elkaar altijd uit moest kunnen komen.

Door zijn contacten met verschillende bewonersgroepen, kreeg Willem ook menig contact binnen het stadhuis. In het begin was de gemeente bijna 'blij' een aanspreekpunt te hebben om groepen te kunnen bereiken. De SGLA is daardoor een van de belangrijkste inspraakpartners voor de gemeenteraad geworden.

Het SGLA-bestuur verwierf onder zijn leiding het respect van partijen omdat eigen belang niet de drijfveer was. Willem probeerde onderscheid te maken tussen het  algemeen belang en het specifieke belang, van de diverse aangesloten groeperingen. Vanuit deze afweging droeg hij er zorg voor om de groeperingen niet voor de voeten te lopen. Zorgvuldigheid en herkenbaarheid in beleid en procedures stonden bij hem centraal.

Het resultaat is uiteraard niet alleen de verdienste van Willem Hupkens van der Elst, maar hij is wel degene die daaraan prominent leiding heeft gegeven op een redelijke en aangename manier.

In het najaar van dit jaar kon Willem nog meemaken dat de SGLA 25 jaar bestond. In het artikel daarover stond te lezen:

“In november 1993 heeft Willem Hupkens van der Elst, samen met anderen actief in verschillende bewonersorganisaties in zijn wijk,  het helemaal gehad met al die risicovolle ambities van Amersfoort.

“Jongens, wat er gebeurt in Amersfoort gaat ons allemaal aan, zegt o.a. Hupkens, het zijn zaken waar de hele stad mee te maken krijgt. Niet alleen een wijk of een dorpskern. We moeten als bewonersorganisaties samenwerken. Elkaar helpen. Elkaar informeren over wat we horen aan plannen. Kennis bundelen, ervaringen bundelen. Bovendien kunnen we door de gemeente dan ook niet meer tegen elkaar worden uitgespeeld.

Op 2 december 1993 presenteert zich in de Eenhoorn, bij een vergadering over het streekplan, voor het eerst de Samenwerkende Groeperingen Behoud Leefklimaat, SGBL. Willem Hupkens biedt een door Gerbert Rebel geschreven manifest aan: “Amersfoort vertilt zich weer”. Een duidelijke boodschap. De pijlen worden gericht op het provinciale streekplan dat Amersfoort niet klakkeloos zou  moeten overnemen. “Het kán en móét anders, de Amersfoorter is het beu om allerlei door hem niet gewenste projecten te moeten bekostigen. De Amersfoorter wil niet dat het woon- en leefklimaat nog verder verslechtert.” Het manifest eindigt positief: Amersfoort, een betere toekomst waardig ….!”

Dat was het begin van de samenwerkende bewonersorganisaties in Amersfoort. Op 23 september 1995 werd de SGLA opgericht en Willem werd daarvan voorzitter. Bij zijn afscheid in 2003 werd hij benoemd als erelid van de SGLA. 

(Bron: https://www.destadsbron.nl/nl/SGLA_25_jaar)

We zullen Willem missen.

Namens het bestuur van de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA)

Peter de Langen (voorzitter)

Webinars in het kader van het 25-jarige bestaan van de SGLA

 

 

Op zaterdag 23 september 1995 werd de Vereniging Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA) opgericht. Een samenwerkingsverband van verschillende bewonersgroeperingen die meer invloed wilden op het gemeentelijke beleid. Gehoord worden en daadwerkelijke participatie. Een mooie beschrijving van die tijd vindt u hier: https://www.destadsbron.nl/nl/SGLA_25_jaar

Het bestuur wil het 25-jarig bestaan natuurlijk vieren! Door de coronacrisis gaat dat anders dan we verwacht hadden, maar het wordt er niet minder boeiend om! Wij gaan een aantal Webinars organiseren met klinkende namen! Deze Webinars hebben een centraal thema: Wonen en leven in een leefbare stad.

  • Op 4 november 2020 om 20.30 uur: Bekende stedebouwkundige projecten zijn onder meer: Java-eiland, de Resident in Den Haag (co-architect met Krier, Dirrixs, Drijver, Daan) , Mariënburg in Nijmegen, Sluseholmen in Kopenhagen, Inverdan in Zaandam, Centrum Amsterdam-Noord, Oostpoort in Amsterdam, stadscentrum Spijkenisse, Haverleij bij Den Bosch en recent Holland Park in Diemen.
  • Bekende gebouwen, die onder verantwoordelijkheid van Sjoerd Soeters werden gerealiseerd, zijn onder meer: Circus Zandvoort, de Amsterdam ArenA (co-architect), het Helicon-gebouw in Den Haag, de Piramides in Amsterdam, kasteel Leliënhuyze, Haverleij in Den Bosch, het Stadhuis van Zaanstad, het Provinciehuis van Leeuwarden, de eigen kantoorgebouwen in Amsterdam en een aantal particuliere huizen in Wassenaar, Haarlem-Zuid en Bergen.
  • Is verdichting gelijk aan hoogbouw? Wat is beter voor de leefbaarheid? Een presentatie die wordt verzorgd door Sjoerd Soeters, architect en partner van PPHP, zie https://pphp.nl/ Het motto van zijn bureau: “Een betere wereld voor een beter leven” Hij is van mening dat zonder goede stedenbouwkundige uitgangspunten zelfs de meest uitnemende architectuur betekenisloos wordt. In dit interview is een duidelijk beeld zichtbaar van zijn zicht op ruimtelijke ordening: https://www.amsterdamsebinnenstad.nl/binnenstad/281/interview-soeters.html
  • Op 5 november 2020 om 20.30 uur:
  • Moeten bewoners meer worden betrokken bij het stedenbouwkundig proces van hun stad?

Urbanist en oprichter van Humankindcity Lior Steinberg gelooft dat we onze kwaliteit van leven kunnen verbeteren als we meer zeggenschap hebben over hoe onze stad eruitziet. Lees meer op https://www.ted.com/tedx Wij zijn blij dat hij voor ons ook een Webinar wil verzorgen. Hij spreekt in het Engels, maar dit Webinar zal in het Nederlands worden ondersteund door bestuursleden van de SGLA.

Artikelen van Lior Steinberg:

Forget About Cars: Rotterdam Puts Pedestrians First https://www.linkedin.com/pulse/forget-cars-rotterdam-puts-pedestrians-first-lior-steinberg/?articleId=6580058940015427584#comments-6580058940015427584&trk=public_profile_article_view

Delivering Happiness: Seven Cities Will Unbox the Potential of Cargo Bikes in Groningen https://www.linkedin.com/pulse/delivering-happiness-seven-cities-unbox-potential-cargo-steinberg/?articleId=6539795961361780736#comments-6539795961361780736&trk=public_profile_article_view

The City as a Playground: https://www.linkedin.com/pulse/city-playground-lior-steinberg/?articleId=6516666386733895680#comments-6516666386733895680&trk=public_profile_article_view

Zienswijze Zangvogelweg 140

Gemeenteraad Amersfoort

Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort

t.a.v. Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Betreft: Zienswijze Zangvogelweg 140

Amersfoort, 14 juli 2020

Geachte Gemeenteraad,

De SGLA heeft grote moeite met dit plan. Wij zijn van mening dat er een beter plan ontwikkeld kan worden als wordt geluisterd naar de bewoners in de omgeving. Zij hebben een alternatief waarbij het aantal woningen gehandhaafd wordt, maar het volgens henzelf, voor bewoners wel aantrekkelijker wordt.
Dit plan is al lang bekend bij u als Gemeenteraad, u heeft hierover zelfs een petitie ontvangen, maar u heeft tot nu toe niet laten blijken hiernaar te willen luisteren. Wij vinden dit onbegrijpelijk. Als de woningbouwopgave het belangrijkste argument is om hier te bouwen, waarom dan niet luisteren naar bewoners? Een win-win situatie. Het aantal woningen kan gerealiseerd worden én bewoners zijn akkoord. Wat wilt u nog meer?

Wij stellen dan ook vragen bij de belangenafweging tot nu toe. Gelukkig kan het nog worden hersteld. Wij verzoeken de Gemeenteraad het bestemmingsplan niet op deze wijze vast te stellen en alsnog het plan van bewoners in het bestemmingsplan vast te leggen.

Opmerkelijk vinden wij dat het aantal verdiepingen van het lage gebouw op voorstel van de gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Kwaliteit is teruggebracht van tien naar zeven bouwlagen, met als argument dat het gebouw qua maat en schaal niet in overeenstemming is met de achterliggende woonbuurt. De commissie schrijft dit in haar advies van 19 november 2018. Het is voor ons onverklaarbaar waarom dat dan niet zou gelden voor de toren van 60 meter hoog.

Nadere toelichting op onze bezwaren

In het ontwerp lezen wij het volgende:

Door te intensiveren en door hogere bebouwing mogelijk te maken, kan […] woon- en werkruimte worden geboden met bijbehorende voorzieningen en groen.

In voorliggend plan wordt ons vooral duidelijk hoe wordt bijgedragen aan het creëren van woon- en werkruimte, het creëren van nieuwe voorzieningen blijft ons inziens onderbelicht. Het veranderen van de bestemming ‘maatschappelijk’ ten gunste van ‘wonen’, alsmede opheffing van een bushalte, kunnen zelfs worden uitgelegd als het inperken van ruimte voor voorzieningen.

Hierdoor kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat platweg medewerking wordt verleend aan de wensen van de projectontwikkelaar, de belangen van inwoners van Amersfoort onvoldoende worden geborgd in het plan en de leefbaarheid van het gebied wordt aangetast. Een dergelijke optimalisatie richting een enkel belang, te weten dat van de projectontwikkelaar, geeft geen blijk van begrip voor de multidimensionaliteit van ruimtelijke ontwikkelingen en van de rol van de gemeente in het beschermen van algemene en bijzondere belangen. De ontwikkelaar van het stedebouwkundig plan, IMOS in opdracht van Profund/Schoonderbeek, geeft dit ook toe: “Omdat de herontwikkeling van de Zangvogelweg 140 een particulier initiatief is, zijn de ruimtelijke randvoorwaarden het resultaat van een intensieve samenwerking tussen ontwikkelaar en gemeente.” Het is duidelijk dat de belangen van huidige omwonenden daaraan onderschikt waren. (zie https://imoss.nl/amersfoort-ruimtelijke-onderbouwing-herontwikkeling-roc-zangvogelweg-vastgesteld/ )


Wij vragen u om bij vaststelling van het plan nader toe te lichten welke belangen van omwonenden worden verwezenlijkt met het bestemmingsplan en hoe tot een selectie van deze omwonendenbelangen is gekomen. Daarnaast vragen wij u om duidelijk te maken welke voorzieningen de hoogbouw in dit plan mogelijk maakt.

Uit de toelichting bij het plan blijkt voor ons onvoldoende welke ruimtelijke problemen bestaan ter plaatse en hoe het voorliggende plan bijdraagt aan een oplossing daarvan. Daarnaast hebben wij in het plan en de toelichting niet kunnen vinden welke wensen omwonenden hebben geuit, hoe daar mee om is gegaan en hoe deze wensen zijn geïnventariseerd.

Het bestemmingsplan Zangvogelweg 140 heeft een verbrede reikwijdte. Uit de toelichting blijkt onvoldoende welke verbrede reikwijdte nodig, of nuttig, was voor realisatie van de met het plan mogelijk gemaakte ruimtelijke ontwikkelingen. Hierdoor kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat gekozen is voor planvorming onder werking van de Chw vanwege de procedurele verplichtingen die hiermee gepaard gaan. Dit gaat ons inziens wel ten koste van de rechtsbescherming van belanghebbenden.
Wij vragen u om bij vaststelling van het plan nader toe te lichten waarom gekozen is voor verbrede reikwijdte, naast een uitleg dat het ook mogelijk is om hiervoor niet te kiezen. Voor zover de motivatie voor deze keuze niet opweegt tegen de vermindering van rechtsbescherming verzoeken wij u om die rechtsbescherming via een andere weg te herstellen, bijvoorbeeld middels een extra bovenwettelijke inspraakavond, waaraan de gemeenteraad zich op voorhand verbindt aan de uitkomst.

In het ontwerpplan hebben wij niet kunnen vinden op welk type huishoudens de in het onderzoek door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) beschreven woningbehoefte betrekking heeft. De SGLA ervaart een verschuiving richting kleine huishoudens, zoals alleenstaanden en eenoudergezinnen.

Amersfoort, zoals heel Nederland vergrijst, daardoor zijn het demografisch gesproken, bijna alleen de leeftijdsgroepen boven de 65 die groeien. Het is onduidelijk hoe dit bouwprogramma bijdraagt aan het realiseren van woonwensen van oudere inwoners. Hierdoor blijven grotere huizen noodgedwongen bezet en is er weinig sprake van doorstroming.

Een mismatch tussen vraag en aanbod in woningtype kan marktverstorend werken. Daarnaast kunnen huishoudens door gebrek aan passende woonruimte gedwongen worden een grotere woning aan de woningvoorraad te onttrekken dan strikt noodzakelijk is, met negatieve gevolgen voor grotere huishoudens. Tenslotte kan een mismatch tussen vraag en aanbod in woningtype leiden tot leegstand, met zeer nadelige gevolgen voor de leefbaarheid van het gebied.

Wij vragen u bij de vaststelling van het plan per type huishoudens nader toe te lichten welke vraag wordt voorzien en in welke mate het voorliggende plan hier een antwoord op tracht te geven.

In het ontwerp lezen wij dat aan de verwachte parkeerdruk wordt tegemoetgekomen door 2/3e in een ondergrondse parkeergarage en 1/3e op het maaiveld te realiseren. Wij geven u in overweging om dit uit te breiden naar 100% parkeren in een ondergrondse parkeergarage, inclusief bezoekersparkeren, omdat parkeren op maaiveld een zeer laagwaardige vorm van ruimtegebruik is. Geparkeerde auto’s staan voor meer dan 90% stil, terwijl zij niets toevoegen aan waarde voor het plangebied.

De ruimte die bespaard wordt met ondergronds parkeren kan worden ingezet om de leefbaarheid van het gebied te vergroten, bijvoorbeeld met groen of extra voorzieningen. Deze zaken laten zich vooralsnog lastiger ondergronds realiseren dan parkeergelegenheid.

Wij vragen u het plan afwijkend van het ontwerp vast te stellen, waarbij geen parkeerruimte wordt geboden op het maaiveld, waardoor de projectontwikkelaar genoodzaakt wordt om voldoende parkeerruimte ondergronds te realiseren.

Wij lezen in het ontwerpbestemmingsplan niets over effecten van het voorliggende ontwerp op het bredere verkeersnetwerk. De verkeerseffecten van een school en die van een woontoren vindt de SGLA op voorhand niet vergelijkbaar. De SGLA is van mening dat voor de Ringweg Kruiskamp en de Hogeweg, mede gezien de lopende ontwikkeling van het Hogekwartier, een significante toename in verkeersdruk te verwachten is. Onduidelijk blijft in hoeverre deze verkeersdruktoename de leefbaarheid van grotere delen van (de binnenstad van) Amersfoort zal beïnvloeden.

Wij vragen u bij vaststelling van het bestemmingsplan te beschrijven welke ontwikkelingen op het bovenliggende verkeersnet worden voorzien, door de ontwikkeling van Zangvogelweg 140 zoals deze nu is beschreven, en welke effecten op de doorstroming en leefbaarheid worden voorzien als gevolg van deze ontwikkeling

Tenslotte vonden wij in het plan geen bijlage met overzicht van de ontvangen vooroverlegreacties en gemeentelijke reactie.

Wij verzoeken u deze bijlage toe te voegen en het ontwerpbestemmingsplan opnieuw voor 6 weken ter inzage te leggen.

Met vriendelijke groet,

Namens de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA)

Peter de Langen, voorzitter                                                              Daan van Valkenburg, bestuurslid

Reactie in het kader van het Vooroverleg op het conceptontwerp bestemmingsplan ‘Operaplein’

Afdeling Stad en Ontwikkeling, t.a.v. Willemien Juijn

Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort

t.a.v. Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Betreft: Reactie in het kader van het Vooroverleg op het conceptontwerp bestemmingsplan ‘Operaplein’

Amersfoort, 10 juli 2020

Geachte mevrouw W.L. Juijn-Dorst,

De SGLA wil op dit concept-bestemmingsplan reageren. Allereerst constateren wij dat in het bestemmingsplan enkele zaken nog niet zijn uitgewerkt, hetgeen resulteert in opmerkingen als:

“Eventueel aanvullen met tekst van Houkje” blz. 18 Toelichting 2.11.3

“Aanvullen met capaciteit van de betrokken ontsluitingswegen” blz. 24 Toelichting 3.5.1

“Aanvullen” blz. 25 Toelichting 3.5.2

“Check: nodig? Of is voldoende wat er bij externe veiligheid is gezegd?” blz. 29 Toelichting 4.4.2

“Hierover vindt afstemming plaats tussen De Alliantie en de gemeente. PM” blz. 35 Toelichting 4.8.4

Wij adviseren dit alsnog uit te werken en in het vervolg dit soort zaken ook in het kader van het vooroverleg al uitgewerkt te hebben.

  • Opmerkingen in het kader van de Toelichting

Wij staan positief tegenover de herontwikkeling van het Operaplein. Het is een behoorlijk verouderd en verrommeld gebied. Er is voor gekozen om alleen de supermarktfunctie te handhaven en alle andere detailhandel te schrappen. In dat verband vragen wij ons af waarom dan toch nog een uitgebreide staat van bedrijfsactiviteiten is toegevoegd, die weliswaar is bedoeld in het kader van de regeling beroep aan huis, maar gezien de opgesomde activiteiten niet helemaal realistisch is. Ons advies is om deze lijst nog eens goed te bezien en verder in te perken.

Overigens spreken wij onze waardering uit voor het feit dat meerdere varianten zijn uitgewerkt en met een Meedenkgroep zijn besproken en daar waar nodig aangepast.

  • Opmerkingen bij Parkeernormen

Wij constateren dat er vrij traditioneel gekeken is naar het oplossen van de parkeerbehoefte. Wij verzoeken u aan te geven of er ook is gekeken naar alternatieve oplossingen. De SGLA heeft de Gemeenteraad een Parkeernotitie aangeboden waarin wij een aantal suggesties doen om op een andere manier naar parkeren te kijken. Wij verzoeken u aan te geven of deze ideeën zijn betrokken bij het opstellen van dit bestemmingsplan, dan wel alsnog betrokken kunnen worden.

Wij geven hierbij een aantal denk richtingen:

  1. Vergunningen: is op deze locatie overwogen om deze in te voeren? Daarbij kan ook specifiek nog gekeken worden naar:
    1. < Aantal
    2. > Prijs
    3. Afbakening gebied
    4. Venstertijden
  2. Aanbod parkeerplaatsen terugdringen bij herinrichting / verlagen parkeernorm
    1. Creëren van meer plek voor fiets en voetganger bij herinrichting
    2. Creëren van meer plek voor recreatie, straatmeubilair en groen bij herinrichting
    3. Ruimte voor woonerven waar auto’s stapvoets rijden
  3. Terugdringen snelheid (30 als norm) en afsluiten wegen voor doorgaand verkeer
  4. Stimuleren deelauto’s (en e-bike) en toegankelijk OV voor eenieder
  5. Beleid gericht op het voorkomen van vervoersarmoede en het stimuleren van bewegen (gezondheid)
  6. Ruimte van openbare garages beter benutten en prijs van garages substantieel lager maken dan van de plek op straat
  7. Bij nieuwbouw kiezen voor ondergronds parkeren

Wij zijn benieuwd naar uw reactie, waarvan wij hopen dat u niet alles afdoet met het argument dat het financieel niet haalbaar is. Ook daar zijn oplossingen voor te bedenken.

  • Opmerkingen in het kader van de Hoogbouwrapportage

De SGLA heeft een eigen hoogbouwvisie ontwikkeld en op basis daarvan bekijken wij nieuwe plannen.

Voor de SGLA gaat het daarbij om de meerwaarde van de geplande hoogbouw voor het woongebied en omgeving, waarbij de kwaliteit op de grond bepalend is. Het gaat bewust niet om prestige-argumenten als “passend in de skyline” of “we willen een landmark creëren.” Deze kunnen en mogen niet leidend zijn. Het gaat er te allen tijde om of hoogbouw bijdraagt aan het functioneren van de stad op maaiveld. De openbare ruimte dient niet het stiefkindje te zijn, waarbij de business case bepaalt wat nog mogelijk is om het “aanvaardbaar” te maken. Het ontwerpen van een goed functionerende en kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte, samen met de buurt, dient juist centraal staan in een project.

Om te komen tot een plan met meerwaarde zijn volgens de SGLA een aantal uitgangspunten bij de keuze van een locatie en hoe te komen tot een goed ontwerp cruciaal:

  1. Bezie hoogbouwbeleid niet geïsoleerd, maar in combinatie met andere beleidsterreinen, zoals mobiliteit, parkeren, groen, klimaatadaptatie en participatie. Gebruik hoogbouwprojecten juist om te laten zien dat, in gezamenlijke ontwikkeling met bewoners, een leefbare stad mogelijk is met een substantieel lagere autobehoefte en parkeernorm (zie punt 5 hieronder), met meer groen en meer waterberging.
  2. Beschouw een plan ook – en wellicht juist – op effecten buiten het plangebied. Een plangebied is een arbitraire grens, waar effecten voor nieuwe bewoners, huidige omwonenden en de stad zich niet aan houden.
  3. Betrek de huidige omwonenden vooraf: niet “om zorgen weg te nemen,” maar omdat zij met hun specifieke kennis van de locatie beter in staat zijn aan te geven hoe meerwaarde te realiseren is.
  4. Situeer hoogbouw bij voorkeur in de nabijheid van plekken met functies die relatief schaars zijn maar een verkeersbundelende of -aantrekkende werking hebben. Stations en andere OV-knooppunten liggen voor de hand, maar ook voor bijvoorbeeld winkelcentra of evenementenlocaties kan dit gelden. Het vermindert zowel directe voertuigbewegingen, als indirecte, doordat concentratie een betere OV-ontsluiting mogelijk maakt.
  5. We gaan niet de lucht in om de auto te faciliteren. De auto is de grootste ruimtevreter in een stad en Amersfoort scoort al bovengemiddeld in het toedienen van ruimte aan de auto. Het is absurd om met hoogbouw meer dichtheid te willen creëren in je stad en vervolgens de met pijn en moeite geschapen ruimte weer weg te geven aan de auto. Daarom het volgende:
    1. Situeer hoogbouw op plaatsen waar deze bijdraagt aan het verbeteren van de benutting en mogelijk zelfs de frequentie van bestaand OV en eenvoudig aansluit op (snel)fietsroutes.
    2. Situeer hoogbouw op plaatsen waar deze tenminste het draagvlak voor nabijgelegen (= op wandel/ fietsafstand) voorzieningen vergroot[1] en ervoor zorgt dat het project goed aan deze voorzieningen geknoopt wordt.
    3. Vul parkeernormen zo sober mogelijk in[2] en stimuleer maatregelen om deze nog verder terug te dringen. Kies voor doelgroepen met een lage autobehoefte, zoals in de Cartesius driehoek in Utrecht, die geheel autoloos is opgezet.
    4. Los het overblijvende parkeren volledig ondergronds op. Hiermee win je de meeste ruimte.
    5. Situeer hoogbouw op plaatsen waar, door middel van bovenstaande maatregelen, de bestaande auto-infrastructuur de resterende toename aankan zonder extra ingrepen.
  6. Combineer functies, want hoogbouw is meer dan alleen maar woningbouw. Waarom geen school op de onderste verdiepingen met daarboven woningen en daar weer boven een hotel? En kijk ook naar mogelijkheden om hoog- en niet-hoogbouw in één gebied te combineren. Bezie mogelijkheden om bijvoorbeeld de begane grond van een gebouw in te richten als openbare ruimte.
  7. Kies te allen tijde voor de meest kwalitatief hoogwaardige oplossing, want er zijn heel veel manieren om een plan te verprutsen en maar weinig om het goed te doen. Het kiezen voor hoogwaardigheid betreft ook de architectuur: goede architectuur kan een plan op een ongeschikte locatie niet redden, maar het kan wel bij een geschikte locatie een goed plan tot een uitstekend project maken. Een project dat ook aangenaam is voor de omgeving om tegenaan te kijken.
  8. De kwaliteit dient leidend te zijn en niet de financiële opbrengst. Het gaat om structuur- en beeldbepalende ingrepen waarvan de effecten nog vele decennia zullen doorwerken. Daarnaast is het een investering in zowel lokale leefbaarheid als stedelijke leefbaarheid wanneer het behoud van groen rondom de stad op deze manier wordt geborgd. Zorg voor financiële kaders die recht doen aan dit langdurig en gebied overstijgend stedelijk belang.Beoordeling plan op basis van onze hoogbouwvisie:Wij kunnen instemmen, gezien de wijksamenstelling, met de verdeling 19 woningen sociale huur en 37 woningen in de midden-dure huur. Ad. 3. Wij begrijpen dat vanuit de buurt is meegedacht in de vorm van een Meedenkgroep. Na een aantal sessies is een Voorkeursvariant ontstaan. We hebben opgemerkt dat een aantal zaken nog uitgewerkt moeten worden. Wij adviseren in die fase ook de Meedenkgroep te blijven betrekken.Ad. 4. Geen opmerkingen.Ad. 5. Wij hebben moeite met het feit dat weer is gekozen voor parkeren op maaiveld en dat niet is gekozen op voor het ondergronds oplossen van het parkeren. Juist op deze locatie, waar in de buurt al problemen met parkeren op maaiveld worden ervaren, had ervoor gekozen kunnen worden om nu eindelijk eens het parkeren op te lossen onder de gebouwen. Dat had ook de mogelijkheid gegeven om de hoogbouw nog iets te verlagen of meer openbare ruimte te creëren. Ons advies is om alsnog te bezien of parkeren ondergronds kan worden opgelost.Ad 6. Wij hebben begrepen dat op de supermarkt twee woonlagen komen en dat het wijkgebouw van de Alliantie naast de supermarkt in dat lage deel wordt opgenomen. De plint van het 11 bouwlagen hoge gebouw wordt blijkbaar niet voor een levendige functie gebruikt. Wij denken dat hier kansen onbenut zijn gebleven.Ad. 7. Wij hopen dat de uitwerking hoogwaardig zal blijken te zijn.Ad. 8. Op dit moment geen opmerkingen
  9. Ad. 2. Het plan bestaat uit 56 woningen in hoogbouw van 11 woonlagen. Een wijkkantoor van de Alliantie in de onderste laag naast een supermarkt van 1300 m2 bruto, waarboven ook een aantal woningen in twee woonlagen. En in totaal 105 parkeerplaatsen, allemaal op maaiveld. Wanneer wij kijken naar de omgeving levert dit toch weer een versteende invulling op een beperkte oppervlakte op. Dat had voorkomen kunnen worden als het parkeren ondergronds was opgelost, zie punt 5. Ons advies is om alsnog te bezien of parkeren ondergronds kan worden opgelost, waarbij de openbare ruimte beter kan worden benut.
  10. Ad 1. In het bestemmingsplan en het stedenbouwkundig plan is rekening gehouden met andere beleidsuitgangspunten en zijn meerdere varianten uitgewerkt met een Meedenkgroep. Uit dit overleg is een Voorkeursvariant gekomen. Wij hebben hier verder geen opmerkingen over.
  • Opmerkingen in het kader van de verbrede reikwijdte Omgevingswet

Het opnemen van niet-ruimtelijke aspecten in dit bestemmingsplan met verbrede reikwijdte zien wij, mede gezien de komende Omgevingswet, als een goede ontwikkeling. Wij nodigen uw gemeente echter uit om niet-ruimtelijke en ruimtelijke aspecten meer in samenhang te bezien, vanuit een integrale gebiedsvisie. Het alleen naast elkaar beschrijven van de verschillende omgevingsaspecten maakt volgens de SGLA onvoldoende gebruik van het beschikbare instrumentarium.

  • Opmerkingen in het kader van de MER

In het conceptplan lezen wij het volgende

Het plan brengt geen (significant) negatieve effecten met zich mee waardoor er geen milieueffectrapportage opgesteld hoeft te worden.

 

De SGLA is van mening dat de vormvrije mer toets primair tot doel heeft om te bepalen of de negatieve effecten van een project voldoende bekend zijn, of dat hiervoor een milieueffectrapportagebeoordeling voor gewenst is. Hierdoor zou de conclusie volgens ons niet moeten zijn dat er geen nadelige effecten zijn, maar dat de negatieve effecten reeds voldoende duidelijk zijn.

Wij vragen u om in het ontwerpbestemmingsplan uw conclusie te wijzigen.

Uit het conceptplan blijkt onvoldoende waarom gekozen is voor het vaststellen van hogere geluidswaarden en niet voor het treffen van (aanvullende) geluidsbeperkende of geluidswerende voorzieningen. Wij wijzen er hierbij op dat de keuze van de gemeente om relatief kleine bestemmingsplannen vast te stellen, in plaats van plannen ter grootte van een stadsdeel, de financiële haalbaarheid mogelijk vertekend weergeeft.

Wij vragen u om bij het ontwerpbestemmingsplan toe te lichten welke geluidsvoorzieningen financieel haalbaar zijn, terwijl hierbij wordt uitgegaan van een plangebied ter grootte van geheel Schuilenburg.

  • Opmerkingen in het kader van PAS en PFAS

Hoewel wij begrijpen dat toetsing aan stikstofdepositieregels van de Wet natuurbescherming plaatsvindt in de omgevingsvergunning-bouw fase, geven wij u ter overweging om bij de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan een (globale) AERIUS-berekening te voegen, zodat aannemelijk wordt gemaakt dat realisatie van de beoogde ontwikkeling op voorhand niet onmogelijk is, met het oog op bescherming van kwetsbare leefgebieden.

  • Opmerkingen in het kader van de Verbeelding

Zeker met betrekking tot plannen aangaande hoogbouw geven wij de gemeente ter overweging om verbeelding van de beoogde ontwikkeling beschikbaar te maken middels een interactief 3D model, waarbij inwoners vanuit iedere gewenste plek in Amersfoort de toekomstige ontwikkeling kunnen zien als ware deze reeds gerealiseerd, gezien vanaf het maaiveld (Google streetview). Wellicht is dit ook uit te werken in het kader van de Omgevingsvisie.

  • Overige opmerkingen

Het vigerende bestemmingsplan wordt aangepast zodat meer woningbouw mogelijk wordt, ten koste van (ruimte voor) detailhandel, onder andere omdat de supermarkt geen perspectief heeft op (broodnodige) uitbreiding. Met realisatie van de woningbouw in bestemmingsplan ‘Hogewegzone’, dat zeer nabij het plangebied ligt, voorziet de SGLA een toename aan vraag naar detailhandel. Wanneer deze op loopafstand beschikbaar blijft, beperkt dit de noodzaak tot boodschappen doen met de auto. De beschikbaarheid van detailhandel op loopafstand vindt de SGLA een belangrijke factor in het ondersteunen van de leefbaarheid, mede gezien de sociale component die in het concept-plan beschreven staat.

Wij geven u dan ook ter overweging om het schrappen van (gevarieerde) detailhandel bestemmingen uit te stellen tot geruime tijd na het in gebruik nemen van de nieuwbouw in het plangebied van bestemmingsplan ‘Hogewegzone’.

In het conceptplan hebben wij niet kunnen vinden op welk type huishoudens de in het onderzoek door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) beschreven woningbehoefte betrekking heeft. De SGLA neemt een verschuiving waar richting kleine huishoudens, zoals alleenstaanden en eenoudergezinnen. Een mismatch tussen vraag en aanbod in woningtype kan marktverstorend werken. Daarnaast kunnen huishoudens door gebrek aan passende woningruimte gedwongen worden een grotere woning aan de woningvoorraad te onttrekken dan strikt noodzakelijk is, met een langere wachttijd voor grotere huishoudens tot gevolg. Tenslotte kan een mismatch tussen vraag en aanbod in woningtype leiden tot leegstand, met zeer nadelige gevolgen voor de leefbaarheid van het gebied.

Wij vragen u bij het ontwerpplan per type huishouden nader toe te lichten welke vraag wordt voorzien en in welke mate het voorliggende plan hier een antwoord op tracht te geven.

Tevens wijzen wij u er aanvullend op dat in dit conceptbestemmingsplan geen aandacht uit gaat naar de energietransitie. Zeker voor de bestemming wonen is het waardevol reeds na te denken over hoe in de toekomst voorzien gaat worden in de warmte- en koude vraag, als beschikbaarheid van aardgas geen gegeven meer is.

Wij vragen u in het ontwerpplan toe te lichten hoe in de toekomstige warmte- en koude vraag van de bebouwing in het plangebied voorzien wordt en de gebruiksmogelijkheden die het plan biedt uit te breiden (bijvoorbeeld in relatie tot buisleidingen).

Tenslotte vragen wij u in hoeverre behoud van een detailhandelfunctie aan de rand van de bebouwde kom, nabij een snelweg die uitbreiding van de bebouwde kom naar het westen bemoeilijkt, op de langere termijn (planologisch) wenselijk is. Een meer door (toekomstige) bewoning omgeven locatie voor detailhandel lijkt ons efficiënter, mede gezien de voordelen van voorzieningen op loopafstand.

Met vriendelijke groet,

Namens de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA)

Peter de Langen, voorzitter                                                              Daan Valkenburg, bestuurslid

 

[1] Dit gaat dus verder dan alleen zorgen voor een “levendige plint”

[2] Het uitgangspunt is dat je een stad wil die vooral wandelbaar en fietsbaar waar minder gebruik wordt gemaakt van de auto. Dergelijke steden zijn leefbaarder en gezonder. Er zijn wel aanwijzingen dat creëren van minder parkeermogelijkheid een effectieve manier is om automobiliteit terug te dringen en andere mobiliteit te vergroten. Zie bijvoorbeeld:

https://www.parkeer24.nl/nieuws/210219/parkeerbeleid-als-stuurmiddel-voor-woon-werkverkeer