Rol van de raad in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

RAADSINFORMATIEBRIEF 2011-20

  1. : Burgemeester en
    : Gemeenteraad : Wethouder M.C. Barendregt

TITEL

Reg.nr. : Datum Programma :

3715323
15 maart 2011 7. Ruimtelijke ontwikkeling

Rol van de raad in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

KENNISNEMEN VAN

  1. de werkafspraken over de rol van de raad in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

  2. de vanaf 1 oktober 2010 ingekomen aanvragen om een projectbesluit op grond van de onder 1 genoemde wet

AANLEIDING

Inleiding

De Wabo wijst het college aan als bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning (bouwen, kappen, milieu, monumenten, slopen, planologisch afwijkend gebruik etc). Alleen al er sprake is van planologisch (van het bestemmingsplan) afwijkend bouwen of gebruik is de raad in de Wabo- procedure in een aantal situaties betrokken.

Als ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning door het college een grote afwijking van het bestemmingsplan nodig is, is een aparte toestemming van de raad nodig. Zo’n grote afwijking van het bestemmingsplan (alle andere afwijkingen dan ‘kruimelgevallen’ en de afwijkingsmogelijkheden die het bestemmingsplan zelf biedt) heet ook wel een ‘Wabo-projectbesluit.

De hiervoor genoemde toestemming die de raad bij een Wabo-projectbesluit moet geven heet een ‘verklaring van geen bedenkingen’. De bevoegdheid tot het afgeven van zo’n verklaring kan de raad niet delegeren. Wel kan de raad gevallen aanwijzen waarin zo’n verklaring niet nodig is. In die gevallen mag het college zonder voorafgaande toestemming van de raad afwijken van het bestemmingsplan.

Het college heeft in december 2010 aan de raad een voorstel gedaan om gevallen aan te wijzen, waarin een verklaring van geen bedenkingen van de raad niet nodig is (raadsvoorstel “Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wabo en de Wro”, reg.nr. 3551806). Op 25 januari 2011 heeft de raad besloten dat, behoudens weigeringen door het college, een verklaring van geen bedenkingen van de raad bij een Wabo-projectbesluit is vereist. Van een weigering door het college is sprake als het gevraagde project niet voldoet aan eisen van goede ruimtelijke ordening.

Het bovengenoemde besluit van de raad betekent, dat hij steeds dient te beslissen over het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen bij een Wabo-projectbesluit.

Betrokkenheid raad in de Wabo-projectbesluitprocedure

Gemeente Amersfoort

Inlichtingen bij: D. Schalks, SOB/RO, (033) 469 48 28

Gemeente Amersfoort

raadsinformatiebrief 3715323 pagina 2
Er zijn vier momenten waarop de raad in de Wabo-projectbesluitprocedure is betrokken.

1. Het college heeft de plicht om de aanvraag om een Wabo-projectbesluit met de bijbehorende stukken onverwijld naar de raad te sturen.
2. Nadat het college het ontwerp van het Wabo-projectbesluit heeft opgesteld moet de raad een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen afgeven. Deze ontwerpen gaan ter visie. Een ieder is in de gelegenheid om daartegen zienswijzen in te dienen.

3. Na afloop van de termijn van tervisielegging verleent de raad de definitieve verklaring van geen bedenkingen (en het college vervolgens het definitieve Wabo-projectbesluit). Als er zienswijzen worden ingediend die (tevens) zijn gericht tegen de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen, moet de raad daarover eerst inhoudelijk oordelen en vervolgens gemotiveerd besluiten over het afgeven van de definitieve verklaring.

4. Als de Wabo-projectbesluitprocedure een zg “aangewezen bouwplan” omvat is de Grondexploitatiewet van toepassing en moet de raad een exploitatieplan vaststellen of besluiten daarvan af te zien. Dat laatste doet zich voor als het verhaal van de gemeentelijke kosten (veelal plan- en apparaatskosten) is verzekerd door middel van een met de aanvrager gesloten overeenkomst.

Werkafspraken

Om tot een efficiënte afhandeling van de aanvragen om een Wabo-projectbesluit te komen, is het van belang om werkafspraken te maken over de momenten waarop de raad in de procedure is betrokken. Deze raadsinformatiebrief (Kernboodschap) bevat die afspraken, die in overleg met en met instemming van het presidium en de RO-woordvoerders uit de raad zijn gemaakt.

Wabo-projectbesluit en bestemmingsplan

Hoe verhouden het Wabo-projectbesluit en het bestemmingsplan zich ten opzichte van elkaar en wanneer wordt van welk instrument gebruik gemaakt ?

De gemeenteraad is het bevoegde gezag om een bestemmingsplan vast te stellen. Dit plan was en is in de ruimtelijke ordening het centrale instrument om ruimtelijke ontwikkelingen juridisch te faciliteren. Het bestemmingsplan houdt ook onder de Wabo dit primaat maar het Wabo-projectbesluit kan in sommige situaties wel een alternatief zijn voor het bestemmingsplan.

De betrokkenheid van de raad bij van het bestemmingsplan afwijkende projecten tot 2010 ziet er als volgt uit:

Het in deze tabel opgenomen ‘Projectbesluit’ (dus de voorganger van het Wabo-projectbesluit) is de afgelopen jaren in Amersfoort niet doorlopen. In de Notitie “Rol van de raad in RO-procedures” is ook vastgelegd, dat de gemeente terughoudend zou omgaan met die Projectbesluiten. De meerwaarde ervan ten opzichte van het bestemmingsplan was gering en bovendien diende zo’n Projectbesluit binnen een jaar te worden ingepast in een bestemmingsplan, zodat er in feite sprake was van dubbele procedures. Met de vervanging van het Projectbesluit door het Wabo-projectbesluit is die inpassingsverplichting in het bestemmingsplan komen te vervallen. De wetgever is thans van mening, dat de koppeling tussen het Wabo-projectbesluit en het bestemmingsplan ook wordt bewerkstelligd door de verplichting tot de herziening van het bestemmingsplan eens in de tien jaar. Dit alles maakt dat het nieuwe instrument van het Wabo-projectbesluit, net zoals de tot 2008 toepasbare “Artikel 19- procedure” weer een aantrekkelijker alternatief voor het bestemmingsplan wordt. Dit betekent ook dat

Wettelijk regime

Besluit

Bevoegdheid

WRO tot 2008

Artikel 19, lid 1 Artikel 19, lid 2

Raad
College (zonder tussenkomst Raad)

Wro tot 2010

Projectbesluit

Raad

Wabo vanaf 2010

Waboprojectbesluit

College (met tussenkomst Raad)

raadsinformatiebrief 3715323 pagina 3

de aanvrager nu des te meer zelf bepaalt welke procedure hij aanvraagt (Wabo-projectbesluit of bestemmingsplan) en de gemeente anders dan in de situatie tussen 2008 en 2010 (Projectbesluit) geen of lang niet altijd goede argumenten heeft om het volgen van een bestemmingsplanprocedure af te dwingen. Dat leidt er ongetwijfeld toe, dat het aantal bestemmingsplannen (in het bijzonder de plannen volgens model 1 omdat het bij het Wabo-projectbesluit veelal om concrete projecten voor kleinere gebieden zal gaan) zal afnemen ten gunste van de Wabo-projectbesluiten. Daarbij blijven wij wel van mening dat met name de grotere ruimtelijke ontwikkelingen onder omstandigheden beter via de route van het bestemmingsplan zouden kunnen worden gefaciliteerd. Dit instrument biedt immers de beste mogelijkheden voor flexibiliteit. Met het Wabo-projectbesluit wordt namelijk alleen een concreet vergund project mogelijk zonder de planologische regeling duurzaam aan te passen. Aangezien dit ook voor een aanvrager voordelen kan bieden, zal de voorkeur voor een bestemmingsplan boven een projectbesluit bij grotere projecten door de gemeente ook in richting van de betrokkenen worden uitgesproken.

KERNBOODSCHAP

De gemaakte werkafspraken luiden als volgt: 1. Informatieplicht aan de raad

Afspraak

De raad wordt in een bijlage deze raadsinformatiebrief geïnformeerd over de vanaf 1 oktober 2010 ingekomen aanvragen om een Wabo-projectbesluit. De toekomstige aanvragen worden aan de raad gemeld via de dagmail.

T oelichting

De Wabo schrijft voor dat alle verzoeken om een Wabo-projectbesluit na indiening zo spoedig mogelijk ter kennis van de raad worden gebracht. In een bijlage bij deze raadsinformatiebrief informeren wij u over de vanaf 1 oktober 2010 ingekomen verzoeken.
Over de verzoeken die worden ingediend na de datum van deze raadsinformatiebrief zal de raad worden geïnformeerd via de dagmail.

De raad behoeft in dit stadium uitsluitend kennis te nemen van de verzoeken. Het formuleren van een inhoudelijk oordeel over het verzoek volgt in een later stadium.

2. Ontwerp-verklaring van geen bedenkingen

Afspraak

De ontwerp-verklaring van geen bedenkingen (en in voorkomende gevallen een ontwerp- exploitatieplan) wordt met een raadsinformatiebrief aan de raad voorgelegd. Een raadslid kan binnen één week vragen om het (de) ontwerp(en) te bespreken. Als er geen reactie komt gaat de ontwerp- verklaring van geen bedenkingen rechtstreeks door naar Het Besluit. Een eventueel ontwerp- exploitatieplan hoeft niet naar Het Besluit. De opstelling daarvan is een bevoegdheid van het college (zie Toelichting bij werkafspraak 6. Grondexploitatiewet).

T oelichting

Het voorstel van het college aan de raad over het vaststellen van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen wordt vergezeld van een raadsinformatiebrief aan de raad voorgelegd. Een raadslid kan binnen één week een voorstel doen om de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen te willen bespreken. In dat geval wordt het ontwerp behandeld in de Ronde en kan het daarna door naar Het Besluit. Als geen reactie komt gaat de ontwerp-verklaringen van geen bedenkingen rechtstreeks door naar Het Besluit (zonder debat).

3. Horen aanvragers en indieners zienswijze

Gemeente Amersfoort

raadsinformatiebrief 3715323 pagina 4

Afspraak

Aanvragers van een Wabo-projectbesluit en/of de indieners van een zienswijze tegen de ontwerp- verklaring van geen bedenkingen van de raad, krijgen desgewenst in de Ronde de gelegenheid om op de zienswijzen te reageren dan wel deze toe te lichten.

T oelichting

Tegen het ontwerp-Waboprojectbesluit kunnen zienswijzen naar voren worden gebracht. Zienswijzen kunnen mede betrekking hebben op de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen van de raad. In dat geval beslist de raad over die zienswijzen. Voordat daartoe kan worden overgegaan heeft de aanvrager het recht om te reageren op de zienswijzen en/of kunnen derden belanghebbenden desgewenst hun zienswijzen mondeling doen c.q. toelichten. De raad kan het college machtigen om namens hem de aanvrager en indieners van zienswijzen te horen en daarvan verslag te doen aan de raad. De raad kan het horen ook aan zich houden. Met het presidium en de RO-woordvoerders is afgesproken dat aanvrager(s) en/of indieners van een zienswijze desgewenst in de Ronde worden gehoord. Indien mogelijk is tijdens het horen in de Ronde al een concept-zienswijzennota van het college beschikbaar.

4. Waar zijn de zienswijzen tegen gericht ?

Afspraak

Als onduidelijk is waar de zienswijzen tegen zijn gericht, worden ze geacht in ieder geval mede te zijn gericht tegen de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen van de raad.

T oelichting

In de praktijk zal niet altijd duidelijk zijn of schriftelijke zienswijzen mede betrekking hebben op de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen van de raad of alleen zijn gericht tegen het ontwerp- Waboprojectbesluit van het college. Het college en de raad hanteren immers hetzelfde toetsingskader. Als uit de inhoud of adressering van de zienswijzenbrief van ‘bezwaarmakers’ onduidelijk is of die mede zijn gericht tegen de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen van de raad, worden de zienswijzen wel als zodanig beschouwd en stelt het college de raad voor daarover een besluit te nemen.

5. Definitieve verklaring van geen bedenkingen

Afspraak

De raad mandateert aan het college de bevoegdheid om een definitieve verklaring van geen bedenkingen ongewijzigd vast te stellen indien tegen de door de raad vastgestelde ontwerp-verklaring van geen bedenkingen geen zienswijzen naar voren zijn gebracht.

T oelichting

Als er geen zienswijzen bij de raad naar voren zijn gebracht tegen de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen zijn er geen redenen om de raad nog het definitieve besluit omtrent de verklaring van geen bedenkingen te laten nemen. Er zijn geen immers geen zienswijzen die de eerdere positieve beoordeling kunnen doen veranderen. In dat geval mandateert de raad het college om in zijn naam te besluiten over de definitieve vaststelling van de verklaring van geen bedenkingen. Eventuele door de raad in de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen opgenomen voorwaarden dienen onverkort te worden overgenomen in de definitieve verklaring.

Het verlenen van dit mandaat zal per geval worden meegenomen in de voorstellen van het college aan de raad over het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen.

6. Grondexploitatiewet

Afspraak (als er een exploitatieplan is)

De raad delegeert de bevoegdheid aan het college om bij een Wabo-projectbesluit een exploitatieplan ongewijzigd vast te stellen indien tegen de door de raad vastgestelde ontwerp-verklaring van geen bedenkingen én tegen een ontwerp-exploitatieplan geen zienswijzen naar voren zijn gebracht.

Gemeente Amersfoort

raadsinformatiebrief 3715323 pagina 5

Afspraak (als er geen exploitatieplan is)

De raad delegeert de bevoegdheid aan het college om bij een Wabo-projectbesluit geen exploitatieplan vast te stellen indien tegen de door de raad vastgestelde ontwerp-verklaring van geen bedenkingen geen zienswijzen naar voren zijn gebracht.

T oelichting

Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de raad bevoegd om een exploitatieplan vast te stellen. Deze bevoegdheid kan door de raad worden gedelegeerd aan het college. Dat geldt ook voor de bevoegdheid om te besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen als het verhaal van de kosten van grondexploitatie is verzekerd door middel van het sluiten van een voorafgaande overeenkomst met de betrokken eigenaar/ontwikkelaar.

Het college stelt een ontwerp-exploitatieplan op. Over dat ontwerp kunnen belanghebbenden een zienswijze indienen. Vervolgens wordt het exploitatieplan vastgesteld door de raad of het college (in geval de vaststelling van het exploitatieplan aan hen is gedelegeerd). In de praktijk loopt de ontwerpfase van het exploitatieplan en het Wabo-projectbesluit gelijk op.

Als er geen zienswijzen naar voren zijn gebracht noch tegen de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen van de raad noch tegen een eventueel ontwerp-exploitatieplan (dit ontwerp zal tegelijkertijd met de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen aan de raad worden voorgelegd) delegeert de raad aan het college de bevoegdheid om het exploitatieplan conform ontwerp vast te stellen of van het vaststellen een exploitatieplan af te zien. Het delegeren van deze bevoegdheid zal per geval worden meegenomen in de voorstellen van het college aan de raad over het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bezwaar.

Als er wel zienswijzen naar voren worden gebracht, ongeacht of die zijn gericht tegen de ontwerp- verklaring van geen bedenkingen dan wel het ontwerp-exploitatieplan, blijft de raad te allen tijde bevoegd om te besluiten.

7. Evaluatie werkwijze

Afspraak

De in deze brief voorgestelde werkwijze c.q. afspraken zullen eind 2011 met de raad worden geëvalueerd. Daarbij zal aan de hand van de ervaringen in de praktijk mede worden beoordeeld of er aanleiding is om categorieën van gevallen aan te wijzen, waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen van de raad vereist is. De resultaten van de evaluatie en de daaruit voortkomende afspraken zullen worden verwerkt in de Notitie “Rol van de raad in RO-procedures”.

8. V ooroverleg

Volgens de Wabo is op de voorbereiding van het Wabo-projectbesluit artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) van toepassing is. Dit artikel regelt het verplichte vooroverleg door het college met betrokken gemeenten en waterschappen en met de betrokken diensten van provincie en Rijk. Het vooroverleg kennen we al bij bestemmingsplannen maar geldt nu ook voor het Wabo- projectbesluit.

In de Amersfoortse praktijk is het vooroverleg over bestemmingsplannen niet beperkt tot rijk, provincie en waterschappen maar wordt het ook gevoerd met een (groot) aantal andere instanties en personen, zoals de SGLA, de ASF, Stichting Utrechts Landschap, de Fietsersbond etc.

De wet kent beslistermijnen, waarbinnen op een aanvraag om een omgevingsvergunning moet worden beslist. Die termijnen zijn zodanig dat ze al snel te kort zijn om ook nog de in Amersfoort gebruikelijke werkwijze voor het vooroverleg van bestemmingsplannen hierbinnen te laten

Gemeente Amersfoort

Gemeente Amersfoort

raadsinformatiebrief 3715323 pagina 6
plaatsvinden. Daar is een te groot aantal instanties bij betrokken. Daarom is het van belang om te

zoeken naar andere manieren voor het voeren van overleg over Wabo-projectbesluiten.

Het bovengenoemde artikel 3.1.1 van het Bro wordt over het algemeen zo uitgelegd dat vooroverleg alleen verplicht is wanneer er (echt) sprake is van provinciale-, rijks- of waterschapsbelangen. Wij zullen het vooroverleg over Wabo-aanvragen daarom alleen in die situatie en met de daarbij direct betrokken instanties (provincie, rijk en waterschap) voeren. De andere instanties en personen, die wel betrokken zijn bij het vooroverleg over bestemmingsplannen, kunnen hun eventuele zienswijzen alleen naar voren brengen nadat de ontwerpen van de omgevingsvergunning en de verklaring van geen bedenkingen ter visie zijn gelegd. Met hen wordt dus over Wabo-projectbesluiten geen afzonderlijk vooroverleg gevoerd, tenzij er bij een project bijzondere belangen in het geding zijn, die noodzaken tot het alsnog horen van andere instanties dan rijk, provincie en waterschap.

In de raadsinformatiebrief die behoort bij de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen zullen per project de resultaten van het vooroverleg aan u worden voorgelegd.

CONSEQUENTIES

Met de werkafspraken bestaat duidelijkheid over de rol en bevoegdheden van de raad en het college bij de besluitvorming over Wabo-projectbesluiten.

De afspraken maken een praktische afhandeling van aanvragen om een Wabo-projectbesluit mogelijk.

BETROKKEN PARTIJEN

Deze werkafspraken zijn tot stand gekomen in overleg met en hebben de instemming van het presidium en de RO-woordvoerders uit de raad. Over deze afspraken hoeft niet met externen te worden gecommuniceerd.

Het college zal de wijze waarop het vooroverleg (zie 8. Vooroverleg) met betrekking tot Wabo- projectbesluiten wordt georganiseerd met de betrokken instanties bespreken.

Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris, de burgemeester,

Gemeente Amersfoort

raadsinformatiebrief 3715323 pagina 7
Bijlage bij Raadsinformatiebrief reg nr. 3715323
Vanaf 1 oktober 2010 zijn de navolgende aanvragen om een Wabo-projectbesluit ingediend:

  • Olympus 20 -> het bouwen van kleedruimte en een kantine

  • Leusderweg 109 -> het bouwen van een winkel met bovenwoning

  • Kosmonaut 2 -> het wijzigen van het gebruik van het pand ten behoeve van een kerk

  • Maatweg (locatie Meander MC) -> het wijzigen van een bouwplan voor de nieuwbouw van

    Meander MC

  • Kamp 33 -> het wijzigen van een gevel en het veranderen van het gebruik van het pand ten

    behoeve van een casino/speelhal.

  • Rijksweg A28 -> het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan de A28 tussen

    knooppunt Hoevelaken en de afrit Maarn

  • Slaagseweg 31 -> het oprichten van bebouwing (ten behoeve van de verplaatsing van

    rietdekkersbedrijf Eggenkamp van de Maatweg)

  • Wolframkade 2 -> het bouwen van een kantoorunit

  • Appelmarkt 8-9 -> bouw appartementen

    Omdat er in aantal gevallen nog overleg gaande is met de desbetreffende aanvrager is het niet uitgesloten , dat de hier genoemde projecten nog worden aangevuld of anderszins wijzigen. Als dat ertoe leidt dat aanvragen niet verder worden behandeld, worden geweigerd dan wel anders worden gefaciliteerd dan via de route van het Wabo-projectbesluit, zullen ze alsnog van de lijst van projecten worden afgevoerd. U wordt daarover via de dagmail geïnformeerd.