Vathorst

Zienswijze inzake Uitwerkingsplan winkelcentrum Vathorst 1e fase 3

Vervolg  

*    Wij vinden dat het plan in een zeer ongunstige periode ter inzage is gelegd. In de periode van 22 december 2005 tot 4 januari 2006 is het voor de leden van onze vrijwilligersorganisatie ondoenlijk onderling goed overleg te voeren over een dergelijk plan. Ook was het verkrijgen van informatie problematisch. Om die redenen hebben wij ons moeten beperken tot verkeersaspecten.

*    In de nota wordt gesteld dat in het midden van Broadway een langgerekte parkzone ligt waar het aangenaam verpozen is tussen de activiteiten langs de randen van dit straatje met winkelend publiek, parkeer- en fietsbewegingen (2.7.1). Onze zienswijze is dat dit aangenaam verpozen niet tot z’n recht komt. In een omgeving met zoekverkeer, doorgaand autoverkeer, parkerende en de parkerende auto’s, brommers, uitzicht op geparkeerde auto’s, stank door uitlaatgassen, verkeerslawaai en (te) smalle voetpaden langs de winkels wil je niet verpozen maar wil je zo gauw mogelijk weg.

*   Wij zijn van mening dat het oversteken over de dwarsstraatjes ter weerszijden van Broadway, dus naar de Kop en de Stationsstraat, als gevolg van het autoverkeer niet “uitnodigend” zullen zijn (2.7.1.).

*   De verkeerssituatie rond de parkzone in Broadway  is gevoelig voor zowel objectieve als subjectieve verkeersonveiligheid. Wij denken met name aan parkeerongevallen, waarbij ook fietser, bromfietsers en voetgangers betrokken kunnen zijn. Bij een nieuwbouwlocatie is dit een teleurstellende vaststelling. Bij de gekozen inrichting is verkeerskundig ook geen sprake van een (winkel)erf.

*  Door de keuze van een viertal parkeergelegenheden zowel voor de deur en op enige afstand ontstaat een onaantrekkelijke mengelmoes van parkeerplaats   zoekend verkeer. Bij de Broadway zal de eerste keus van automobilisten vallen op de parkeerplekken voor de winkeldeur. Dat kan op momenten van drukte irritatie oproepen als veel van deze plaatsen bezet blijken te zijn en dit kan bij deze klanten zelfs de mening post doen vatten dat er te weinig parkeergelegenheid is. Ook een evenwichtige bewinkeling komt dit niet ten goede.

*   Graag vernemen wij wat de specifieke filosofie is, die hier achter de keuze voor uitgebreid parkeren in Broadway staat, in tegenstelling met bijvoorbeeld het “Straatje”. Wij denken op grond van distributie planologisch onderzoek dat de toekomstige middenstand het meest gebaat is met een autovrij winkelgebied. Assortiment, aanbod, aangename inrichting en goed onderhoud van de openbare ruimte zijn bepalend voor de aantrekkelijkheid van het winkelcentrum. Een weekmarkt kan hier ook nog aan bijdragen.

*   Het uitwerkingsplan en het plan zoals dat is aangegeven op bladzijde 14 van de toelichting zijn niet in overeenstemming met elkaar ten aanzien van onder andere de parkeervoorzieningen aan de noordoostzijde. Bovendien is de bereikbaarheid van de parkeervoorzieningen niet uitgewerkt. Wat is hier de bedoeling?

*    Wij zijn van mening dat de bevoorrading van de winkels en bedrijven zodanig geregeld moet worden dat achteruitrijdbewegingen van vrachtverkeer in de   openbare ruimte niet nodig zijn en dat de vrije doorgang niet door vrachtauto’s geblokkeerd wordt. Dit moet een voorwaarde zijn bij de uitwerking.

*   Volgens de toelichting worden op het noordelijk parkeerterrein 250 parkeerplaatsen gerealiseerd. Op de tekening zijn slechts hooguit 200 ingetekend (2.7.6). Er zullen 250 fietsparkeerplaatsen worden geplaatst. Gelet op de beperkte ruimtelijke mogelijkheden vinden wij het wenselijk dat wordt aangegeven op welke plaatsen deze fietsparkeerplaatsen zijn gedacht. Fietsparkeerplaatsen op onlogische plaatsen vanuit het gezichtspunt van de fietser hebben geen zin: ze worden niet gebruikt en fietsen worden gestald op plaatsen waar dat niet gewenst is.

We hopen dat u met onze zienswijze rekening houdt het uitwerkingsplan hierop zult willen aanpassen.