Reactie voorontwerp-bestemmingsplan CSG-Noord, partiele herziening 2006 bestemmingsplan Puntenburg/Trapezium 2006
Wij willen allereerst beginnen te vermelden de uitzonderlijke wijze waarop de heer de Reuser dit proces begeleidt. Heel open, geen vragen uit de weg gaand, terugkomend op zaken, enz. en dit zowel t.o.v. deelnemende bewoners, organisaties als beroepsmatig betrokkenen.
Tot nog toe is het een zinvol proces geweest, waarin duidelijk is aan te wijzen welke inbreng tot aanpassing heeft geleid en welke niet tot onvoldoende. In onze reactie dus vooral de vraag of deze aanpassing(en) alsnog kunnen worden opgenomen of aanpassingen die nog maar net uit de voorgestelde tekst voortkomen.
Sociale veiligheid
Er is (heel verrassend) voor het eerst bij ons weten een sociale veiligheidsaudit gemaakt.
Een bureau dat zowel voor wat betreft het Coordinatieplan, als het aangepast plan van de heer Khandekar heeft geanalyseerd. Er was gekozen om de uitkomsten van het onderzoek niet eerst door te spreken met welke partij dan ook. Voor iedereen was het oordeel en de conclusie dus nieuw en daarmee spannend. De visie over sociale veiligheid die door het bureau gehanteerd werd sloot naadloos aan bij de visie zoals deze in Amersfoort ook wordt voorgestaan. De aanbevelingen zijn positief ontvangen en zo goed als allemaal overgenomen.
Een punt van discussie bleef: De Brouwerskom Blok F. Dit niet alleen vanwege een principiele keus voor een van beide gepresenteerde mogelijke oplossingen, maar ook wat betreft de inrichting van deze mogelijke keuzen. Ook voor de SGLA blijft Blok F een punt van discussie. Wij zijn blij dat de toezegging tot afschuinen van Blok F ter hoogte van de Brouwerstunnel alsnog ook op papier terecht gekomen is. (Dank trouwens dat alsnog een aangepaste tekst is nagezonden inclusief een heldere schets.)
Gezien het feit dat het hier om een tunneltoerit en dus iets heel essentieels gaat, dient dit te worden opgenomen in de toelichting, de voorschriften van het bestemmingsplan en zichtbaar gemaakt te worden op de plankaart (dmv een stippellijn, enz.) Opnemen in het PvE is dan een afgeleide en dus vanzelfsprekend. Dit moet dan uiteraard niet via welke wijziging- of vrijstellingsbevoegdheid dan ook teniet gedaan kunnen worden.
Mocht Blok F op deze manier doorgaan, dan is de inrichting niet alleen bepalend voor het gevoel van sociale veiligheid, maar ook voor de werkelijke sociale veiligheid. Denk aan raampartijen, voordeuren, balkons, geen gesloten wanden, enz. Blok F, zou wat betreft de SGLA hier nog breder mogen worden afgeschuind. Dit heeft het voordeel, dat de route naar het station korter wordt in de beleving en het 'steeg-effect' maximaal wordt voorkomen cq weggenomen. Door deze verwijding kom je de tunnel uitkomend dan direct in een gebied met meer licht-lucht-en-ruimte dan in het voorgestelde ontwerp het geval is.
Door meer af te schuinen ontstaat er een soort 'binnenterrein' tussen Blok F en G dat een heel eigen karakter kan krijgen en meer kan worden dan louter een verbindingsweg. Wij vragen hier nog eens heel nadrukkelijk naar te kijken en daarbij ook de hoogte van de afschuining in de overweging mee te nemen.
Alleen exploitatie of eerder gemaakte afspraken met de ontwikkelaar om de afschuining niet hoger te maken, mag niet doorslaggevend zijn bij een dergelijk gevoelige locatie cq object. Een goede sociaal veilige inrichting is een kwaliteit, die een ontwikkelaar cq toekomstige bewoner op geen enkele manier benadeeld, in tegendeel, het geeft een extra kwaliteit en vergroot de verkoopbaarheid. Wij verzoeken u het bestemmingsplan en PVE hierop aan te passen..
Gemengde bestemming Blok F en G
Op de kaart worden de Blokken F en G deels bestemd met gemengde doeleinden .
Wij missen voor wat betreft Blok F en G dat in het kader van sociale veiligheid de woonfunktie van wezenlijk belang is voor m.n. de avondsituatie. Dit moet daarom gevolgen hebben voor de toekenning van de werkelijke bestemming, m.n. voor de kant die grenst aan de tunneltoerit en uitkijkt op de tunneltoegang.
Om in de kom te bouwen is geschermd met het grote aantal 'ogen' dat op de tunnelingang gericht is (dus ook 's avonds in belang van sociale veiligheid). Er is nooit gezegd met het mogelijke grote aantal 'ogen'. Dit houdt in dat er heel nadrukkelijk op deze plaats gekozen moet worden voor een woonfunktie. Dit wordt niet teruggevonden in het bestemminsplan of in het PvE. Om te voorkomen, dat 's avonds komend uit de tunnel je vooral verlaten ruimten (kantoren, voorzieningen enz.) passeert , dient er een maximum aan deze zakelijke-bestemmingen opgenomen te worden. Of er zou in het PvE alsnog kunnen worden opgenomen, dat tenminste meer dan 80 % van de functies gericht op de tunnelingang uit woningen moeten bestaan. De toegezegde 'ogen' desnoods 'slapend' moeten er wel zijn en die garantie kan ook gegeven worden als gekeken wordt naar de methodiek BKP blz. 21.
(zie voor een zelfde methodiek BKP blz. 21 menging van functies).
Koppeling parkeerplaatsen aan woningen (tbv PvE en BKP)
Al eerder is aan de orde gekomen om aan de verkoop van woningen de overdekte parkeervoorziening te koppelen om parkeren op eigen terrein maximaal te waarborgen. Dit zou bekeken en afdoende geregeld worden. In ieder geval zouden personen met een dergelijke voorziening cq mogelijkheid geen parkeervergunning krijgen. Nu er vooral op maaiveld geparkeerd gaat geworden hangt veel af van de inrichting of dit een parkeerplaats blijft of dat dit alsnog als tuin ingericht wordt. Wij vinden dat er alles aangedaan moet worden om de parkeerplek zo in te richten dat het omzetten in een tuin of anderszins is uitgesloten of dat ook die bewoners onder de regeling komen te vallen, dat zij uitgesloten worden van vergunning parkeren.
Vuilinzameling (PVE)
Het is een grote teleurstelling, dat er geen ondergrondse afvalverzameling meer plaatsvindt. Juist in een gebied met een dergelijke dichtheid dient ondergrondse afvalverzameling een voorwaarde te zijn. Wij vragen met klem hier nogeens goed over na te denken.
Bij appartementengebouwen moet de inzameling inpandig worden geregeld. Niet staat dat het afval niet op/aan de straat mag worden aangeboden, wat wel het geval is bij grondgebonden woningen. Graag dit alsnog opnemen.
Verkeersaudit.
Voor een reactie op de verkeersaudit wordt verwezen naar de reactie vanuit het Soesterkwartier hierop. M.n. de inrichting Puntenburgerlaan (kruisend autoverkeer over een fietspad op n.b. een snelfietsroute) en de entree van de wijk in casu de Groningerstraat (met een zeer goed lopende Dirk van de Broek en straks nog 'Vahstal' baart ons zeer grote zorgen.
Dat is allereerst nooit zo de bedoeling geweest, maar heeft ook weinig met Duurzaam Veilig te maken. Verzoek op basis van bovengenoemde inbreng tot aanpassing in PvE te komen en waar mogelijk in het bestemmingsplan zelf. De reactie op het gemeentelijk standpunt mbt Verkeersveiligheidsaudit Puntenburg moet daarom als hier herhaald en ingevoegd beschouwd worden. Verzoek de voorstellen alsnog in het bestemmingsplan, maar vooral in het PvE op te nemen.
Voorontwerp bestemmingsplan: maximale bouwhoogten
Om de maximale bouwhoogte te bepalen wordt gewerkt met aantallen bouwlagen. In het bestemmingsplan zowel in de voorschriften (o.a. begripsomschrijving art.1, als algemene bebouwingsvoorschriften art.4), als op de plankaart wordt nergens aangegeven hoe hoog een bouwlaag maximaal mag zijn. Door met deze systematiek te werken worden er op de plankaart ook geen hoogtelijnen met aantallen meters opgenomen. Om onaangename verrassingen te vermijden, wordt verzocht alsnog hiervoor een maximale hoogte in meters op te nemen.
Uit de begripsomschrijving van een 'bouwlaag' blijkt dat een 'dak cq kap' hier geen onderdeel van uitmaakt. Hoe hoog een 'dak cq kap' mag zijn wordt nergens duidelijk. Wel wordt het begrip 'dakopbouw' beschreven, maar dat blijkt van ondergeschikt belang (afhankelijk van de situatie kan dat ook tegenvallen). Kortom uit dit voorontwerp-bestemmingsplan is niet een maximale bouwhoogte of nokhoogte te bepalen. Verzoek deze omissie op te vullen
In het vigerende bestemmingsplan CSG-Noord is gewerkt met goothoogten en met maximale hoogten voor een dakopbouw/kap. Op die manier geeft een bestemmingsplan rechtszekerheid over wat maximaal mogelijk is, dit in tegenstelling tot dit voorontwerp.
Tot slot
Er zijn nog wel meer opmerkingen, deels gedetailleerde opmerkingen te maken.
Echter ook andere bewoners hebben een reactie geschreven, waar zaken instaan die worden onderschreven. Verder gaan wij er van uit dat de klankbordgroep blijft voortbestaan en dat nog heel veel zaken omtrent uitwerking hier aan de orde zullen komen, waaronder inrichting Park, aansluiting woningen hierop en de toegankelijkheid van deze woningen, aankleding/uitstraling Blok F kant Brouwerstunnel en achterkant aansluitend aan de bestaande bouw. Als op dezelfde manier dit proces wordt voortgezet zijn er op detailniveau (wat heet detail: soms wezenlijk van invloed op de hoofdlijn) nog aanpassingen of het verwerken van wensen mogelijk. De toezegging dat met deze manier van participeren cq betrokken worden wordt voortgegaan, moet dan wel worden toegezegd.
Met vriendelijke groet,
P. de Langen, voorzitter SGLA
en
R. Norp-Kruiderink, vice-voorzitter SGLA