Aan de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22 februari 2005
Amersfoort, 22 februari 2005
Aan de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
Hoogedelgestreng College,
Hiermee stellen wij, Bewoners Vereniging Vathorst (BVV) en SGLA gezamenlijk beroep in tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht (GS) van 30 december 2004, nummer 2004WEM005562i. Ons beroep richt zich tegen het besluit van GS om de milieuvergunning voor onder andere de aanleg en exploitatie van een baggerberging door Smink Afvalverwerking BV aan de Lindeboomseweg 15 te Hoogland, goed te keuren. Eerst willen wij van de gelegenheid gebruik maken om onze visie op vestiging van een baggerberging naar voren te brengen:
Overwegingen
1. Een geconcentreerde afvalverwerkende industrie direct naast de woonwijk Vathorst heeft géén maatschappelijke draagkracht. Dit is door zowel de gemeente
alsook de provincie onderkend, immers beide overheden hebben toegezegd te zullen zoeken naar alternatieven.
2. De locatie naast Vathorst (Zevenhuizen klinkt alsof dit veel verder van de wijk ligt…) is een aangewezen locatie, op grond van argumenten die geen rekening
houden met de definitieve situatie: een grote Vinex-locatie op steenworp afstand van een afvalverwerker. In de aanvullende “MER Baggerberging Utrecht” staat
Zevenhuizen niet op nummer 1. Want het criterium woon- en leefmilieu scoorde aanzienlijk slechter dan bij andere locaties. Hier wordt in de huidige procedure
volledig aan voorbij gegaan.
3. Voor ons telt zwaar, dat het huidige proces ondemocratisch plaatsvindt. De gemeente Amersfoort schijnt telkenmale te verkeren in een patstelling, waarbij
elke stap die genomen wordt, een stap richting de realisatie van een baggerdepot is. De aanwijzing door de provincie Utrecht en het dientengevolge onder zware
druk bestemmen door de gemeente Amersfoort wordt door Bewoners Vereniging Vathorst als onbetrouwbaar openbaar bestuur beschouwd. Zeker gezien het feit,
dat zowel de gemeente Amersfoort als de Provincie Utrecht de kiezer voor ogen houdt, dat gezocht wordt naar alternatieven.
Beroep
Het bezwaar van Bewoners Vereniging Vathorst en SGLA heeft betrekking op de volgende punten, die hierna nader uiteen gezet worden:
• Nut en noodzaak van een baggerspeciedepot op de bewuste locatie,
• Geurhinder ten gevolge van transport in de nabijheid van bebouwing in Vathorst.
Nut en noodzaak
De provincie geeft in haar reactie op de inspraak door diverse partijen aan, dat indien nut en noodzaak van een baggerspeciedepot in Zevenhuizen niet meer bewezen zijn, dit de feitelijke toekenning van een WM-vergunning niet in de weg staat. De WM-vergunning is echter gebaseerd op een MER waarin juist nut en noodzaak en het zelfvoorzieningsprincipe van de Provincie Utrecht als belangrijkste peiler voor de aanleg van een baggerspeciedepot zijn gaan gelden. Dit is vooral zwaar ingezet, vanwege het feit, dat direct naast de inrichting een Vinexlocatie gepland stond en de locatie dientengevolge niet als eerste en beste locatie in de MER beschreven stond. Nu het zelfvoorzieningsprincipe voor Utrecht is komen te vervallen en de firma Smink zich kan richten op de markt buiten Utrecht is het denkbaar, dat uit louter commercieel oogpunt een depot wordt aangelegd en geëxploiteerd. Het is zelfs niet geheel ondenkbaar, dat er helemaal geen Utrechts slib meer gestort gaat worden bij Smink. Dit wordt ook door de Provincie beaamd. Dit is ons inziens geheel in strijd met de eerdere procedures, opgestelde rapporten en vooral de MER. De grondslagen voor de WM-vergunning zijn hiermee volledig ongegrond, want in WM-vergunning baseert men zich nog op oude
gegevens en verouderde wet- en regelgeving.
Transport en geurhinder
Tijdens een inspraakavond ten behoeve van de besluitvorming rond de WM-vergunning heeft BVV gevraagd om meer duidelijkheid te verschaffen over de transporten naar de inrichting. Volgens de rapporten is geurhinder van een baggerdepot minimaal omdat bagger onder water wordt opgeslagen. De meeste geurhinder ontstaat echter door het rottingsproces tijdens het transport (dit wordt ook in het besluit uitgelegd). Het transport naar de inrichting nadert de wijk Vathorst op ca. 150 meter. Het is denkbaar, dat bewoners in dat deel van de wijk last zullen ondervinden van geurhinder. De Provincie zegde toe om uit te zoeken welke maatregelen getroffen zullen worden. Teleurstellend is het dan ook te vernemen, dat de Provincie van mening is, dat het hier geen milieubelang betreft, dat op grond van de wet milieubeheer meegewogen kan worden. Waar moeten bewoners dan aankloppen, als hierdoor overlast ontstaat? Het antwoord van de Provincie
is wellicht procedureel gezien juist, maar men had de vraag minstens serieus kunnen nemen, door aan te geven waarom er van overlast weinig sprake zou kunnen zijn. Wij zijn van mening, dat door toestemming te verlenen aan Smink voor de exploitatie van een baggerspeciedepot direct naast een woonwijk, de provincie minstens de verantwoordelijk moet kunnen opbrengen om direct gerelateerde problematiek tot het minimum te beperken.
Geacht College, naar aanleiding van het bovenstaande verzoeken wij u het besluit van GS tot gedeeltelijke goedkeuring de WM-vergunning aan Smink Afvalverwerking BV te vernietigen met een veroordeling voor de Provincie Utrecht om de gemaakte kosten voor deze procedure te voldoen.
Hoogachtend,
Bewoners Vereniging Vathorst, namens het bestuur, A.J. Krikke, Voorzitter
SGLA, namens het bestuur, Roelie Norp, vice-voorzitter.