Diversen

Notitie Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA)

  1. Binnenstedelijke vernieuwing: w.o. wonen, sociale samenhang, leefbaarheid en verdichting
  2. Participatie en inspraak ook en juist bij moeilijke en/of stedelijke beslissingen
  3. Verkeer
  4. Landgoederen
  5. Groen
  6. Budgettaire neutraliteit ziekenhuislocaties
  7. Mogelijke nieuwbouw van De Flint
  8. Wagenwerkplaats
  9. Handhaving bestemmingsplannen

Binnenstedelijke vernieuwing, Wonen en Sociale samenhang

In bepaalde wijken wordt er de komende jaren een groot pakket van maatregelen aangekondigd in het kader van Binnenstedelijke Vernieuwing. Toch gaat het in deze wijken maar om relatief enkele buurten die verantwoordelijk zijn voor het imago van de gehele wijk. Voor de aanpak van deze buurten moet in samenhang met de rest van de wijk een visie ontwikkeld worden. Een meer gedifferentieerde bevolkingssamenstelling m.n. op complexniveau is hiervoor van belang. Aanvullend bouwen voor een bepaalde groep verandert wellicht wel de bevolkingssamenstelling maar vergroot niet per definitie de samenhang in de wijk en kan zelfs leiden tot eilandjes in een wijk. Dit kan niet het antwoord zijn op het geschetste probleem.

Bij de planvorming rond Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort (BVA) moeten m.n. de sociale aspecten een belangrijke rol spelen. Sociale binding van bewoners in én met de eigen wijk. Bij de sociale voorzieningen hoort ook dat buurthuizen voldoende open zijn en betaalbare mogelijkheden bieden voor de buurtbewoners.

Er wordt uitgegaan van een afname van goedkope huurwoningen. De vraag is of dit in overeenstemming is met de behoefte. Met afbraak van goede en betaalbare woningen moet o.i. voorzichtig worden omgesprongen. Het is niet verstandig te slopen als het niet echt nodig is want nieuwe huizen zullen altijd duurder zijn. Gekeken zou ook moeten worden in hoeverre andere eigendomsverhoudingen, het opplussen of anders labellen van woningen kunnen leiden tot een andere bevolkingssamenstelling op complexniveau. Bij nieuwbouw dient niet alleen gebouwd te worden voor de middenklasse (wooncarrière makers), maar ook voor mensen met een kleine portemonnee, omdat ook hier menging moet worden nagestreefd.

Bij de discussie rond de Woonvisie is gesproken over doorstroming en het maken van wooncarrière. Doorstroming mag echter geen doel op zich worden, want bijvoorbeeld de bouw van veel jongeren- of ouderenwoningen in een wijk kan ook weer leiden tot een heel eenzijdig woningprogramma. Hierdoor kan de samenstelling van een wijk volkomen uit balans raken. Ook het maken van wooncarrière in de eigen wijk mag geen doel op zich worden. De SGLA vindt dat herpositionering van zwakke plekken in een wijk uitgangspunt en pijler moet zijn van de Binnenstedelijke Vernieuwing en meer in lijn met het motto van een ongedeelde stad. Bijbouwen moet aanvullend zijn en geen doel op zich. Samenhang tussen plannen is van belang. Postzegelplannen kunnen een bijdrage leveren maar ook negatieve gevolgen hebben bij o.m. een te grote verdichting en daarmee de leefbaarheid onder druk zetten.

Zogenaamde scheefwoners hebben een belangrijke functie in de sociale menging van een wijk. Is deze vorm van wonen dan eigenlijk wel zo scheef? Het streven naar een gemengde bevolkingssamenstelling is feilloos van toepassing op deze bevolkingsgroep. Mensen die maatschappelijk carrière maken en toch hun woning en wijk zo waarderen dat zij er willen blijven wonen is toch precies dat wat wordt nagestreefd? Zonder extra ingreep vindt hier een natuurlijk proces van mix op complex- of buurtniveau plaats en blijven sociale structuren intact. Scheefwonen is de meest goedkope bijdrage aan het in stand houden of vergroten van de woonkwaliteit.

In de nota Woonvisie worden een aantal doelgroepen genoemd waarvoor speciaal gebouwd zou moeten worden. Het gaat dan vooral om jongeren- en ouderenhuisvesting. De ernst van de problematiek en de knelpunten die er zijn om deze groepen te bedienen worden niet duidelijk in deze nota. Ook niet op welke wijze en waar oplossingen mogelijk zijn. Deze problematiek is wijkoverstijgend of anders gezegd, geldt voor alle wijken. Om de ergste nood te lenigen dient ook hierop een visie ontwikkeld te worden.

Ook willen wij nog eens wijzen op de vele leegstaande kantoren. Functiewijziging, bijvoorbeeld wonen gecombineerd met kleinschalige kantoren, kan wellicht helpen om oplossingen te vinden. Ook het traject wonen boven winkels verdient verdere uitwerking. De behoefte aan jongerenhuisvesting zagen wij graag uitgesplitst in jongerenhuisvesting en studentenhuisvesting. Geen complexen slopen, die wellicht prima ingezet kunnen worden t.g.v. studentenhuisvesting, omdat hiervoor huren gevraagd kunnen worden, die met nieuwbouw niet te bereiken zijn. Uiteraard dienen dergelijke plannen wel afgestemd te worden op de effecten die dit voor de wijk kan hebben.

De SGLA verwijst ook naar het rapport van de Rekenkamercommissie waar gesteld werd dat er te weinig concrete en toetsbare doelen worden benoemd door de Gemeenteraad. Het zou goed zijn om in het kader van Binnenstedelijke Vernieuwing concreet te benoemen wat de nieuwe gemeenteraad wil bereiken. De centrale vraag zou daarbij moeten zijn welke oplossingen nodig zijn om de gesignaleerde problemen het hoofd te bieden. De plannen voor de BVA zouden vervolgens ook moeten worden getoetst aan sociale-, economische-, milieu- en leefbaarheidaspecten.

Participatie en inspraak ook en juist bij moeilijke en stedelijke beslissingen

Het betrekken van bewoners bij de planvorming voor Binnenstedelijke Vernieuwing is een goede zaak. Tegelijkertijd is het abstractieniveau zo hoog dat zeker voor wat betreft het op te stellen Ontwikkelingsplan de keus van de te volgen methodiek van groot belang is. Overwogen zou kunnen worden om na de eerste gesprekken een aantal scenario's voor te leggen om de discussie los te maken én de gedachtevorming verder te bepalen. Deze scenario's moeten dan nog wel volledig open besproken kunnen worden zonder dat daarbij al vooraf keuzen zijn gemaakt. Bewoners moeten standaard de mogelijkheid hebben om onafhankelijke ondersteuning te krijgen conform de eerdere toezeggingen. Vanuit onze ledenvergadering kwam het voorstel om een vaste begeleidingsgroep van mensen uit de wijk te benoemen à la de Belangenverenigingen Hoogland en Hooglanderveen om het proces te volgen en te bewaken.

De hele discussie rondom de Kleine Haag heeft weer eens het belang van goede communicatie duidelijk gemaakt. De SGLA vindt dat ook en juist in een moeilijke en stedelijke discussie inspraak in een vroeg stadium moet worden toegepast. De geldende inspraakverordening èn de afspraken rond de ruimtelijke ordeningsprocessen moeten ook in de nieuwe raadsperiode gehandhaafd en nageleefd worden. Het dualisme tussen Raad en College dient in de nieuwe raadsperiode weer open en transparant te zijn. De nieuwe raad zou zich daar expliciet voor moeten uitspreken.

Verkeer

N.a.v. actuele verkeersprognoses (o.a. de Maatweg en de zgn. Binnenring) werd de vraag gesteld welke consequenties dit heeft of zou moeten hebben voor het VVP. Er vinden grote veranderingen plaats in de stad, veranderingen die ook gevolgen hebben voor de verkeersbelasting (ziekenhuislokatie Maatweg, clustering culturele instellingen Eemcentrum, bouwplannen, toename van sluipverkeer, enz.). Daarnaast zijn oplossingen zoals eerder in het VVP opgenomen niet doorgegaan, zoals de knip in de Stadsring. Gevraagd wordt, om de gevolgen van al deze veranderingen niet alleen getalsmatig zichtbaar te maken, maar ook de eerder gehanteerde aannames en voorgestelde oplossingen nog eens tegen het licht te houden.

Naast een goede verkeerscirculatie dient ook de leefbaarheid een rol te spelen bij de besluitvorming. Hierbij dient nadrukkelijk het sluipverkeer en snelheidsoverschrijdingen in de binnenstad te worden betrokken. Een goed onderzoek en overleg tussen bewoners, middenstand en andere belanghebbenden en groeperingen, moeten gezamenlijk gedragen oplossingen mogelijk maken.

Direct bij de start van grote projecten dient verkeer en verkeersoplossingen een van de hoofduitgangspunten te zijn. Voor wat betreft de inrichting van het zwembad aan de Hogeweg moet voorkomen worden dat de verkeersontsluiting via de wijk Liendert gaat plaatsvinden. De SGLA vraagt daarom in de uitwerking uit te gaan van ontsluiting via de Hogeweg. Verder vindt zij dat de wijk Liendert volwaardig en gelijkwaardig in het project Schuilenburg/Hogewegzone in titel en in de praktijk dient te worden opgenomen.

Landgoederen

Het Streekplan Utrecht 2000-2015 zegt dat bij nieuwe ontwikkelingen de landschappelijke kernkwaliteit centraal staat. In combinatie met het Reconstructieplan wordt het beleid ten aanzien van nieuwe landgoederen geformuleerd. Als compensatie voor de aanleg van een substantiële oppervlakte nieuw groen kan de bouw van één of enkele royale landhuizen worden toegestaan.

Het gebruik van termen die de lading niet dekken is verwarrend en kan leiden tot verrassingen die onvoldoende zijn voorzien. De bouw van een appartementencomplex onder de noemer van bijvoorbeeld het zgn. kasteel in Stoutenburg is hiervan zo'n voorbeeld. Dit voldoet volgens ons niet aan die voorwaarden. Hier is gewoon sprake van woningbouw alleen onder de noemer landgoed. Men wordt dan op het verkeerde been gezet: men denkt een landhuis (‡ la Huize Randenbroek of Nimmerdor) tegen te komen, terwijl het dan feitelijk gewoon appartementen of woningen zijn. Dat vinden wij geen goede ontwikkeling. Wil men ergens (beperkte) woningbouw, zeg het dan. Ons verzoek is open en transparant te zijn en geen nieuwe kleren van de keizer te verkopen. We vragen daarom van de Raad ook hier duidelijke randvoorwaarden c.q. kaders te stellen om ongewenste gevolgen c.q. ontwikkelingen te voorkomen.

Groen

In een eerdere, niet vastgestelde nota BVA werd gewag gemaakt van een visie op de openbare ruimte. Daarin werd gesteld, dat openbare ruimte en groen tussen woningen of flats niet meer van deze tijd zijn en eigenlijk wel bebouwd kunnen worden. Recreëren wordt volgens deze visie wel buiten de stad gedaan. De SGLA vraagt de nieuwe raad deze visie niet over te nemen en zich uit te spreken over het belang van buurtgroen. Het kan daarbij helpen om een raadsmotie uit de afgelopen periode uit te werken in bestemmingsplannen. Tot op heden is dit nog niet of onvoldoende gebeurd. In concreto gaat het om de volgende tekst van de aangenomen motie:

Voorschrift in geactualiseerde bestemmingsplannen:

  • In het voorschrift over groenvoorzieningen onder doeleinden omschrijving staat dat de op de plankaart voor "Groenvoorzieningen" aangewezen gronden bestemd zijn voor:

a. groenvoorzieningen

b. watergangen en onderhoudspaden

c. speelvoorzieningen

d. voet- en fietspaden

e. in- en uitritten

f. geluidwerende voorzieningen

g. in standhouden van waardevolle bomen ter plaatse van aanduiding op de plankaart.

Het grootste gedeelte van de opsomming daarom een aantasting kan vormen van het groen i.p.v. een bescherming of versterking.

Is van mening dat

  • een bestemmingsplan, ook waar het de groenbestemming betreft, een beschermende rol moet hebben.
  • er niet gekozen mag worden voor uniformiteit die voorbij gaat aan het waardevolle karakter van elk groengebied afzonderlijk.
  • het voorschrift voor wat betreft 'groenvoorzieningen' veel te royaal is en geen enkele garantie biedt om ongewenste zaken tegen te houden
  • groenvoorzieningen als hoofdfunctie in een bestemmingsplan opgenomen moeten worden

Besluit

  • bij alle nog te actualiseren bestemmingsplannen groenvoorzieningen als hoofdfunctie te categoriseren
  • bij alle nog te actualiseren bestemmingsplannen dit voorschrift aan te passen door tenminste een beschrijving in hoofdlijnen voor wat betreft het groene karakter van de verschillende groengebieden op te nemen.

Groen moet meer zijn dan alleen een woord. Wij vragen daarom nadrukkelijk aandacht voor de Groene Zoom rond Hooglanderveen. Deze is beduidend minder echt groen geworden door alle voorzieningen die er nu in geplaatst worden. De SGLA is met de Belangenvereniging Hooglanderveen bezorgd dat straks ook de laatste 10 ha weiland voor bebouwing worden benut. We vragen u daarom dit veilig te stellen en hierover duidelijke afspraken te maken (dus geen uitplaatsingen of uitbreidingen meer naar en in dit gebied).

Vanuit milieu aspecten is het fenomeen kunstgras onderwerp van discussie geweest. Met alle begrip voor de sportverenigingen die alternatieve speelvelden willen introduceren dient hiermede o.i. weloverwogen omgegaan te worden. Kunstgras bestaat uit een onderlaag van o.a. puin en afval van rubberen banden met daarop een laagje plastic. Een dergelijke constructie veroorzaakt een sterk gewijzigde ondergrond met mogelijke onvoorziene consequenties indien dit product veelvuldig toegepast gaat worden. We vragen hiervoor uw aandacht.

Loslaten budgettaire neutraliteit ziekenhuislocaties

In de uitwerking van plannen rond de locaties De Lichtenberg en Elizabethziekenhuis constateren wij dat er een risico bestaat dat bewoners c.q. omwonenden van de afzonderlijke gebieden tegen elkaar uitgespeeld gaan worden. Nu het op uitwerking aan komt blijkt er geen enkel zicht te zijn hoe, wanneer en of er sprake is van budgettaire neutraliteit. Het gaat om plannen die pas over een tiental jaren gerealiseerd worden. De SGLA vindt dat kwaliteit, een visie op het groen en goede afspraken de doorslag moeten geven.

Voor wat betreft De Lichtenberglokatie ligt er een bewonersplan met een hoog draagvlak. Het bestemmingsplan moet daar de vertaling van zijn en mag geen verrassingen in zich hebben die tot grote teleurstelling kunnen leiden en tot een uiteindelijk zinloos proces. Wij vragen u niet alleen hier scherp op toe te zien, maar dit ook als zodanig op schrift vast te leggen. Een uniek samenwerkingsproject mag niet onder druk komen te staan van andere locaties.

Dit geldt ook voor de locaties Elizabethterrein en het Heiligerbergerbeekdal. De nu gepresenteerde plannen zijn te massaal. I.p.v. een nieuwe grote en groene long in de stad blijkt dat er sprake is van een te grootschalige verdichting. De gepresenteerde plannen moeten worden aangepast en samen met de bewonersgroepen moet naar oplossingen voor deze locatie worden gezocht. Een nieuw plan dus.

Voor wat betreft de Kop van Schothorst is hier nadrukkelijk de natuurwaarde als uitgangspunt voor een stedelijke ontwikkeling gekozen. Graag zagen wij dat nog eens benadrukt in het collegeprogramma om te voorkomen, dat bouwen en stedenbouw te veel leidend worden. Om te voorkomen dat straks de kop van Schothorst de Kop van Jut wordt moet nu eerst volledig inzicht gegeven worden in de benodigde exploitatie van de drie ziekenhuislocaties. Pas wanneer duidelijk is wat er moet worden opgebracht kan er naar goede oplossingen worden gezocht.

De SGLA wil ook graag wijzen op subsidiemogelijkheden vanuit het ministerie van landbouw en VROM voor groen in en om de stad. Hiervoor schijnt kort geleden ook een convenant afgesloten te zijn. Maakt Amersfoort daar deel van uit? En wellicht zijn er ook mogelijkheden bij het ministerie van Verkeer in het kader van oplossingen voor de fijnstofproblematiek. Er is immers bewezen dat groen en bomen in de stad helpen deze problematiek op te lossen.

Discussie rond mogelijke nieuwbouw van De Flint

De SGLA heeft kennis genomen van idee‘n rond verplaatsing (nieuwbouw) of uitbreiding van De Flint. Er worden schattingen genoemd van 80 miljoen euro. In deze tijd, waarin voor bijvoorbeeld een groene investering in de stad geen geld lijkt te zijn kunnen wij de start van een dergelijke nieuwe discussie niet goed begrijpen. Temeer daar nog geen tien jaar geleden juist werd besloten ondanks de toen aanwezige kansen om de Flint toch weer op de huidige plaats te herbouwen. Er is dus nog sprake van een zeer aanzienlijke boekwaarde. Een verplaatsing van de Flint is o.i. typisch een onderwerp waarover je een stedelijke maatschappelijke discussie zou moeten willen voeren, voordat over dit soort plannen wordt besloten. Waarbij dit soort plannen ook moet worden afgezet tegenover andere nodige investeringen (bv. groen, verkeer) in de stad.

Burgerinitiatief Wagenwerkplaats, industrieel erfgoed

Voor wat betreft de aandacht die de Wagenwerkplaats nu heeft, is er al veel bereikt. Nu gaat het niet meer alleen om aandacht maar om meer concrete afspraken en idee‘n. Daarnaast is er een notitie vastgesteld getiteld "Inventarisatie Industrieel Erfgoed tussen Spoor en Eem". In de notitie staan voorstellen om bepaalde gebouwen wel en andere gebouwen niet op de (gemeentelijke) monumentenlijst te plaatsen. Over deze voorstellen is nog steeds geen discussie gevoerd en men is hierover niet duidelijk in de gemeente. We vragen aan de nieuwe raad de discussie hierover nu op te starten.

Handhaving bestemmingsplannen

In een vorige periode is er een nota aangenomen over de handhaving van bestemmingsplannen. De SGLA constateert dat toch regelmatig in strijd met de plannen wordt gehandeld en dat van handhaving niet altijd sprake is. We vragen hiervoor meer aandacht van Raad en College.

Tot slot zou de SGLA het een goede zaak vinden als de onderhandelingen over het nieuwe programma en het nieuwe College in openbaarheid zouden plaatsvinden.