Zienswijze ontwerpbestemmingsplan en MER procedure Hogewegzone, 13 maart 2011

  1. Planologische onderbouwing.

We refereren aan de uitspraak van de Raad van State m.b.t. de Kersenbaan. Er dient rekening gehouden te worden met artikel 10:27 Awb, t.w. de plicht van het College van B&W om te onderzoeken of het plan, mede op basis van ingebrachte bedenkingen, niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de totstandkoming niet in strijd is met het recht. Dat betekent ons inziens dat ook de planologische onderbouwing van een bestemmingsplan correct moet zijn. Allereerst wijzen wij u erop dat, daar waar nog gesproken wordt over een Vallei kanaalvisie, wij bevestigen dat deze visie als niet bestaand beschouwd moet worden aangezien genoemde visie nooit door de gemeenteraad is vastgesteld. Wij refereren aan de uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht van 9 december 1996 inzake het gebouw “De Zilvermeeuw”.

Tevens wijzen wij u op het feit dat de berekeningen voor verkeer, milieu, geluid etc. in de MER procedure zijn gebaseerd op de volgende plannen:

  • Realisatie Kersenbaan. De procedures omtrent dit project zijn nog niet afgerond en het is aannemelijk dat de bewoners hiervoor nog een procedure bij de Raad van State aanhangig zullen maken. De realisatie van de Kersenbaan is dus nog onduidelijk en heeft gevolgen voor de verkeersdruk op de Hogeweg.
  • Aanleg Energieweg. Naar onze mening is hierover nog geen definitieve besluitvorming tot stand gekomen, zodat ook niet duidelijk is welke effecten het niet aanleggen tot gevolg kan hebben.
  • Van Asch van Wijckstraat: herstel van het verkeer in 2 richtingen. Dit is gerealiseerd.
  • Aanleg Hanzetunnel Vathorst. Deze wordt nu aangelegd, maar tijdsbestek vraagt meer tijd.
  • Verbreding A28 + aangepaste aansluiting op de Hogeweg. Inzake dit project is nog niet op alle onderdelen een definitieve besluitvorming tot stand gekomen.
  • Realisatie nieuwe aansluiting Corlaer. Deze aansluiting is gerealiseerd.
  • Afsluiten aansluiting Hoevelaken op de A1. Deze aansluiting staat weer ter discussie. De wethouders van verschillende gemeenten geven aan dat het openhouden van deze aansluiting van essentieel belang is voor de doorstroming van het verkeer o.a. met betrekking tot de Hogeweg. Dit betekent ook dat het afsluiten grote gevolgen heeft voor een goede verkeersdoorstroming.
  • Plusstrook op de A27 tussen Rijnsweerd en knooppunt Eemnes; Verbreding A1 Eemnes – Hoevelaken; Spitsstrook op de A1 tussen knooppunt Hoevelaken en aansluiting Barneveld. De besluitvorming over deze plannen en de realisatie daarvan is onduidelijk zeker nu voor de verbetering van het knooppunt Hoevelaken door de Rijksoverheid een maximum bedrag is vastgesteld. De vraag is dus of de gewenste verbeteringen doorgang zullen vinden en wat de uiteindelijke effecten zullen zijn op de Hogeweg binnen het plangebied.

Nu op zoveel onderdelen een planologisch vastgesteld kader ontbreekt en er tegelijkertijd ook nog veel onduidelijkheid is of en welke plannen nu wel of niet gerealiseerd zullen worden, constateren wij dat de planologische onderbouwing van dit bestemmingsplan ontbreekt. Wij zijn dan ook van mening dat op dit moment, het ontwerpbestemmingsplan daarom niet kan en mag worden vastgesteld.

Voor de goede orde wijzen wij u op de recente uitspraak van de Raad van State inzake het treffen van een voorlopige voorziening m.b.t. het bestemmingsplan Station Hoevelaken- Nijkerk. Met deze uitspraak wordt de volgtijdelijkheid van bestemmingsplannen bevestigd.

> We verzoeken de Gemeenteraad te wachten met een definitief oordeel over dit ontwerpbestemmingsplan totdat tenminste duidelijkheid bestaat over een deugdelijke planologische onderbouwing. We verzoeken derhalve de besluitvorming op te schorten <

  1. Stedenbouwkundige visie.

We hebben waardering voor de poging om dit gebied in zijn geheel te ontwikkelen. Helaas zit daarin ook de zwakte van de planontwikkelingen. Het gebied Hogewegzone is geïsoleerd ontwikkeld t.o.v. van bijvoorbeeld de Hogeweg Binnen. Doordat de Hogewegzone als gebied hoog stedelijk is ontwikkeld, met hoogbouw van 65 meter aan het Valleikanaal en 68 meter maximaal aan de buurtas, ontstaat een afzonderlijk hoog stedelijk gebied, dat niet past in de omgeving en de maat en schaal van Amersfoort. Je komt Amersfoort in, in de waan dat je een groot stedelijk gebied à la Manhattan binnenrijdt, om vervolgens door te rijden naar de provinciestad met het mooie monumentale centrum en zicht op de Onze Lieve Vrouwe toren. Kortom, met name de enorme hoogbouw maakt dit plan ongeschikt voor Amersfoort. Wij vinden dat dit woonmilieu niet past in het uitgangspunt van “Aanwezigheid en beleving van identiteit en herkenbaarheid.” (blz. 15 Ontwerpbestemmingsplan).

Wij concluderen dat in dit opzicht het ontwerp niet past in een goede ruimtelijke ordening. Er is geen goede afweging gemaakt om het gebied te laten aansluiten bij de stad. Er dient rekening gehouden te worden met artikel 10:27 Awb, namelijk de plicht van het College van B&W om te onderzoeken of het plan, mede op basis van ingebrachte bedenkingen, niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Op basis hiervan verzoeken wij u het plan aan te passen.

> We verzoeken de Gemeenteraad in ieder geval de hoogbouw aan te passen op de schaal en maat van Amersfoort (zoals dat uiteindelijk ook in Puntenburg is gebeurd). We vinden een maximale bouwhoogte aan het Valleikanaal van 40 meter (10-13 bouwlagen) en aan de buurtas van 25 meter (7-8 bouwlagen) acceptabel. Met deze hoogtes ontstaat een te prefereren overgang naar de binnenstad van Amersfoort <

> We vragen ook de zichtlijnen op de OLV toren te respecteren en hiermee in het definitieve ontwerp rekening te houden <

  1. Flexibele uitwerking in relatie tot rechtszekerheid.

Wij constateren dat er sprake is van een grote flexibiliteit (blz. 28) in het ontwerpbestemmingsplan. Over de mate van rechtszekerheid zijn wij bezorgd omdat het aantal torens, de vorm en de positie pas bij de uitwerking wordt bepaald. In het ontwerpbestemmingsplan wordt voldoende ruimte geboden om diverse varianten te realiseren. Dat betekent dus geen duidelijkheid. Juist de te kiezen modellen hebben veel invloed op het gebied. We zien deze flexibiliteit terug in de “Bestemmingsregels”, zowel qua woon-  als dienstverlening voor appartementen. Dit geeft ruimte om in te spelen op marktontwikkelingen, maar hierdoor ontstaat tegelijkertijd een groot gebrek aan rechtsonzekerheid. In de al eerder aangehaalde uitspraak van de Raad van State is één van de overwegingen van dit rechtsorgaan dat geen onduidelijkheid mag bestaan in de bindende planvoorschriften (regels) en dat aan een planbeschrijving geen bindende betekenis ontleend kan worden. Wij lezen deze uitspraak zo, dat voldoende rechtszekerheid moet worden geboden in een bestemmingsplan. We constateren echter dat die rechtszekerheid er niet is, indien er sprake is van dubbele bestemmingen en niet concrete onderdelen die op de plankaart (verbeelding) aangegeven zijn.

> We verzoeken de Gemeenteraad om zich expliciet uit te spreken over de geplande hoogbouw, met een duidelijke situering op de plankaart (verbeelding) e.e.a. conform ons voorstel m.b.t. de bouwhoogten hierboven. Wij kiezen hierbij voor het model van 2 torens maximaal aan de Liendertse kant en 2 maximaal aan de kant van Schuilenburg, waarbij veel groene ruimte tussen de gebouwen vastgelegd moet worden om ruimte te geven aan de ecologische waarde van het Valleikanaal, ongeveer conform het 3e model op blz. 28 van de toelichting met de door ons aangegeven maximale bouwhoogte <

> We verzoeken de Gemeenteraad om de bestemmingsregels niet voor tweeërlei uitleg vatbaar te maken.

  1. Programma

Wij hebben twijfels over het programma voor de woningbouw en dan met name de beoogde aantallen appartementen. De koers voor de Structuurvisie geeft aan dat er sprake is van een overcapaciteit. Wij vragen ons af of het dan verstandig om toch zo’n groot aantal appartementen in dit bestemmingsplan op te nemen. Mede in relatie tot hetgeen wij hebben aangegeven over de hoogbouw, zijn wij van mening dat, door het laten vervallen van een aantal bouwlagen, en dus ook minder appartementen, er meer recht wordt gedaan aan de marktvraag.

Helaas hebben wij nog steeds niet kunnen vernemen of er inderdaad sprake is van een draagvlak onder de bewoners van de Hoven met betrekking tot het slopen van hun woningen. Wij hebben al eerder aangegeven dat wij de methode die de Alliantie gebruikt tot het verkrijgen van een draagvlak ongewenst vinden. De bewoners worden individueel benaderd, waarbij zij wel de vraag krijgen voorgelegd of zij willen verhuizen en hun voorkeur aan willen geven voor een type nieuwe woning, maar niet de vraag gesteld krijgen of hun voorkeur uit gaat naar het niet slopen van hun woning.

Wij constateren dat in het ontwerpbestemmingsplan nog te weinig rekening is gehouden met voldoende fietsvoorzieningen. U geeft aan dat pas bij het maken van een definitief bestemmingsplan het fietsparkeren op adequate wijze zal worden ingepast, rekening houdend met de mogelijkheden die de buurtas en het plein ook nog bieden. Wij vinden dat de fietsvoorzieningen onderbelicht zijn, terwijl de fiets een zeer belangrijk vervoermiddel naar het zwembad is. Wij verzoeken u de fietsvoorzieningen in het bestemmingsplan duidelijk op te nemen en exact aan te geven waar deze komen.

Met betrekking tot het in dit plan voorziene hostel en de te verwachten overlast zijn wij niet gelukkig met het feit dat het hostel in een woongebouw is voorzien.

De Verbeelding geeft wat betreft de buurtas geen duidelijkheid over de plaats van de in- en uitrit van de parkeergarage van het zwembad. Voor de bewoners van de Spreeuwenstraat is het, i.v.m. mogelijke overlast, wel degelijk van belang te weten waar de in- en uitrit uiteindelijk gepositioneerd zal worden. Het ontbreken van een duidelijke plaatsbepaling op de Verbeelding is ons inziens in strijd met de rechtszekerheid. We verzoeken u dit alsnog aan te geven waar de genoemde in- en uitrit komt.

Wij hebben bedenkingen tegen de invulling van de onderste bouwlaag van de gebouwen aan het Valleikanaal omdat hierin maatschappelijke- en horeca categorie A voorzieningen, dienstverlening en kantoren zijn voorzien. Veel wordt bestemd als woon/werk gemengd, dus dubbel bestemd. Hoe verhoudt zich dat tot de rechtszekerheid die in een bestemmingsplan gewaarborgd dient te worden? In hoeverre wordt voorkomen, dat van het een niet teveel en van het andere niet te weinig ontstaat? Hoe is dat te handhaven?

Sportcomplex. Het onderzochte ontwerp voldoet niet aan de richtwaarden voor een rustige woonwijk. Met kunst en vliegwerk wordt een redenering opgebouwd, waarbij sprake is van een optimalisatie waardoor de gemeente Amersfoort kan oordelen dat het plan voldoet aan het beginsel van een goede ruimtelijke ordening. Wij zijn van mening dat dit ook weersproken kan worden! (blz. 46). Graag ontvangen wij helder inzicht in de richtlijnen van het Activiteitenbesluit en de richtwaarden voor een rustige woonwijk.

  1. Leefbaarheid

Wij zijn nog steeds van mening dat dit onderhavige plan te grootschalig en te dicht bebouwd gaat worden. Zeker nu het aantal woningen niet vast staat. De huidige marge van minimaal 750 en maximaal 870 woningen t.o.v. van het huidige aantal woningen van ongeveer 160 vinden wij teveel. Wij vrezen dat dit een aantasting van de leefbaarheid met zich meebrengt. Wij constateren ook dat er tussen de woongebouwen weinig of geen groen te bespeuren valt. De dichtheid en het ontbreken van voldoende groen bevordert de leefbaarheid naar onze mening niet. Wij vinden dit plan, ook op dit onderwerp, weinig aanlokkelijk.

  1. Verkeer

In de startnotitie is als randvoorwaarde opgenomen “Optimale verkeerskundige doorstroming op de Hogeweg”. De samenvatting van de MER, d.d. juni 2010, formuleert dit als het waarborgen van de verkeersdoorstroming en ontsluiting voor alle modaliteiten. De MER procedure is vervolgens uitgegaan van het Verkeersmodel Amersfoort en het Verkeersmodel Rijkswaterstaat, conform de plansituatie A28 met verbreding.

Wij hebben al aangegeven dat er sprake is van grote onzekerheid over de nog te realiseren plannen, die deel uitmaken van de berekeningsmethodiek. Nu onzekerheid bestaat of, wanneer en hoe alle onderliggende plannen worden gerealiseerd, vinden wij de berekeningsmethodiek niet aanvaardbaar voor het juist berekenen van alle consequenties voor een optimale doorstroming. Hierdoor staan alle in het plangebied opgenomen verkeersuitwerkingen onder druk. Behalve dat er een deugdelijke planologische onderbouwing ontbreekt, is ook geen rekening gehouden met een goede ruimtelijke onderbouwing. Dit betekent dat een rechtsgrond voor dit plan en voor alle in dit plan opgenomen verkeersmaatregelen ontbreekt. Alleen al op genoemde rechtsgrond maken wij bezwaar tegen de in dit plan opgenomen verkeersmaatregelen. Wij refereren aan het advies van Grontmij, dat op verzoek van de participatiegroep als second opinion werd gemaakt. De conclusie van deze second opinion was: “de geschetste doorstroming van het autoverkeer op de Hogeweg is alleen te realiseren als de A-28 in staat is het verkeersaanbod te verwerken. Zolang dat niet het geval is, zal terugstuwing van het verkeer op de Hogeweg stagnatie tot gevolg hebben met alle gevolgen van dien”. In de MER procedure staat dat het effect van een file op de A28 geen structurele verandering tot gevolg heeft. (zie blz. 60 toelichting) Wij constateren dat hier dus geen sprake is van een verbetering en dat, zelfs met alle nog niet planologisch vastgestelde plannen ook de MER constateert dat de Hogeweg niet optimaal zal doorstromen, terwijl dit een van de belangrijkste en in de startnotitie vastgelegde randvoorwaarde is.

Ten aanzien van de nu opgenomen voorgestelde goede verkeersoplossingen blijven wij onze bedenkingen houden en wel vanwege onderstaande problemen:

  • De ongelijkvloerse kruising van de Hogeweg met betrekking tot het op een relatief kort stuk gedwongen zijn voor te sorteren. Bovendien is de vraag of komend vanuit het centrum en/of de Operaweg beide verkeersstromen voldoende zicht hebben op elkaar.
  • Het bovenstaande geldt ook voor de ontsluiting van de buurtas op de Hogeweg.
  • De oversteekbaarheid van de Hogeweg bij het Valleikanaal door het ontbreken van een brug die nu niet is opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan.
  • Verkeer op de Hogeweg kan gehinderd worden door een wachttijd/rij op de Operaweg. (zie MER)
  • Om de buurtas in 2012 aan te kunnen leggen is het de bedoeling dat het verkeer op de Hogeweg, via noodwegen met slechts één rijstrook, Amersfoort in- en uit kan. In 2012 zal de A28 nog niet zijn verbreed. Dit heeft tot gevolg dat een doorstroming van het verkeer op de Hogeweg niet gegarandeerd kan worden.

> We verzoeken de Gemeenteraad op basis van het ontbreken van een goede planologische onderbouwing in de MER procedure en het ontbreken van goede en voldoende onderbouwde verkeersuitwerkingen, die  moeten bijdragen aan een optimale verkeersdoorstroming conform de randvoorwaarde in de startnotitie, het ontwerpbestemmingsplan niet goed te keuren. <

  1. Parkeren

De omvang van de te bouwen parkeervoorzieningen staan nog niet vast. (blz. 29) Ook in dit geval is sprake van rechtsonzekerheid. Hierbij moet tevens vermeld worden dat voor het zwembad in combinatie met ondergeschikte horeca en detailhandel een aanvullend aantal parkeerplaatsen nodig zal zijn. In het plan wordt aangegeven dat de parkeervoorzieningen moeten voldoen aan de gemeentelijke parkeernormen en dat de inpassing onderwerp is van verdere studie. Dit vinden wij voor een bestemmingsplan onvoldoende. Het bestemmingsplan dient hierop te worden aangepast en er dient volledige duidelijkheid geboden te worden. Door ook tevens dubbelgebruik op te nemen, wordt het nog dubieuzer of er wel voldoende parkeerruimte is.

In het plan staat vermeld dat gestreefd wordt naar een kostendekkende exploitatie voor het betaald parkeren op zowel maaiveld als in de parkeergarage. Wij vrezen dat dit voor de aangrenzende straten, zowel in als buiten het plangebied, voor overlast gaat zorgen. Hierdoor komt de leefbaarheid onder druk te staan.

  1. Milieu aspecten

Luchtkwaliteit.

Doel is om langs stedelijke wegen bewoners niet bloot te stellen aan onaanvaardbare luchtverontreiniging. Het knooppunt Hogeweg/Rijksweg A28 is verkeerstechnisch gezien het drukste punt van Amersfoort. (blz. 17) Misschien voldoet het drukste punt van Amersfoort formeel wel aan de normen, maar wij vragen ons in alle redelijkheid af of de normen aanvaardbaar zijn. In hoeverre kun je hier een leefbare situatie creëren waarin bewoners ook zonder zorgen in de buitenomgeving kunnen leven. (blz. 18)

Geluid.

Geconcludeerd wordt dat het treffen van verdergaande maatregelen redelijkerwijs niet mogelijk is. (blz. 45) Wij constateren dat dit betekent dat indien er iets tegenvalt, bv. knooppunt Hoevelaken, er een probleem kan ontstaan in het kader van geluidsnormen. Indien één van de onderbouwingen niet wordt gerealiseerd, is o.i. de vraag gerechtvaardigd of de lucht- en geluidskwaliteit dan nog aan de vereisten normen kan voldoen. Ook in dit geval is de rechtszekerheid niet gewaarborgd.

Ecologie.

De ecologische zone langs het Valleikanaal wordt ingericht als ecologische verbindingszone. Waar nodig wordt rekening gehouden met beschermde en bedreigde soorten. Voor de zich in de te slopen Sporthal Schuilenburg bevindende vleermuizen wordt vervangende verblijfsruimte gecreëerd. Wij vernemen graag van u welke vervangende verblijfsruimte u heeft voorzien. Is er inmiddels al een vervolgonderzoek gedaan naar de vleermuizen?

  1. MER

Wij constateren dat de MER procedure is uitgegaan van een aantal onderliggende plannen die nog niet zijn gerealiseerd en waarvan het nog onzeker is of, wanneer en hoe deze worden gerealiseerd. De uitkomsten van de MER procedure zijn daarom op zijn minst onvolledig en naar onze mening niet adequaat toegepast. Wij maken daarom bezwaar tegen een eventuele vaststelling van de MER procedure.

> We verzoeken de Gemeenteraad de MER procedure niet vast te stellen in verband met een onvoldoende en onvolledige onderbouwing <

  1. Regels

Wij constateren dat in de Regels gebruik wordt gemaakt van veel flexibiliteit. Dit conflicteert met de rechtszekerheid die een bestemmingsplan behoort te geven. Enkele voorbeelden zijn:

  • Er is niet vastgelegd welke typologie woningen toegestaan zijn. (blz. 65)
  • Er is sprake van minimale en maximale bouwhoogten en maximale bebouwingspercentages. Deze omschrijving geeft geen duidelijkheid over de concrete bebouwing. De vermelde marges geven te veel vrijheid en dus rechtsonzekerheid.
  • Profiel Operaweg mag met maximaal 5 meter verbreed worden. Wat zijn daarvan de consequenties?
  • De bestemming Wonen (artikel 8.1) biedt wel heel veel mogelijkheden.

Check op artikel 8.5 Specifieke gebruiksregels + 8.6 Afwijking daarvan

> Wij verzoeken U de Regels nader te definiëren zodat er meer rechtszekerheid ontstaat <

  1. Economische uitvoerbaarheid

Er is sprake van subsidietoezeggingen voor onderdelen van dit plan. Aan de toezeggingen  zijn voorwaarden gesteld inzake planning en uitvoering. Aangezien wij van mening zijn dat het huidige ontwerpbestemmingsplan niet voldoet aan een correcte planologische onderbouwing en een goede ruimtelijke ordening, vrezen wij dat die planning niet haalbaar is. Dat zet de economische uitvoerbaarheid onder druk. We moeten helaas constateren dat ook op dit onderdeel het ontwerpbestemmingsplan niet voldoet.

  1. Participatie

Voor het gevoerde participatieproces spreken wij onze waardering uit. Wij zijn helaas niet tevreden over de uitkomsten, zoals die nu verwoord zijn in het ontwerpbestemmingsplan. Dit doet echter niets af aan de inzet van de Gemeente en de Alliantie. Aan openheid, informatieverstrekking en het verwerken van door de participatiegroep aangedragen aspecten is volle medewerking verleend. Een punt waar wij ook waardering voor hebben is, dat de gemeenteraad binnen het budget rekening heeft gehouden met de mogelijkheid voor een second opinion, waarbij opdrachtformulering en aansturing geheel in handen is geweest van de participatiegroep. Dit heeft tot een goed proces geleid.

Helaas vinden wij dat inzake twee punten er sprake is geweest van mismanagement. Het eerste punt is dat de toenmalige wethouder halverwege het proces plotseling de participatiegroep met een eigen standpunt c.q. besluitvorming overviel. Dit heeft tot veel frustratie geleid. Het deed ons genoegen dat de gemeenteraad, na aandringen van de participatiegroep, door middel van een motie voor zijn handelen een stokje heeft gestoken. Tijd nemen voor een afgewogen proces is belangrijk en het tussentijds wijzigen van de spelregels is onaanvaardbaar.

Het tweede punt waarop wij kritiek hebben is het Raadsdebat over de stedenbouwkundige modellen. Tijdens dit debat is onvoldoende rekening gehouden met de wensen vanuit de participatiegroep, die een duidelijk voorkeur had voor een ander minder volgebouwd model. Voor de participatiegroep was het moeilijk te verteren dat niet de inhoud maar de financiën uiteindelijk van doorslaggevende aard bleek te zijn. Wij zijn van mening dat de Raad de financiën als een randvoorwaarde met duidelijke kaders vooraf vast had moeten stellen. Zo dit het geval geweest zou zijn dan had de participatiegroep de mogelijkheid gehad om ook twee financieel gelijkwaardige modellen te laten uitwerken. Die gelegenheid is er nu niet geweest.

> We verzoeken de Gemeenteraad om bij nieuwe participatieprojecten met deze evaluatie rekening te houden <

M.b.t. het participatietraject voor de volgende fase worden onderstaande stappen voorzien:

  • Een consultatiegroep zal het proces op hoofdlijnen volgen en gevraagd en ongevraagd adviseren.
  • Bewoners Hoven kunnen meedenken.
  • Belangstellenden kunnen meedenken via digitale klantenpanels.
  • Voor direct omwonenden Zwembad wordt een apart participatietraject voorzien.
  • Ook worden bewoners en belanghebbenden betrokken bij de inrichting van de openbare ruimte.

Wat betreft deze verschillende trajecten is het de vraag hoe, wie, wat en welke inbreng van enige betekenis zal blijken te zijn en hoe alles op de juiste manier gestroomlijnd zal worden.

> Graag horen wij van u hoe u zich dit precies voorstelt <

Tot Slot.

We verzoeken u rekening te houden met de genoemde op- en aanmerkingen, de plannen daarop inhoudelijk aan te passen en de besluitvorming aan te houden tot er meer plano-logische onderbouwing is. In het geval dat wij achteraf nog niet bekende informatie ontvangen, behouden wij ons het recht voor om onze zienswijzen dienovereenkomstig aan te vullen.