Uitspraak van de Nationale Ombudsman inzake ingediende klacht over de procedure Westtangent.

Het participatieproces voor de aanleg van de Westelijke Ontsluiting (Westtangent) in Amersfoort is intensief, maar helaas weinig zorgvuldig geweest. Dit stelt een zestal bewonerscomités en organisaties die bij de discussie over de Westtangent zijn betrokken. Over deze onzorgvuldigheid en de gevolgen daarvan hebben het Buurtcomité Beroemde Vrouwenbuurt, de Bewoners van BW-laan Noord, Milieudefensie Amersfoort, de Stichting Woonklimaat Berg [SWB], de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort [SGLA] en de Vereniging Behoud Bosgebied Birkhoven Bokkeduinen [VBBBB] in april 2015 een klacht ingediend bij de Nationale Ombudsman. Vooringenomenheid bij het gemeentebestuur, tijdsdruk, gebrek aan informatie en het tussentijds wijzigen van de ‘spelregels’ door de gemeente zijn enkele van de punten die in de klacht bij de Nationale Ombudsman aan de orde worden gesteld.

Uitspraak

De Nationale Ombudsman heeft op 13 september 2016 uitspraak gedaan en heeft naar aanleiding van de klachten over de gemeente Amersfoort bij zijn onderzoek vastgesteld dat: "dit proces precies de spanning tussen participatie en representatie is". Hij vervolgt verder: “Hoe je het ook wendt of keert, het is de raad van de gemeente Amersfoort, het bevoegd gezag, die uiteindelijk de knoop diende door te hakken. En dat ook heeft gedaan.” De Nationale Ombudsman is daarom van mening dat de Gemeente niet onbehoorlijk heeft gehandeld en verklaart de klacht ongegrond.

De Nationale Ombudsman verwijst in zijn uitspraak naar een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) van “Niet buiten de burger rekenen! Over randvoorwaarden voor burgerbetrokkenheid in het nieuwe omgevingsbestel' van februari 2016.

Het SCP stelt hierin "Bij de grote rol die participatie wordt toegedicht, mag en kan het beginsel van representatie niet uit het oog raken. Het Nederlandse politieke bestel is een representatieve democratie: burgers kiezen in vrije verkiezingen de vertegenwoordigers die hen representeren, op alle drie de overheidslagen. Aangevuld met enkele checks and balances is dit het systeem dat het algemeen belang in ons land moet borgen. Participatieve democratie kan daarop aanvullend zijn, maar niet van gelijk gewicht daarmee, anders zou bij voortduring onduidelijk zijn bij welk van de twee beginselen (representatie of participatie) het mandaat ligt om beslissingen te nemen. (...)democratie”.

De Nationale Ombudsman kiest in zijn uitspraak voor de behoudendeopvatting over representatieve democratie boven de participerende burger. Deze conservatieve opvatting lijkt in tegenstelling tot die van zijn voorganger te zijn, die juist meer de burger centraal stelde. Wij betreuren het dat de Nationale Ombudsman zich niet heeft willen branden aan deze kwestie. De slogan op de website van de Nationale Ombudsman is: Gaat het mis tussen u en de overheid? Wij staan voor u klaar. Het is ons niet duidelijk welke rol de Nationale Ombudsman nu wil spelen in de relatie tussen burger en overheid.

Ook vrezen wij dat, door deze uitspraak de bedoeling van de wetgever met betrekking tot de rol van de participerende burger, bijvoorbeeld in het kader van de nieuwe omgevingswet, zal worden geminimaliseerd. De gemeenteraad kan immers n.a.v. deze uitspraak alle uitkomsten van participatie zonder motivatie naast zich neerleggen.

Het is duidelijk dat ook in Amersfoort een inhoudelijke discussie moet worden gevoerd over wat er wordt gedaan met de inbreng van participanten. Wil de kloof tussen de burger en de politiek niet verder worden vergroot, dan zal het verwachtingsmanagement over participatie moeten worden verbeterd. Dit is ook conform de aanbeveling van de Nationale Ombudsman.

De discussie over de Nut en Noodzaak van de Westelijke Ontsluiting zal nu eerst in de Amersfoortse politiek moeten worden gevoerd en daarna zal de inhoudelijke toetsing aan de Raad van State moeten worden overgelaten.

Inspreken bij Ontwikkelingsvisie Over de Laak

Inspreken bij Ontwikkelingsvisie Over de Laak

Namens de SGLA: Peter de Langen

24 mei 2016

Geachte Raadsleden,

Allereerst een korte opmerking over de presentatie van de ontwikkelaars. Deze geeft wel een heel vertekend beeld met de enorme uitvergroting van het groen en de “piepkleine” bebouwing in het midden. Het gaat in dat plan wel om 125 tot 200 woningen! U zult begrijpen dat wij hier niets in zien.

N.a.v. de opmerkingen over de invulling van het eilandje in de Laak, als de Raad hiertoe opdracht heeft gegeven, verzoeken wij om dit openbaar te maken en te publiceren.

Het College heeft de kaders die bij de peiling van 8 december 2015 zijn meegegeven juist prima uitgewerkt en de nu op schrift gestelde "ontwikkelingsvisie Over de Laak" verdient derhalve een compliment. Het voorstel omvat recreatie, natuur en behoud van de kwaliteiten van het bestaande polderlandschap en geeft geen ruimte voor de grootschalige bebouwing die de ontwikkelaars voorstellen. Wij zijn blij dat het College de druk van de ontwikkelaars heeft kunnen weerstaan en een voorstel heeft uitgewerkt dat op onze waardering en steun kan rekenen.

Wij vinden dat de verantwoordelijk wethouder een pluim verdient en die willen wij daarom graag geven.

Wij gaan er vanuit dat uw Raad dit voorstel ook kan omarmen en de vinger aan de pols houdt bij de verdere ontwikkelingen.

Dank voor uw aandacht.

Nationale Ombudsman doet aanvullend onderzoek n.a.v. klacht Participatie Westelijke Ontsluiting

PERSBERICHT d.d. 26 april 2016

Nationale Ombudsman doet aanvullend onderzoek n.a.v. klacht Participatie Westelijke Ontsluiting

 

De Nationale Ombudsman heeft een Voorlopig Verslag van Bevindingen gemaakt op basis van de klacht over het participatieproces met betrekking tot de Westelijke Ontsluiting dat door een aantal bewonersorganisaties is ingediend. Op basis van deze bevindingen doet de Nationale Ombudsman nader onderzoek en heeft hij de Gemeente Amersfoort een aantal onderzoeksvragen voorgelegd.

Allereerst heeft de Nationale Ombudsman de klacht als volgt geformuleerd:

Verzoekers klagen er over dat de gemeente Amersfoort bij de besluitvorming over de Westelijke ontsluiting:

  • haar eigen beleidsregels rond      participatie niet heeft nageleefd;
  • deze regels gedurende het      besluitvormingsproces heeft gewijzigd en
  • hen na februari 2013 niet meer      om advies heeft gevraagd, terwijl dat op basis van de door de gemeenteraad      vastgestelde regels wel had gemoeten

De vragen die de Nationale Ombudsman vervolgens in het kader van zijn onderzoek aan het College van B&W heeft voorgelegd zijn:

  1. Kunt      u nader motiveren waarom u tot de conclusie bent gekomen dat de rol van de      Participatiegroep niet is gewijzigd en daarbij ingaan op hetgeen      verzoekers daarover opmerken?
  2. Kunt      u, met inachtneming van de opmerkingen van verzoekers, motiveren waarom u      van mening bent dat de gemeente Amersfoort haar eigen regels rond      participatie wel juist heeft nageleefd?
  3. Kunt      u aangeven waarom u van mening bent dat met het besluit van de      gemeenteraad van 9 juli 2013, waarin is vastgelegd dat de nadere uitwerking      met de direct belanghebbenden plaatsvindt, is voldaan aan het      participatieniveau 'adviseren', zoals vastgelegd in de nota 'Participatie      en inspraak in Amersfoort, uitgangspunten, spelregels en      afwegingsinstrumentarium' van maart 2009?

De Gemeente heeft 4 weken de tijd om hierop te reageren. De bewonersgroepen hebben daarna nog de gelegenheid om te reageren.

In de eerste plaats zijn wij blij met het onderzoek. Daarnaast verwachten wij  dat in het kader van een zorgvuldige behandeling nu het bestemmingsplan Westelijke Ontsluiting niet eerder aan de Gemeenteraad kan worden aangeboden, dan het onderzoek van de Nationale Ombudsman is afgerond. Immers zonder de uitkomsten van dit onderzoek kan de Gemeenteraad niet beoordelen of er sprake is van een zorgvuldig proces. Mocht het College toch overwegen het bestemmingsplan eerder vast te willen stellen, dan zal o.i. dit zwaar wegen bij een eventuele procedure bij de Raad van State.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De klacht is ingediend door:

Buurtcomité Beroemde Vrouwenbuurt, de Bewoners BW-laan-Noord, Milieudefensie Amersfoort,

Stichting Woonklimaat Berg, Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort en de

Vereniging Behoud Bosgebied Birkhoven Bokkeduinen.

=================================================================================

Met vriendelijke groet

Peter de Langen

Voorzitter Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA)

Peiling Strategie Sociale Woningbouw

Peiling Strategie Sociale Woningbouw

Van:        SGLA

Datum:   25 april 2016

Geachte Raadsleden,

De SGLA zal de Peiling Strategie Sociale Woningbouw én de bijbehorende bijlagen bespreken op de eerstvolgende ledenvergadering. Het gaat om een stads brede Strategie waarvan wij vinden dat deze ook stads breed besproken moet worden. Dit is tegelijkertijd ons eerste kritische punt op deze Strategie sociale woningbouw. Er worden veel locaties genoemd, zonder dat hierover met bewoners in de betreffende wijken en buurten is gesproken. Het is helaas dus weer het oude liedje. Wij betreuren dit ten zeerste.

Wij verzoeken u dus geen standpunten in te nemen over de diverse locaties maareerst met bewoners c.q. belanghebbenden in gesprek te gaan. Wie weet komen er nog verrassende effecten uit voort.

Omdat wij veel vragen hebben, leggen wij deze aan u voor met het verzoek deze in uw discussie mee te nemen:

  1. De Strategie sociale woningbouw geeft een vage onderbouwing van de noodzaak voor meer bouwlocaties. Wij hadden, mede n.a.v. de toezegging hierover, een uitgebreide en meer specifieke onderbouwing verwacht.
  2. Wij zien geen bouwlocaties uit de regio opgenomen, terwijl daar toch nog diverse bouwplannen zijn. Met betrekking hiertoe onze vraag: hoeveel sociale woningen moeten er op dezelfde termijn in totaal nog in de regio gemeentes gerealiseerd worden? Zijn Nijkerk en Barneveld meegerekend?
  3. Wij zien geen relatie opgenomen met de bouwplannen van bijvoorbeeld de steden Utrecht, Amsterdam en Almere. In het verleden is gebleken dat Amersfoort een alternatief is voor de Randstad, zolang daar niet wordt gebouwd. Utrecht, Almere en Amsterdam zijn direct in beeld zodra daarwel wordt gebouwd. De concurrentie met Leidsche Rijn is niet in beeld gebracht. Dit lijkt ons onverstandig. Een juiste analyse en volledige analyse hierover lijkt ons noodzakelijk.
  4. Graag vernemen wij hoe de gemeente invloed wil uitoefenen op doorstroming van zgn. scheefwoners. Met de huidige huurprijzen van sociale woningbouw is het trouwens de vraag of er nog wel sprake is van scheef wonen. Met betrekking tot dit punt is inmiddels al vast komen te staan dat steeds meer huurders hun huur niet meer kunnen betalen. Dit mede i.v.m. het feit dat voor de sociale woningbouw in 2013, 2014, 2015, en 2016, dus dit jaar voor het 4e opeenvolgende jaar, de huren in 3 categorieën, t.w. inkomens tot ca. 34.500; vervolgens tot ca. 44.000 en tot slot boven de 44.000 resp. met tussen de 2,5 en 5 of 6% verhoogd zijn.
  5. De druk op de woningbouw is ook tot stand gekomen door de toewijzing aan urgente gevallen. Er is geen duidelijke verklaring toegevoegd om wat voor soort gevallen het gaat. Is bijvoorbeeld het slopen van goedkope sociale woningbouw een oorzaak? Hebben zittende huurders van die woningen c.q. complexen voorrang gekregen? Hoe zit het met de verkoop van sociale huurwoningen en is er daardoor extra druk ontstaan op de woningmarkt?
  6. Is het systeem van woningtoewijzing mede oorzaak van de druk op de woningmarkt? Is er sprake van toename door de regionale verdeling of juist niet. Waarom is dit niet in de analyse meegenomen?
  7. Is de lijst van woningzoekenden bepalend geweest voor de strategie sociale woningbouw en zo ja, is deze lijst ook “geschoond”?
  8. Is er al een analyse gemaakt of de beoogde kantoorlocaties geschikt zijn voor woningbouw en zo ja om hoeveel woningen gaat het dan?
  9. Is er al een analyse gemaakt m.b.t. hoeveel woningen er op De Hoef kunnen worden gerealiseerd en wordt daarbij ook aan voorzieningen gedacht als winkels en parkeren.
  10. Waarom moet de Gemeente extra geld investeren in sociale woningbouw terwijl dit de taak is van de corporaties? Bij de kadernota zullen jaarlijks budgetvoorstellen worden gedaan op basis van kansrijke locaties en financiële condities en zal worden bezien in hoeverre werkkapitaal aangevuld moet worden. Is de financiële positie van de Gemeente al van dien aard dat de kadernota hiervoor genoeg ruimte biedt?
  11. Indien De Alliantie, Portaal en Omnia Wonen in het kader van de regiovorming (Woningwet) niet meer mogen investeren in Amersfoort, overweegt de Gemeente dan een eigen Woningbedrijf.
  12. Naast sociale woningbouw, zo wordt gezegd, zullen ook duurdere woningen moeten worden gerealiseerd. Op welke analyse is dit gebaseerd en wat zijn hiervan de consequenties voor de totale woningbouw op binnenstedelijke locaties?
  13. Is er over de zgn. kansrijke locaties al overleg geweest met bewoners c.q. belanghebbenden? [par. 4.7] Zo ja, wanneer en zo niet waarom niet? Hoe denkt men en/of gemeente draagvlak te krijgen, als niet op voorhand samenwerking wordt gezocht? Wat zijn de criteria geweest voor het mogelijk kansrijk zijn?
  14. De lijst kansrijke locaties is “dynamisch”. Wat zijn de criteria voor het al dan niet doorgaan? Er is sprake van een “groslijst” met zoeklocaties. Zijn de locaties die niet op de dynamische lijst zijn terecht gekomen nu definitief afgevallen?
  15. Er wordt gesproken over een zgn. “Intaketeam” en over het meegeven van randvoorwaarden aan initiatiefnemers. Welke zijn dat? Is één van die randvoorwaarden ook het vroegtijdig betrekken van bewoners, voordat er al uitgewerkte plannen zijn? Zie ook paragraaf 4.7 waarbij er sprake is van “kunnen” en “informeren” i.p.v. samenwerken.
  16. Is de positie van bewoners gelijk aan die van ontwikkelaars? Of wordt voor de laatsen de rode loper uitgelegd en hebben bewoners per definitie een achterstand in de besluitvorming?
  17. In de “Lokale Actiegroep”(paragraaf 4.5) is iedereen vertegenwoordigd, behalve …. de bewoners. Waarom?
  18. Hoe kan het dat belangrijke ecologische verbindingszônes zijn opgenomen in bijlage 4 zoals de Kop van Schothorst en de Valleikanaalzône, terwijl de laatste eerder zelfs was vervallen?
  19. Heeft de gemeente onderzocht wat bij vergaande verdichting de gevolgen zijn voor de leefbaarheid? Is er een soort norm (SMART) te bepalen?
  20. Wat wordt bedoeld met het optimaliseren van AV-locaties? Moeten wij daarbij denken aan zgn. Okselprojecten, dus het aanbouwen en optoppen van bestaande complexen? Dit heeft in het verleden voor veel onrust gezorgd. Hoe wordt de rol van zittende bewoners geborgd?
  21. Wat wordt de rol van de Raad in haar controlerende en volks vertegenwoordigende taak in deze strategie sociale woningbouw? Wanneer en hoe kunnen bewoners hierover terecht bij de Raad?
  22. In deze strategie sociale woningbouw is Vathorst West niet genoemd. Mogen wij er vanuit gaan dat deze locatie nu van de baan is?

Wij zijn van mening dat nu er nog zoveel vragen zijn, u als Raad, nog niet zondermeer akkoord kunt gaan met deze strategie sociale woningbouw. Aangezien 2 minuten veel te kort is om al deze zorgpunten aan de orde te stellen, hebben wij er voor gekozen om u vooraf onze vragen schriftelijk te doen toekomen en mede daardoor onze zorgen kenbaar te maken.

Betreft: Bijdrage Ronde Tafel Participatie 5 april

Betreft: Bijdrage Ronde Tafel Participatie 5 april

Amersfoort, 31 maart 2016

Geachte Raadsleden,

Op 5 april is er een Ronde Tafelgesprek over Participatie. Wij willen u onze gedachten daarover alvast per (openbare) brief aan u toezenden, zodat u dit kunt betrekken bij uw gesprek.

Voorzet bij procedures Ruimtelijke Ordening.

Het is altijd van belang dat voordat een RO-plan wordt opgesteld het draagvlak in buurt en/of wijk wordt getoetst. (wordt ook eis in de nieuwe Omgevingswet)

Door middel van de voorwaarde, dat een eenvoudige aanvraag voor een ontheffing en/of vergunning met vooraf fiattering door direct belanghebbende[n] [bijv. buren], wordt het mogelijk gemaakt de ontheffing en/of vergunning direct te verlenen.

Bij ruimtelijke plannen van Gemeente en/of een Ontwikkelaar zou vooraf altijd eerst een buurt/wijkonderzoek moeten plaatsvinden, waarbij gebruik gemaakt moet worden van bestaande én nieuwe structuren van de woonomgeving. Bij het onderzoek moeten de volgende vragen aan de orde komen:

  • Heeft de buurt/wijk bezwaren tegen de voorgenomen      plannen en zo ja welke?
  • Zijn de bezwaren zwaarwegend (dus een duidelijk nee      tegen de plannen)?
  • Zijn de bezwaren op te lossen door de plannen aan      te passen?
  • Is de buurt/wijk bereid mee te denken m.b.t.      voorstellen dan wel aanpassingen van de plannen?
  • Kan er een Participatiegroep gevormd worden om op      basis van gelijkwaardigheid

                de plannen nader uit te werken?

  • Welke criteria zijn van toepassing
  • Moet er een meer of minder ingrijpende bestemmingsplanwijziging      plaatsvinden?
  • Passen de plannen (globaal onderzoek) binnen de      structuurvisie qua randvoorwaarden, bestemming, hoogte etc.?
  • Zijn er milieutechnische of andere problemen      (globaal onderzoek) te verwachten?
  • Is er sprake van (grootschalige) kap dan wel      aanmerkelijk verlies van natuurwaarden?
  • Etc.

Op basis van dit buurt/wijkonderzoek wordt een rapportage gemaakt en voorgelegd aan de Raad voor een Rondetafelgesprek met ontwikkelaar en bewoners.

Afhankelijk van de uitkomsten van dit Ronde Tafelgesprek beslist de Raad:

  1. Plannen worden stopgezet. Dit gebeurt op basis van      argumenten die besproken moeten worden.
  2. De gemeente wordt gevraagd een voorstel te maken      voor een Programma van Eisen dat ter besluitvorming (peiling met      mogelijkheid tot inspreekrecht) aan de Raad wordt voorgelegd. Daarna volgt      de nadere uitwerking met participatie. Uitwerking met participatie kan      wanneer er weinig weerstand is en er bereidheid is (van alle      betrokkenen/belanghebbenden) om tot planvorming te komen. Een Programma van      Eisen is dan het toetsingskader.
  3. Plannen kunnen nader worden uitgewerkt door      Participatiegroep en Ontwikkelaar op basis van gelijkwaardigheid.      (co-creatie) Dit uitgewerkte plan wordt daarna voorgelegd aan de Raad ter      bespreking. Dit kan voor gevallen waarin veel weerstand op de voorgestelde      plannen wordt ondervonden, maar wel bereidheid is om te komen tot      planvorming op de betreffende locatie.
  4. Plannen roepen geen weerstand op en kunnen worden      uitgewerkt met de normale participatie.

Wij verzoeken u deze brief op te nemen onder de vergaderstukken van de agenda, zodat deze brief ook voor een ieder toegankelijk is.

Met vriendelijke groeten

Namens

Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort

Peter de Langen

Voorzitter