Diversen

CSG Project: Forum op 15nov2014

Het CSG-project: geslaagde of gesneefde ambities?

Forumdiscussie op zaterdag 15 november 2014.

Bijna dertig jaar geleden presenteerde het Amersfoortse gemeentebestuur het CSG-project. Doel van het project was de omvangrijke stedelijke vernieuwing van de Amersfoortse binnenstad. Het centrum van de stad moest worden vernieuwd en uitgebreid om in de behoeften van de snel groeiende stad te voorzien.

Gedurende een kwart eeuw is veel gerealiseerd, zoals het stationsgebied, het project Puntenburg, het Gildekwartier, het Eemplein, woningbouw rondom de Vlasakkerweg en nieuwe winkelgebieden zoals het Jorisplein, Amicitia en het kinderparadijs op het Mooiersplein. Gedurende een kwarteeuw werden plannen aangepast, sneuvelde ambities en werden oplossingen gezocht voor nieuwe wensen. Het gebied rondom het Centraal Station, de Eem en het stadhuis veranderde van gezicht. Veel ouds ging verloren, het CSG-gebied werd grootstedelijke. Mensen en bedrijven moesten plaats maken voor de nieuwe plannen. Voor- en tegenstanders gingen met elkaar in discussie en nieuwe vormen van burgerparticipatie werden uitgeprobeerd.

Na zo’n vijfentwintig jaar is het moment aangebroken om terug te zien. Wat ging er goed, waar ontstonden problemen? Waren ambities te hoog gegrepen en kon er worden teruggegrepen op een heldere visie? Wat is er te leren uit de ervaringen die werden opgedaan bij de uitvoering van de CSG-plannen en wat zijn lessen voor de toekomst?

Dit was ook de rode draad in een tentoonstelling die werd georganiseerd door het Wijkmuseum Soesterkwartier. Deze tentoonstelling wordt 15 november afgesloten. De afsluiting is aanleiding voor het organiseren van een forumdiscussie.

De organisatie van deze bijeenkomst is in handen van de SGLA, in samenwerking met het Museum Soesterkwartier. Tijdens de te voeren discussie staan drie thema's centraal: komt het stedenbouwkundig resultaat van de CSG-operatie overeen met de oorspronkelijke uitgangspunten, hoe heeft het CSG-project zich financieel ontwikkeld en welke rol heeft de bewonersparticipatie hierbij vervuld? Tijdens de te voeren discussie staan drie thema's centraal: komt het stedenbouwkundig resultaat van de CSG-operatie overeen met de oorspronkelijke uitgangspunten, hoe heeft het CSG-project zich financieel ontwikkeld en welke rol heeft de bewonersparticipatie hierbij vervuld?

De forumbijeenkomst vond plaats op zaterdag 15 november 2014. De Aan het forumgesprek werd deelgenomen door Jan van Belkum (architect), Godfried Reuser (voormalig projectleider CSG), Shyam Khandekar  (stedenbouwkundige), Willem Hamels (voormalig voorzitter Belangenvereniging Soesterkwartier) en Roelie Norp (oud-SGLA-bestuurder). Discussieleider was Peter de Langen, voorzitter van de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA).

Korte impressie van de paneldiscussie

  1. Stedenbouwkundige visie CSG

  • Drie polen vormden de basis voor het CSG-project: Centraal Station, Themacentrum en het oude centrum van de stad.  De noodzakelijke samenhang tussen de drie polen van het CSG-project is in onvoldoende mate gerealiseerd, wat is daarvan het gevolg

Gezamenlijk wordt geconcludeerd dat de drie polen niet geheel zijn gerealiseerd. De Noordzijde van het station heeft een betere samenhang gekregen met het Soesterkwartier en het Eemplein dan de zuidkant. De stations route wordt nog steeds ervaren als onlogisch en door de vele leegstand ook als “no-go area” De looprichting vanaf station naar de binnenstad heeft niet de verbinding gekregen die was bedoeld. De Stadsring is ook niet de winkelboulevard geworden, koopgoot Amicitia wordt als mislukking ervaren. Een directe verbinding tussen Eemplein en Binnenstad is er ook niet gekomen. Sommige deelnemers vinden dat er meer sprake is van scheiding dan verbinding, voornamelijk de binding van het Eemplein met het Soesterkwartier wordt gescheiden door de Nieuwe Poort en de enorme hoogbouw rond de Amsterdamseweg.

De infrastructuur was in eerste instantie niet goed uitgewerkt. Volgens stedenbouwkundige Khandekar worden grootschalige plannen ook te veel bepaald door technische invulling van verkeersinrichting modellen. Daardoor ontstaat een te grote druk op de openbare ruimte.

  • Het Soesterkwartier zou “dichter” bij het stadscentrum komen, maar de Groningerstraat is een nieuwe barrière voor het oorspronkelijke Soesterkwartier

Dit wordt door de deelnemers niet zo beleefd. Puntenburg heeft juist de binnenstad dichter bij het Soesterkwartier gebracht. Mede door de inbreng van stedenbouwkundige Khandekar is dit meer ontwikkeld op de maat en schaal van Amersfoort. Zichtlijnen op de Henricuskerk en een klein stukje op de Onze Lieve Vrouwetoren zijn hersteld. Ook de situatie rond de Brouwerstunnel is dank de inzet van bewoners uiteindelijk sociaal veilig geworden. Verkeerskundig is er wel twijfel over de Groningerstraat.

  • Het CSG-project moest de centrumfunctie van Amersfoort versterken, hierin is het onvoldoende mate geslaagd

Dit wordt door de deelnemers niet bevestigd. Men geeft aan dat er meer werkgelegenheid is gekomen en dat dit ook goed is voor de regio. De bekendheid van Amersfoort is gegroeid.

  1. Financiële gevolgen CSG

  • Voor het CSG-project ontbrak een realistische financiële onderbouwing

Voor de deelnemers is dit moeilijk te beoordelen. Feit is dat begonnen is met een risicoreserve van 50 miljoen gulden en dat in de loop der jaren de tekorten werden gedekt door bijdragen uit de grondexploitaties van Amersfoort Noord. Dat geld kon daardoor niet anders besteed worden. Het totaal aan gemeentelijke bijdragen, ook door bijvoorbeeld extra infrastructuur en sanering, werd door de deelnemers divers ingeschat. De conclusie was dat dit wel een onderzoekje waard was.

  • De PPS constructie met de OCA heeft geleid tot een duurder plan, waarbij tekorten bij de uitvoering van het CSG-project zijn gedekt uit de grondexploitaties in Amersfoort-Noord.

De Publiek Private Samenwerking (PPS) met de Ontwikkelingsmaatschappij Centrumplan Amersfoort (OCA) was voor ontwikkelaars duidelijk beter dan voor de Gemeente. Ontwikkelaars hoefden de grond pas over te nemen als er sprake was van een daadwerkelijke invulling. Het risico lag dus volledig bij de Gemeente. Hierdoor ontstond een situatie waardoor “iedereen elkaar in de tang hield” Door alle deelnemers wordt aangegeven dat het vaak een onwerkbare situatie was. Het was volstrekt onduidelijk wie aan het roer stond. Doordat de ontwikkelaars een te grote invloed hadden op de plannen is er vanaf het begin veel wantrouwen vanuit de bevolking geweest. Dit is ook niet weggenomen door de presentatie van de plannen door het gemeentebestuur, waardoor het wantrouwen werd bevestigd.

  1. Bewonersinvloed op het CSG

  • De grootschalige kritiek op de CSG-plannen en de verkiezingsuitslag van 1990 heeft uiteindelijk geleid tot een kleiner plan

    Er wordt door de deelnemers betwijfeld of het plan in zijn totaliteit uiteindelijk kleiner is geworden. Ook hier zou een onderzoekje op zijn plaats zijn.

    Er is veel kantoorruimte verwezenlijkt en ook wordt verondersteld dat het aantal geplande woningen uiteindelijk is gerealiseerd.

  • De grootschalige plannen voor het deelgebied Puntenburg zijn dankzij burgerparticipatie op terechte wijze ingrijpend en meer op de maat en schaal van Amersfoort aangepast

    De deelnemers zijn het hier over eens.

    Conclusies

  • Het CSG-project, zoals dertig jaar geleden gepresenteerd, paste niet bij de maat van de stad en was een te grote opgave voor het gemeentebestuur en het ambtelijke apparaat

  • De vorm van samenwerking in deze specifieke PPS constructie was niet goed

  • Het wantrouwen bij de presentatie van de plannen werd gevoed doordat burgers op geen enkele wijze echt werden betrokken bij de plannen.

  • De ambtelijke organisatie was niet goed voorbereid op dit grootschalige plan

  • Het was onduidelijk wie de regie voerde over de plannen, de Gemeente of de ontwikkelaars (OCA).

  • De gewenste drie polen zijn niet volledig gerealiseerd

  • Techneuten bepalen te veel de inrichting

Aanbevelingen

  • Bij nieuwe plannen maken we vanaf het begin gebruik van de kennis uit de stad en maken we op basis van gelijkwaardigheid en samenwerking met burgers betere plannen

  • Verbondenheid en samenwerking leiden tot een gezamenlijk inzet om goede plannen te realiseren

  • Beter is kleinschalige projecten te ontwikkelen dan een heel grootschalig plan.

  • Zorg vanaf begin voor een duidelijk financieel eindplaatje en weest uitermate voorzichtig met PPS constructies

  • De openbare ruimte moet vanaf het begin leidend zijn voor de inrichting van de stad. Kwaliteit staat voorop en wordt mede bepaald door Maat, Schaal, Vormgeving, Bestaande woningbouw en eigen karakteristiek van de verschillende wijken in Amersfoort.

  • Laat de auto niet domineren en kijk verkeerskundig ook naar mogelijkheden in de toekomst (ander soort auto’s). Laat niet de techneuten te veel bepalen.

  • Het gaat om Mensen in de stad! Leefbaarheid is het uitgangspunt.

Brief naar Gemeenteraad Forum CSG 15 nov2014

Aan de leden van de gemeenteraad

15 november j.l. vond een forumdiscussie plaats over de ontwikkeling van het CSG-gebied. Na bijna dertig jaar ontwikkelen is het CSG-project vrijwel afgerond, slechts het Trapezium en twee open plekken aan het Eemplein wachten nog op een invulling. Wanneer deze invulling plaatsvindt, is nog ongewis. Het motto van de forumdiscussie was: Het CSG-project: geslaagde of gesneefde ambities. Een verslag van de bijeenkomst vindt u bijgesloten.

Het SGLA-bestuur biedt u het verslag aan omdat het een voorbeeld zou kunnen zijn voor wijze waarop een project, dat de stad jarenlang heeft beziggehouden, kan worden afgesloten. Te vaak wordt er na afsluiting van een project niet teruggeblikt en worden vragen onbeantwoord zoals: is de uitvoering eigenlijk wel gerealiseerd zoals dat bij de oorspronkelijke besluitvorming voor ogen stond, hoe is het project in de stad ‘geland’, werden burgers en betrokken organisaties voldoende bij de ontwikkeling en de voortgang betrokken, heeft de uitvoering van het project binnen de vooraf gestelde financiële kaders plaatsgevonden en – in het bijzonder – wat kunnen de raad en de stad leren uit de voortgang van uitvoering en het uiteindelijke resultaat.

Nu de uitvoering van de CSG-plannen kort voor zijn afronding staat, is er sprake van vragen die nog niet zijn beantwoord. Is het oorspronkelijke aantal woningen gerealiseerd, en zo nee: waarom niet en hoe is de gemeenteraad bij het afwijken van de geplande opgave betrokken? Heeft de financiering plaatsgevonden overeenkomstig de oorspronkelijke opzet en zo nee: waarom niet, hoe zijn tekorten gedekt en welke invloed heeft dit gehad op de prioriteiten binnen het totale gemeentelijke beleid zoals dat de raad voor ogen stond? De discussie die in november plaatsvond, legde nog openstaande vragen bloot. Beantwoorden van deze vragen kan lessen voor de toekomst opleveren

Projectevaluaties vinden tot nog toe veelal uitsluitend plaats indien problemen zijn opgetreden, met name op het financiële vlak. Een recent voorbeeld is het Eemhuis. Hiernaar is op verschillende manieren onderzoek verricht, maar over de ontwikkeling van het gehele Eemplein heeft geen evaluatie plaatsgevonden. Dit, hoewel er best aanleiding toe kan zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van de ambities, de uiteindelijke functie, het parkeerbeleid etc. Veel van deze ervaringen zouden een rol kunnen spelen bij toekomstige projecten. En er zijn uiteraard meer voorbeelden, bijvoorbeeld op het terrein van de stadsvernieuwing, het verkeer in onze stad, het beheer van de openbare ruimte, ontwikkelingen binnen de volkshuisvesting en dergelijken.

Uiteraard heeft de Rekenkamer op dit punt een taak. Maar de capaciteit en werkwijze van de Rekenkamer staan een structurele procedure bij het afsluiten van een project in de weg. Op dit punt zou de gemeenteraad nadere initiatieven moeten nemen.

Het bestuur van de SGLA zou graag met leden van de gemeenteraad van gedachten willen wisselen over het bovenstaande. Het SGLA-bestuur is bereid om het bovenstaande voorstel, in nauw overleg met de gemeenteraadsleden en anderen in de stad, verder uit te werken. Het zou jammer zijn indien ervaringen die bij het werken in de stad worden opgedaan, onvoldoende aandacht krijgen. Zowel de raad als de burgers in de stad kunnen bij een goede beleidsevaluatie alleen maar winnen!

WOB Verzoek Verkeersmodellen Westelijke Ontsluiting

Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort

 

¿¿

                                                                                                                                                                                       E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

                                                                                                                                                                                                                    Website: www.sgla.nl

 

Correspondentie adres:

Drapiersgilde 119

3813 GV Amersfoort

 

 

College van Burgemeester en Wethouders

Gemeente Amersfoort

Stadhuisplein 1

3811 LM Amersfoort

 

 

Betreft: WOB Verzoek Verkeersmodellen Westelijke Ontsluiting

 

 

Amersfoort, 20 februari 2015

 

 

Geacht College,

 

De Wet Openbaarheid van Bestuur (nader te noemen WOB) geeft in artikel 2 het volgende aan:

 

Artikel 2

  • 1.Een bestuursorgaan verstrekt bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat daarbij uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie.
  • 2.Het bestuursorgaan draagt er zo veel mogelijk zorg voor dat de informatie die het overeenkomstig deze wet verstrekt, actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar is.

 

Wij constateren dat met betrekking tot de besluitvorming rond de Westelijke Ontsluiting essentiële informatie ons wordt onthouden, waardoor wij niet in staat zijn de wel verstrekte informatie te toetsen. Wij doelen hierbij specifiek op berekeningen van het nieuwe verkeersmodel 2014. Er worden in het concept- ontwerpbestemmingsplan op blz. 14, 15 slechts enkele tabellen beschreven zonder nadere onderbouwing en zonder vergelijking met eerdere modellen en varianten. Bij de bijlagen op de website als onderbouwing van het concept ontwerpbestemmingsplan ontbreken verkeersrapporten. In het concept ontwerpbestemmingsplan ontbreekt de input van het verkeersmodel 2014.

 

Wij verzoeken u ter voorbereiding op onze reactie in het kader van het vooroverleg artikel 3.1 .1. Bro én in het kader van de WOB, onder verwijzing van artikel 6.1 van de WOB, ons zo spoedig mogelijk, maar voor 10 maart 2015, onderstaande informatie, bij voorkeur digitaal, toe te zenden:

  1. Een volledige varianten vergelijking van de varianten 0, 2 ook wel de 0+ (de bewonersvariant), 7, 7a en 7b, op basis van een uitwerking van het verkeersmodel 2014 én een vergelijking met het model 2011 zodanig dat een vergelijking van de cijfers mogelijk is, (conform de rapportage die is opgenomen bij raadsbesluit van 9 juli 2013)

  2. De input die voor het verkeersmodel 2014 is gebruikt;

  3. Een vergelijking van de input m.b.t. het verkeersmodel 2011 en het verkeersmodel 2014

  

Indien u kosten voor kopieën en dergelijke in rekening wilt brengen verzoeken wij u dit ons vooraf mee te delen via e-mail Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

Met vriendelijke groet

 

Namens de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA)

 

Mede namens Buurtcomité Beroemde Vrouwen

Mede namens Stichting Woonklimaat Berg

Mede namens Milieudefensie Amersfoort

 

 

 

Peter de Langen,

Voorzitter SGLA

 

Inspreken m.b.t. Keerkring 5, Onderwerp: Structuurvisie Amersfoort 2030 en hoogbouw

Inspreken m.b.t. Keerkring 5, Onderwerp: Structuurvisie Amersfoort 2030 en hoogbouw

Mijn betoog richt zich vooral op de Structuurvisie Amersfoort 2030 en de daarin vervatte notities over de hoogte van nieuwbouw. Ik verwijs ook naar onze eerdere inspreektekst op dit onderdeel.

In de plannen van Vastbouw wordt verwezen naar mooie kaarten waarop hoogbouw in Amersfoort is te zien. Het klopt dat daar hoogbouw staat, maar dit betekent niet dat het beleid is. De gemeente heeft in juli 2013 een structuurvisie vastgesteld. Het doel hiervan is om duidelijke kaders te hebben voor nieuwbouw in de stad en niet voortdurend opnieuw een discussie te moeten voeren over wat wenselijk is. Dit naar aanleiding van de ‘wildgroei’ in hoogbouw in Amersfoort. Denk hierbij aan de Binckestraat, Amsterdamseweg, de Valleikanaal-zone en de Orion. Allemaal gebouwen van vóór de structuurvisie die hier niet meer aan beantwoorden maar wel worden vermeld op de kaartjes van Vastbouw.

In de voorgestelde kaders wordt gesproken over verdichten en verdunnen. Verdichten duidt op het intensiveren van de woonmilieus in en rond het oude centrum, van voorzieningencentra en goed bereikbare knooppunten. Ik citeer: “In het kader van de verdichting stellen we voor om deze onder andere te bereiken met hoogbouw van 5 tot 8 lagen of met stadswoningen (zonder of met kleine tuin). Behalve in de historische binnenstad is hoogbouw als accent op veel plekken mogelijk. Per plek wordt beoordeeld of hoogbouw past (structuur visie blz. 41-43).

Door Vastbouw worden de woorden incident en accent gebruikt om te rechtvaardigen dat hoogbouw hier wel op haar plaats is, maar dit is geen incident. Want hoogbouw is er al op de Binckstraat en aan de Orion. Als hier nog meer hoogbouw wordt geplaatst, is er sprake van een trend. Bovendien is een hoogteaccent niet nodig om op te vallen, zie bijvoorbeeld het pand van Dara bij de Koppelpoort: niet hoog en wél opvallend).

Ook is het opmerkelijk dat deze gemeenteraad zo snel na het vaststellen van een structuurvisie hier al weer van af wil wijken. De structuurvisie wordt breed gedragen en het duurde bijna 3 jaar voordat iedereen er mee instemde. En nu wordt deze consensus terzijde geschoven. Wat is de waarde van langdurige participatie als vervolgens al snel de uitgangspunten vervallen? Kaders hebben toch een doel! Zij dienen als oriëntatie- en toetsingspunt.

Ook is de hoogte is niet nodig voor de financiële haalbaarheid van het plan. De toren heeft slechts 4 appartementen per woonlaag en een verlaging kan (meer dan) gecompenseerd worden door een verbreding van de toren tot de oorspronkelijke breedte.

Stedenbouwkundig was is in 2003 in het PvE als voorwaarde opgenomen: “Aan de overzijde (spoorwegzone) wordt alle mogelijke inspanning geleverd om over het spoor visueel contact te maken tussen Kruiskamp en Koppel, het is niet aanvaardbaar om een scherm van 5 meter te plaatsen” Een toren van bijna 40 meter hoog lijkt ons dan ook niet passend!

Daarnaast is de toren niet onderscheidend van andere steden, Sittard, Zwolle of noem maar op. Vanuit de trein zal deze toren geen Amersfoorts herkenningspunt opleveren. Dara, dat veel lager is doet dat echter wel. Ik vraag u om een amendement aan het raadsvoorstel toe te voegen en de hoogte te beperken zodat deze aansluit op de structuurvisie 2030 staat. Wij denken dan aan max. 4 a 5 lagen en een hoogte accent van max 5 - 8 lagen.

Inspreken Keuze Kersenbaan

Inspreken Keuze Kersenbaan

Door: Peter de Langen (SGLA), d.d. 25-11-2014

Geachte raadsleden,

Wij ervaren dit onderwerp als lastig. In maart werd informatie gegeven die er op wees, dat het veel geld en tijd zou kosten om een ander verkeersbesluit te nemen. Nu, met een andere input van het verkeersmodel en andere methodiek, blijkt dat het allemaal anders is. Dat maakt vergelijking bijna onmogelijk. Ook de korte tijd waarop we nu moeten reageren maakt een gedegen onderzoek, bijvoorbeeld juridisch, voor ons onmogelijk.

Wij hebben ambtelijk ook een gesprek gehad, dat wel enigszins duidelijkheid bracht, maar ook weer veel verwarring. De benaming van de modellen had beter gekund en in de beoordeling van de verkeerskundige aspecten zit in ieder geval een fout (blz. 17). Daar worden de varianten 4 en 6 als minder gekwalificeerd, terwijl zij ook op 100% zitten. Dat heeft dan ook doorwerking in de tabel van de score, variant 4 zou dan bij spreiding verkeer een 0 krijgen en daarmee geen enkele min! Dat in tegenstelling tot variant 5. Ook is niet duidelijk welke gevolgen de verschillende varianten hebben voor directe omgeving, zoals bijvoorbeeld het Prinses Julianaplein.

Het is ons niet duidelijk op welke wijze de weging in de score wordt gedaan.  Wij constateren dat de tabel op blz. 21  niet zozeer een weging is, maar een afweging. Daarbij is uitsluitende het verkeer afgewogen. Was bij de onderbouwing van het raadsbesluit in 2008 de spreiding van het verkeer nog het belangrijkste argument, in het voorliggende rapport wordt simpelweg  gesteld dat de spreiding het minst belangrijk is van alle aspecten. Wij proberen een afweging te maken op basis van:

$11.     Verkeersveiligheid voor alle verkeer, maar specifiek fietsers en voetgangers;

$12.     Leefbaarheid, met name aspecten als hoeveelheid autoverkeer in de diverse straten;

$13.     Bereikbaarheid voor aanwonenden;

$14.     Eerlijke verdeling van de overlast van verkeer;

$15.     Overige verkeerskundige aspecten.

$16.     Openbaar Vervoer

Ad 1. Als het gaat om verkeersveiligheid lijken varianten met eenrichtingsverkeer de voorkeur te hebben;

Ad 2. Leefbaarheid, hoe minder autobewegingen voor je deur lijken het beste. Voor de omgeving van de rotonde en de Everhard Meijsterweg/Daltonstraat, Ringweg Dorrestein, Arnhemseweg Noord scoren alle varianten beter dan 5 en 5A. Variant 5A scoort alleen beter bij delen Vermeerstraat en Bosweg

Ad 3. Bereikbaarheid voor bewoners. Bij alle varianten zijn de wijken voor iedereen te bereiken. Soms moet bij de ene variant iets worden omgereden. Wat ons betreft nauwelijks een criterium

Ad 4. Variant 4 en variant 6 lijken de overlast het beste te verdelen.

Ad 5. Overige verkeerskundige aspecten als doorstroming en spreiding. De varianten zonder Roethofpoot scoren goed op doorstroming. Variant 5 geeft grote verschillen op spreiding op de verschillende wegen in het gebied. Op basis hiervan scoren varianten zonder Roethofpoot dus het best.

Ad 6. Openbaar Vervoer. De verschillende varianten hebben ook gevolgen voor openbaar vervoer. Bij sommige varianten zal er moeten worden omgereden.

Wij komen tot een voorzichtige conclusie, alles afwegende dat er geen oplossing is die iedereen tevreden zal stellen. Desondanks lijkt bij ons, op basis van de gegevens die zijn verstrekt, variant 4 of 6 de meest logische variant