Groen/blauwe Structuur

Pleitnota hoorzitting 13 oktober 2006 inzake bezwaar tegen kapvergunning Grebbeliniedijk (nr. SOB 2141315 gepubliceerd 19 juli 2006)

Pleitnota hoorzitting 13 oktober 2006 inzake bezwaar tegen kapvergunning Grebbeliniedijk (nr. SOB 2141315 gepubliceerd 19 juli 2006)

Onze ingediende bezwaren zijn:

1.        Dat de kap in is strijd met het rapport Natuurwaarde van het Buitengebied West, dat het belang aangeeft van het behoud van houtwallen, boomrijen en solitaire bomen als oriëntatiepunt voor vleermuizen om hun weg te vinden. Het verwijderen van slechts enkele bomen kan al ingrijpende gevolgen hebben. Voor zover ons bekend is het verplichte veldonderzoek in het kader van de Flora en Faunawet ook nog niet uigevoerd (of afgerond)

Toelichting:

We hebben begrepen dat in maart 2006 door het ecologisch adviesbureau Waardenburg het rapport ‘Beoordeling LNC-waarden Grebbeliniedijk, traject Malesluis –Jachthaven “Eemkruisers” ’ opgesteld, maar dit geeft onvoldoende uitsluitsel over de al of niet aanwezigheid van de volgende door de Flora- en faunawet beschermde diersoorten:

·         7 soorten vleermuizen

·         waterspitsmuis

·         eekhoorn

·         ringslang

·         rugstreeppad,

·         heikikker en

·         poelkikker

De genoemde soorten zijn weliswaar tijdens het éénmalige (!) veldbezoek van het bureau Waardenburg in de winter (!) van 2005/2006 niet aangetroffen, maar komen volgens het rapport wel in de directe omgeving voor of zijn van de Grebbeliniedijk bekend uit het verleden. Volgens hetzelfde rapport zijn op de liniedijk voor deze soorten de geschikte habitats aanwezig. Ook in het Hoofdrapport MER Fase 1 Veiligheid Zuidelijke Randmeren worden deze soorten als ‘mogelijk op de Grebbeliniedijk voorkomend’ genoemd.

Volgens de Flora- en faunawet dient de vermoedelijke aanwezigheid van deze door de wet beschermde soorten ten minste tot de juiste voorzorgsmaatregelen voor deze dieren te leiden, tenzij de aanwezigheid van deze soorten door recent en gericht onderzoek kan worden uitgesloten. De kapvergunning voldoet hier echter niet aan. Momenteel vindt nog onderzoek plaats naar de functie van de Grebbeliniedijk voor zwaar beschermde vleermuizen, waarvan 7 soorten de omgeving als leefgebied gebruiken. Maar onderzoek om uit te sluiten dat het bedoelde dijktraject tevens leefgebied is van de overige genoemde soorten, is niet uitgevoerd.

Alvorens tot de kap over te gaan, dient derhalve de aanwezigheid van deze soorten alsnog door onderzoek te worden vastgesteld of uitgesloten.

2.        Ook lijkt het in strijd met de op handen zijnde ondertekening van Gebiedsafspraken Grebbelinie (zie B en W voorstel nr. 2108241), waarin juist gesproken wordt over versterking van het ecologisch netwerk op en rond de linie.

Toelichting:

We zouden ons kunnen voorstellen, dat juist in het kader van deze gebiedsafspraken gekeken kan worden naar subsidiemogelijkheden voor het zoeken naar en uitvoeren van alternatieve mogelijkheden.

3.        Het is tevens in strijd met de aanwijzing van het gebied als ecologische verbindingszone in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

Toelichting

De Grebbeliniedijk maakt als ecologische verbindingszone deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Bij ingrepen in de EHS is het verplicht om deze te onderbouwen met behulp van de ‘neen, tenzij-afweegformule’. Dit houdt in dat nut en noodzaak overtuigend dienen te worden onderbouwd aan de hand van de volgende vragen:

·         Zijn er minder schadelijke alternatieven?

·         Is sprake van een zwaarwegend maatschappelijk belang?

·         Is compensatie voldoende geregeld?

Deze onderbouwing mag weliswaar hier en daar in de hoofden van ambtenaren aanwezig zijn, maar is nergens op papier gezet. Veiligheid tegen overstroming kan als zwaarwegend maatschappelijk belang worden aangevoerd, maar minder schadelijke, boomsparende alternatieven zijn zeker aanwezig. Een compensatieplan is nog in ontwikkeling, maar de antwoorden van het College op de vragen van GroenLinks wekken de indruk dat de compensatie elders in de gemeente zal worden gezocht. Dit is in strijd met het natuurcompensatiebeleid van het Rijk, dat terecht stelt dat compensatie voor de getroffen soorten alleen werkt als er in de directe omgeving van de ingreep nieuw en vergelijkbaar habitat wordt aangelegd.

Daar komt bij dat een geschikte plek voor herplanting niet aanwezig is. Zoals door gemeente zelf ook wordt erkend onder punt 3 van de Kanttekeningen van de Nota Groot Onderhoud Grebbelinie (B en W nota 2090250) ligt er vanuit de Boswet en de Flora- en Faunawet een verplichting om de negatieve effecten van het verwijderen van de beplanting te compenseren. Binnen het gebied zijn geen compensatiemogelijkheden te vinden noch in de nabijheid en ook elders in de gemeente niet. Dit gegeven pleit nog eens extra voor de keuze van versterking met damwanden.

We moeten ons realiseren dat de soorten die we met eventuele kap verjagen voor het gebied verloren zijn, maar in feite ook nergens anders heen kunnen.

4.        De toewijzing van dit gebied tot beschermd monument lijkt ons strijdig met het openhouden van de mogelijkheid tot kappen. Verder zullen er nog procedures doorlopen moeten worden waar de verlening van een kapvergunning niet op vooruit zou moeten lopen.

Toelichting:

Het gegeven dat de kap feitelijk niet meer voor het stormseizoen kan worden uitgevoerd (de Wet op de Waterkering verbiedt werkzaamheden in een primair dijklichaam na 1 november) en pas na het broedseizoen kan starten (dus vanaf circa 1 augustus 2007), biedt de gelegenheid om de andere optie opnieuw serieus te overwegen.

De conclusie (door het College) dat een boombesparende techniek onbetaalbaar is, wordt veel te snel getrokken. Gegevens uit Gietelo (dijkverzwaring langs de IJssel bij Voorst) laten zien dat boombesparende technieken wel degelijk mogelijk zijn en vermoedelijk ook tegen een aanvaardbare prijs. De operatie in het Gelderse is indertijd voor minder dan € 5 mln euro uitgevoerd, met een prachtig resultaat. Echter, het is niet duidelijk of diezelfde techniek ook in Amersfoort kan worden toegepast. Daarom is het absoluut wenselijk dat er een goede vergelijking wordt gemaakt, vóórdat de kapvergunning wordt geëffectueerd;

Dit onderzoek zou bij voorkeur kunnen worden opgenomen in de MER voor de dijkverzwaring die momenteel voor onder meer de Grebbeliniedijk in voorbereiding is. De Startnotitie is al gemaakt en wij hebben begrepen dat de ambtenaren zich nu beraden over hoe het verder moet. De gemeente zou er naar toe kunnen werken dat in de MER ook één of meer boombesparende alternatieven worden onderzocht.

Ook zou wellicht juist in het kader van de gebiedsafspraken Grebbelinie wellicht subsidiemogelijkheden zijn.

5.        Behalve voor de flora en fauna die zou moeten wijken, vinden wij de kaalslag ook een enorme verarming van dit monumentale gebied. De belevingswaarde voor wandelaars in dit gebied zal dan ook sterk teruglopen.

Wij verzoeken u dan ook geen kapvergunning te verlenen en onze bezwaren te honoreren.