Beroepschrift tegen vaststelling van Bestemmingsplan "Kop van Isselt"

Vereniging Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort

t.a.v. Peter de Langen

Drapiersgilde 119

3813 GV Amersfoort
06-20965400

RAAD VAN STATE           

T.a.v. de Afdeling Bestuursrechtspraak

Postbus 20019

2500 EA DEN HAAG

Amersfoort, 8 juni 2020

Betreft: Beroepschrift tegen vaststelling van bestemmingsplan ‘Kop van Isselt’.

Edelachtbare heer/vrouwe,

Op 29 april 2020 heeft de gemeenteraad van Amersfoort in de Staatscourant besluit 1274803 gepubliceerd inzake het Chw bestemmingsplan Kop van Isselt, deelgebied 1 Geldersestraat (Hierna: bestemmingsplan) (bijlage 1). Met deze brief tekenen de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (Hierna: SGLA), Coöperatief Plan B (hierna: Plan B), de bewoners van Jericho en de ondertekenende bewoners van het Warner-Jenkinsoncomplex beroep aan tegen vaststelling van dit bestemmingsplan.

Ontvankelijkheid

Op basis van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) kan een belanghebbende beroep aantekenen tegen een besluit. Ingevolge artikel 8:1 van de Awb in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb alsmede met artikel 6:13 van de Awb, kan geen beroep worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan door een belanghebbende die over het ontwerpplan niet tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht.

Op 9 januari 2020 is het “Ontwerp chw bestemmingsplan Kop van Isselt, deelgebied 1 Geldersestraat’ ter inzage gelegd.

Op respectievelijk 15 februari 2020, [datum bewoners Jericho] en 18 februari 2020 hebben de SGLA (bijlage 2), de bewoners van Jericho (Bijlage 9) en Plan B en de bewoners van het Warner-Jenkinson­complex (bijlage 3) tijdig zienswijzen ingediend op het ontwerpbestemmingsplan.

De SGLA zet zich conform Statuten (bijlage 4) in voor de bevordering en bescherming van de kwaliteit van het woon- en leefklimaat en is daarom belanghebbend in de zin van artikel 1:3 Awb bij het bestemmingsplan.

Plan B en de in haar zienswijze genoemde mede-ondertekenende bewoners maken sinds 2002 gebruik van de locatie Warner Jenkinson, gelegen aan de Geldersestraat 6 in het plangebied. Plan B is daarom belanghebbend naar artikel 1:3 Awb bij het bestemmingsplan.

De bewoners van Jericho zijn op basis van hun nabijheid bij het plangebied en het zichtcriterium belanghebbend naar artikel 1:3 bij het bestemmingsplan.

Op basis van artikel 7:1, eerste lid onder g juncto artikel 2 van bijlage 1 van de Awb juncto artikel 8.2 van de Wet ruimtelijke ordening (Hierna: Wro) is uw Afdeling in eerste en enige aanleg bevoegd op ons beroepschrift te beslissen.

Relativiteit

Een deel van de met het bestemmingsplan geschonden normen dienen ter waarborging van bescherming van toekomstige bewoners. De vereniging SGLA is een koepel van belangen­groeperingen in de stad Amersfoort die onder meer als doelstelling heeft: “ … de bevordering en bescherming van de kwaliteit van het woon- en leefklimaat, het behouden en het verbeteren van de natuur -, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, de flora en de fauna, de kwaliteit van het milieu waaronder de lucht, het geluid, de bodem en het water en de gezondheid van mensen en een goede ruimtelijke ordening, waaronder begrepen de problematiek rond verkeersafwikkeling en parkeren, alles in de ruimste zin des woords.” Statuten zijn bijgesloten als Bijlage 4. De SGLA staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Eemland onder nr. 40507906.

De SGLA is betrokken bij veel grote projecten in de gemeente Amersfoort en participeert hierin al dan niet op verzoek van de gemeente. De Vereniging heeft een website waarop de activiteiten worden verantwoord, zie www.sgla.nl. Zij houdt zich derhalve niet alleen bezig met het voeren van procedures, maar ook actief met het geven van input op gemeentelijk te ontwikkelen beleid.

Hiermee voldoet de SGLA aan de relativiteitsvereiste van artikel 8:69a van de Awb.

Gronden van beroep

Wij stellen beroep in tegen de beslissing op bezwaar en motiveren dat aan de hand van de volgende gronden:

Ricisocontouren

Ter borging van een goede ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad op grond van artikel 5, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen bij vaststelling van de bestemming van gronden voor woningen een grenswaarde van 10-6 per jaar in acht te nemen.

In de planbeschrijving bij het bestemmingsplan is vanwege een nabij het plangebied gelegen inrichting een onjuiste risicocontour opgenomen. Het bestemmingsplan stelt: ‘de bijbehorende plaatsgebonden risicocontour bedraagt voor dit bedrijf 30 meter’. Uit de tekening bij het bestemmingsplan blijkt echter dat een contour van 20 meter is gehanteerd.

In haar zienswijzennota heeft de gemeente de risicocontour aangepast, echter nog steeds niet conform de regelgeving. De nieuwe contour meet weliswaar 30 meter maar is niet genomen vanaf de gevel van de Bevi-inrichting doch van een ruim achter de gevel gelegen punt. Zie onderstaande situatietekening.

Door binnen de risicocontour van 30 meter woningen te bestemmen heeft de gemeenteraad gehandeld in strijd met artikel 5 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, waarmee tevens strijdig is gehandeld met een goede ruimtelijke ordening.

Zorgvuldigheid

PFAS

Op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening juncto artikel 3:2 van de Awb dient de gemeenteraad de nodige kennis te (laten) vergaren alvorens te besluiten tot vaststelling van een bestemmingsplan. Aanwezigheid van PFAS/PFOA in de bodem is vanwege de gevaren voor de gezondheid niet te combineren met aanwijzing van gronden voor de bestemming 'wonen'.

De conclusie van het bodemonderzoek bij het bestemmingsplan is dat de locatie als onverdacht is aan te merken, terwijl geen inzicht wordt gegeven in de concentraties PFAS/PFOA ter plaatse.

De gemeente stelt hierover in haar zienswijzennota: “Wat betreft PFAS heeft Amersfoort bodemonderzoek laten uitvoeren naar de achtergrondwaarde voor PFAS binnen hun beheergebied op basis van de hiervoor geldende richtlijnen uit het Tijdelijk Handelingskader (THK) van 8 juli 2019. Op basis van de voorlopige resultaten van dit uitgevoerde bodemonderzoek is, tot een formele vaststelling van de geactualiseerde bodemkwaliteitskaart onder andere besloten dat voor grondverzet op basis van de bodemkwaliteitskaart binnen de gemeente Amersfoort geen aanvullende analyse voor PFAS meer benodigd is.”

Op deze manier wordt echter onvoldoende invulling gegeven aan de zorgplicht uit de milieuwetgeving. Deze vormt een vangnet voor situaties waarin sprake is van onzorgvuldig handelen zonder dat een specifiek wettelijk voorschrift wordt overtreden. De zorgplicht geldt ook bij parameters waarvoor geen normen zijn opgenomen of in situaties die zijn vrijgesteld van de verplichte kwaliteitsbepaling.

De gemeente Amersfoort geeft met het THK invulling aan de zorgplicht m.b.t. PFAS. In haar bouwverordening heeft de gemeente echter de mogelijkheid bodemonderzoek achterwege te laten wanneer de locatie niet als verdacht wordt beschouwd. Op grond van eenzelfde redenering als die welke in de zienswijzennota wordt gehanteerd zou dus kunnen worden afgezien van verder onderzoek bij het verstrekken van een omgevingsvergunning, waardoor ernstige vervuiling op het terrein ononderzocht zou blijven.

Er is, zoals aangegeven in het bezwaarschrift, goede reden om aan te nemen dat er ernstige vervuiling is op grond van het historisch gebruik. De locatie huisvestte chemische industrie waar ruim 100 jaar onder (veel) meer kleurstoffen werden geproduceerd. Er zijn niet alleen kleurstoffen voor voeding geproduceerd maar gedurende lange tijd ook technische kleurstoffen voor de olie-industrie. In verschillende publieke bronnen is te lezen “PFAS komt echter ook voor in kleurstoffen/inkt, was/wax en polijstmiddelen, lijm, smeermiddelen, fastfoodverpakkingen, schoonmaakmiddelen, cosmetica, hydraulische vloeistoffen en bestrijdingsmiddelen.” De locatie is dus geen gemiddelde plek, maar een plek met verhoogd risico voor de aanwezigheid van PFAS.

Wij constateren dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de aanwezigheid van PFAS op deze locatie. De gemeenteraad had bij de vaststelling van dit bestemmingsplan, betreffende een gebied met specifieke kansen op de aanwezigheid van PFAS, niet mogen vertrouwen op een algemeen bodemonderzoek voor de gehele gemeente.

Hiermee is tevens de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan onvoldoende duidelijk, omdat het aspect sanering wegens PFAS/PFOA buiten beschouwing is gelaten bij deze overwegingen. Volledig vertrouwen op naleving van de gesloten exploitatieovereenkomst leidt onder deze omstandigheden tot risico’s die de gemeenteraad niet onbeargumenteerd had mogen accepteren. Kosten verbonden aan sanering van met PFAS/PFOA verontreinigde grond kunnen van dien aard zijn, dat dit invulling van het bestemmingsplan kan belemmeren. Een niet uitvoerbaar bestemmingsplan kan leiden tot stagnatie van ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied met verloedering tot gevolg, inclusief uitstraling naar omliggend gebied. Uit het bestemmingsplan blijkt niet dat deze belangen zijn meegewogen. Hiermee is onvoldoende zorgvuldigheid betracht en gehandeld in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

Wij zijn ook van mening dat de Gemeenteraad, de zienswijzen kennende én op de hoogte zijnde van deze specifieke locatie had moeten constateren dat een goed onderzoek ontbreekt. De gemeenteraad had daarom niet in redelijkheid tot vaststelling van dit bestemmingsplan mogen komen.

Ontwerpwedstrijd

In 2016 heeft de gemeente een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor de herontwikkeling van het Warner Jenkinsonterrein. Een van de criteria bij deze selectiewedstrijd was een maximale bouwhoogte van 15 meter (bijlage 5). In het bestemmingsplan wordt een bouwhoogte van 28,5 meter mogelijk gemaakt.

De gemeenteraad heeft onvoldoende beargumenteerd waarom zij is afgeweken van de eerdere aanwijzing die zij zichzelf heeft gegeven bij het uitschrijven van de ontwerpwedstrijd (bijlage 5). In de uitgangspunten van de ontwerpwedstrijd heeft Plan B meegedongen. Zij moet thans vaststellen dat een plan dat een veel ruimere 'jas' heeft dan de uitgangspunten van de ontwerpwedstrijd wordt vastgesteld. Zou de Raad dat van aanvang af mogelijk hebben gemaakt, dan zouden de ingediende ontwerpen van andere bieders, waaronder Plan B, er anders hebben uitgezien.

Hiermee is het bestemmingsplan vastgesteld in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name met het beginsel van verbod van vooringenomenheid en fair play.

Plangebied te klein vastgesteld

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient een bestemmingsplan vergezeld te worden van een toelichting waarin de inzichten over de uitvoerbaarheid zijn neergelegd. Op basis van artikel 6.12 van de Wro dient sprake te zijn van een sluitend kostenverhaal, ofwel middels een exploitatieplan, ofwel via een exploitatieovereenkomst.

Doordat de gemeente ervoor het kiest het gebied ‘Kop van Isselt’ in delen bestemmen, blijven aanzienlijke bovenplanse kosten buiten beschouwing bij de berekening van de totale kosten van de grondexploitatie van het gebied, welke groter is dan het plangebied. De Kop van Isselt is een bedrijventerrein. De transformatie naar gemengd gebruik, inclusief wonen, betekent een andere impact op bestaande infrastructuur, recreatie en voorzieningen.

Door het plangebied te klein vast te stellen blijft kostenverhaal van de grondexploitatie van het gehele gebied onzeker en heeft de gemeenteraad gehandeld in strijd met artikel 6.12 van de Wro.

Onrechtmatige vaststelling

Het besluit werd genomen op 21 april 2020 in een digitale vergadering. Deze uitzending diende conform de Spoedwet digitale besluitvorming via een livestream te volgen te zijn. Deze uitzending is echter haperend uitgezonden en is door burgers niet te volgen geweest. Dit is in strijd met artikel 2.3 van de Spoedwet digitale besluitvorming juncto artikel 23, eerste lid, van de Gemeentewet.

De gemeenteraad is hiervan tijdens deze vergadering door diverse burgers op de hoogte gesteld en ook raadsleden hebben er tijdens de vergadering melding van gemaakt. Desondanks is de vergadering doorgezet. De stemmingen over onderwerpen konden niet worden gevolgd en de uitkomsten van die stemmingen dus ook niet. Zie ook https://www.ad.nl/amersfoort/amersfoortse-vuurdoop-met-digitaal-vergaderen-verzandt-in-gestotter-door-technische-problemen~affda4b2c/. Bijgevoegd zijn ook diverse twitterberichten over de slecht te volgen livestream. (bijlage 6)

Wij zijn van mening dat dit in strijd is met de Spoedwet digitale besluitvorming. De Evaluatiecommissie tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming heeft een eerste tussenrapportage uitgebracht. Daarin wordt ook melding gemaakt van schorsingen bij technische gebreken, zie hoofdstuk 6. De werkwijze van de gemeente Amersfoort om toch door te gaan met de vergadering is dus zeer uitzonderlijk geweest.

De spoedwet geeft een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor het houden van een digitale raadsvergadering. In de Memorie van Toelichting, blz. 4 wordt gesteld dat het van belang is : “videoconferencing een raadsvergadering te faciliteren die door publiek via een livestream te volgen is. Dit laatste is van belang om de openbaarheid van de vergadering te waarborgen”.

In de Memorie van Toelichting, blz. 5 wordt hierop voortgeborduurd: “Een verbinding via videoconferencing is verplicht voor digitaal beraadslagen en besluiten. Alleen een audio­verbinding is onvoldoende, omdat hiermee cruciale elementen van een beraadslaging wegvallen, zoals lichaamstaal en elkaar in de ogen kunnen kijken en het lastiger is vast te stellen dat alleen leden aan de vergadering deelnemen. Bovendien maakt een videoverbinding het veel overzichtelijker om zicht te hebben op eventueel wegvallende verbindingen bij een storing, zodat de gevolgen voor de quora ook gecontroleerd kunnen worden voordat overgegaan wordt tot besluitvorming.” De artikelsgewijze toelichting maakt het belang van een openbare livestream nog eens duidelijk: “Daarom maakt het wetsvoorstel het niet mogelijk om zonder live-uitzending te beraadslagen.”

Een digitale raadsvergadering moet dus live te zien te zijn, openbaar te volgen en de stemmingen duidelijk zichtbaar. Een achteraf video-verslag op de website plaatsten (wat altijd al gebeurde) is dus niet voldoende.

Dit is niet dan wel onvoldoende gebeurd èn toegegeven in de brief van de burgemeester d.d. 23 april 2020: “Die haperingen waren het gevolg van een capaciteitsprobleem bij het raadsinformatiesysteem Notubiz (via dit systeem wordt zoals gebruikelijk de uitzending van de raadsvergadering live uitgezonden op internet)” (Bijlage 7)

Overigens werd in andere gemeenten waar dit soort problemen zich voordeden de vergadering de vergadering tijdelijk geschorst totdat het probleem was verholpen. Enkele voorbeelden:

Ook de minister van Binnenlandse Zaken is van mening dat in dergelijke omstandigheden geschorst moet worden (bijlage 8).

De gemeenteraad was op de hoogte van de haperende uitzending, heeft daar tijdens de vergadering ook vragen over gesteld, maar is desondanks tóch doorgegaan. Wij zijn van mening dat daarmee het besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen, en dat de gemeenteraad in redelijkheid niet tot besluitvorming had mogen overgaan.

Wij constateren dat het besluit niet rechtsgeldig genomen is en derhalve dient te worden vernietigd.

Conclusie

Appellanten verzoeken u het bestreden bestemmingsplan te vernietigen. Voor zover u van mening zou zijn dat bij gebreke aan een rechtsgeldige Raadsvergadering geen planvaststelling heeft plaatsgevonden zou het beroep van appellanten niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.

Tenslotte verzoeken wij u om de gemeenteraad te veroordelen tot het betalen van een tegemoetkoming in de kosten van professionele rechtsbijstand, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht, vanwege ondersteuning verleend bij zowel het opstellen van het bezwaarschrift als bij het opstellen van het beroepsschrift.

Hoogachtend,


Namens de SGLA

Peter de Langen

Daan Valkenburg


Namens Plan B

Diana Wildschut

Harmen Zijp


De bewoners van Jericho

fam van Oostrum, Eemzijde 2

fam. Koudri, Eemzijde 3

fam. Horseling, Eemzijde 7

Joris Kok, Eemzijde 9

Melina Mavroudis, Eemzijde 10

  1. ten Bokkel Huinink, Eemzijde 12

Mark Pietersen, Eemzijde 13

Polman, Eemzijde 14

Thomassen, Eemzijde 15

R.N. de Heer, Eemzijde 16

van Wijk, Eemzijde 17

  1. Jordaan, Eemzijde 18

  1. Velaman, Eemzijde 19

van Velzen, Eemzijde 20

M.G.J. de Graaf, Eemzijde 21

De bewoners van het complex

Diana Wildschut

Henk-Jan Vinke

Harmen Zijp


Bijlagen

BIjlage 1 – Publicatie vaststellingsbesluit

Bijlage 2 – Zienswijze SGLA

Bijlage 3 – Zienswijze Plan B

Bijlage 4 – Statuten SGLA

Bijlage 5 – Selectiedocument ontwerpwedstrijd

Bijlage 6 – Twitterberichten slechte digitale raadsvergadering

Bijlage 7 – Brief Burgemeester Bolsius d.d. 23 april 2020

Bijlage 8 – Beantwoording Kamervragen lid Özütok over digitaal beraadslagen (ingezonden op 23 april 2020)

Bijlage 9 – Zienswijze bewoners Jericho