SGLA over contract Warmtenet

Aan de Gemeenteraad van Amersfoort

Betreft:  Intentieverklaring met Warmtebedrijf Amersfoort

Amersfoort, 9 januari 2020

Het ongewenste gebruik van biomassa

De Amersfoortse gemeenteraad heeft zich uitgesproken tegen het gebruik van biomassa voor stadsverwarming. De intentieverklaring met het Warmtebedrijf Amersfoort leidt echter tot een tegengestelde ontwikkeling. Het idee dat na de ingebruikname van het warmtenet op basis van biomassa binnen afzienbare termijn kan worden overgestapt op geotechniek of andere alternatieven, is niet realistisch – onderzoek moet nog op gang komen. De zogenaamd tijdelijke investeringen voor biomassacentrales staan een grondstofconversie op korte termijn in de weg. Onder meer de subsidievoorwaarden binden de stad voor tenminste twaalf jaar aan het stoken van biomassa. De gemeenteraad doet er verstandig aan om op basis van artikel 3.2 (verplichtingsvrije tussentijdse beëindiging) in de inmiddels getekende intentieverklaring de door het college ingeslagen weg te beëindigen.

Op 14 januari bespreekt u informatief deze intentieverklaring. De SGLA vraagt de Gemeenteraad dringend om kennis te nemen van onze brief en de door het college ingeslagen weg met betrekking tot het gebruik van biomassa stop te zetten.

Inleiding

Op 8 oktober werd de Amersfoortse gemeenteraad geïnformeerd over de stand van zaken en het toekomstbeeld rondom het voor Amersfoort beoogde warmtenet. In april 2019 was door de verantwoordelijke wethouder aangekondigd dat rond 15 mei het wijkwarmteplan voor Schothorst-Zuid, een pilotproject, zou worden gepresenteerd. Rond die datum ontving de gemeenteraad een brief van het college. Hierin werd meegedeeld dat het onderzoek naar aanleg, exploitatie en financiering van het beoogde warmtenet in Schothorst-Zuid nog niet was afgerond en het college nog in overleg was met verschillende mogelijke exploitanten. De toegezegde informatie werd verdaagd tot na het reces.

Op 8 oktober werd de toegezegde informatie aan de raad verstrekt. Deze betrof overigens nog geen wijkwarmteplan, het onderzoek hiervoor was nog niet voltooid. Desondanks was de raadsbijeenkomst zinvol omdat veel relevante informatie werd verstrekt. De belangrijkste was dat het college blijft streven naar het winnen van warm water door middel van geotechniek. Biomassa wordt niet gezien als de gewenste oplossing. Deze opvatting komt overeen met de eerder geuite wensen binnen de gemeenteraad. Een essentieel probleem was en is het feit dat er nog geen antwoord kan worden gegeven op de vraag of en hoe het warm water vanaf een diepte van tenminste 2.000 meter moet worden gewonnen. Het afgelopen najaar 2019 heeft er, op initiatief van EZ, aan de oostrand van Amersfoort seismisch onderzoek plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Omdat geotechniek nog niet kan worden toegepast, zet het college voorlopig in op een op biomassa gestookt warmtenet.

Voor de helft van de ca. 65.000 woningen in Amersfoort wordt een aansluiting op het warmtenet

voorzien. Amersfoort beschikt al over één warmtenet van relevante grootte: Vathorst-Laak waar 1.750 woningen door middel van een gasturbine van stadswarmte worden voorzien. Het college gaat er van uit dat voor het aansluiten van ruim 30.000 woningen en de bouw van een of meer biomassacentrales een investering van € 450 miljoen noodzakelijk is.

Volledigheidshalve wijzen wij de gemeenteraad erop dat naast verwarmen tevens het koelen van woningen betrokken dient te worden bij visie- en besluitvorming over de energietransitie in relatie tot woningen. Iedere oplossing die alleen verwarming levert, bevat het risico op extra kosten en (dubbel) energieverbruik, omdat voor koelen dat een separate installatie nodig is. Als gevolg van klimaatverandering en betere isolatie wordt koeling van huizen steeds belangrijker.

Biomassa

Biomassa stoken is een oplossing uit het verleden. Deze conclusie is te trekken uit de toenemende kritiek op het stoken van hout als alternatief voor gas. In oktober 2019 baarde een Europese koepel van wetenschappers veel opzien met de constatering dat het stoken van hout in centrales en huishoudens meer uitstoot van CO2 oplevert dan het gebruik van gas en zelfs van steenkool. Hierbij speelt de relatieve geringe effectiviteit van het stoken van hout een rol. De tot nog toe door velen geuite opvatting dat gekapte bomen door nieuwe aanplant worden gecompenseerd, blijkt een drogreden te zijn: het duurt ten minste tien jaren eer een nieuwe boom voldoende vervangende waarde opgeleverd.

Vaak wordt gesuggereerd dat een biomassacentrale verantwoord is omdat hierin afvalhout wordt verwerkt. Daarbij wordt uit het oog verloren dat de op dit moment geplande verstoking van biomassa niet kan worden afgedekt door (regionaal) afvalhout. Er is nog geen sprake van levercontracten van regionaal (afval)hout voor een langere periode. Import van buiten de regio, nationaal of internationaal is noodzakelijk.

  

Een voorbeeld maakt dit duidelijk waar de toenemende behoefte voor een warmtenet in Amersfoort toe leidt. Er moet uiteindelijk rekening worden gehouden met warmtelevering door vier of vijf centrales van het formaat dat het Warmtebedrijf Amersfoort thans heeft geïntroduceerd. Deze moeten een capaciteit hebben van ongeveer de helft van de toekomstige e-centrale van Vattenfall bij Diemen, na ombouwen van fossiele brandstof naar biomassa. De biomassa voor deze centrale wordt aangevoerd uit Scandinavië en Canada (mondiaal gezien maakt het niet uit waar het hout wordt gekapt, we maken ons ook druk om de kap in Brazilië en andere landen). Om deze centrale draaiend te houden moet er per jaar een oppervlakte worden gekapt die overeenkomt met de oppervlakte van ongeveer 18.000 voetbalvelden. Ook de helft hiervan kan niet gedekt door regionaal (rest)hout!

Wij vinden het ongewenst om afsluiten van het gas te compenseren met biomassa. Beter is het om de zoektocht naar de toepassing van geotechniek te versnellen en daarbij enkele jaren vertraging in de energietransitie voor lief te nemen. Toch lijkt het er op dat het Amersfoortse gemeentebestuur bereid is om de intentie om via geotechniek op CO2-arme manier Amersfoort gasvrij te maken, tijdelijk in te wisselen voor het toepassen van biomassa. Het etiket ‘tijdelijk’ is daarbij relatief. Het aanleggen van een warmtenet inclusief de daarvoor noodzakelijk warmteopwekking vergt een omvangrijke investering. Deze kan, zonder de kans op grootschalige kapitaalvernietiging, niet na enkele jaren worden gemuteerd in een andere technische oplossing.

Onlangs heeft het Warmtebedrijf Amersfoort – een private onderneming – zich aangemeld als partner. Om te voldoen aan in het verleden gedane, maar in de praktijk niet te realiseren, beslissingen lijkt het college bereid thans deze toegeworpen reddingsboei te grijpen. Een risicovol initiatief want Warmtebedrijf Amersfoort wil biomassa verstoken.

Intentieverklaring

In november 2019 tekende college van B&W van Amersfoort een intentieverklaring met het Warmtebedrijf Amersfoort. Inhoud van de intentieverklaring is: ‘onderzoeken wat de mogelijkheden, wenselijkheid en haalbaarheid zijn om samen te werken aan de realisering van warmtenetten in de gemeente Amersfoort met Warmtebedrijf Amersfoort.’ Primair doel is het werken aan de uitvoering van de Warmtevisie en, als eerste stap daarbij, de uitwerking van een pilotproject in Schothorst-Zuid.

Uit de overwegingen in de overeenkomst kan worden opgemaakt dat het college er van uitgaat dat het Warmtebedrijf de exploitant wordt voor het warmtenet in de stad (zie bijvoorbeeld overweging E in de overeenkomst). Wel wordt in overweging G aangekondigd dat de gemeente ook met andere marktpartijen in gesprek is en kan gaan samenwerken bij de realisatie van de warmtetransitie in de stad.

In artikel 3.2 van de overeenkomst is vastgelegd dat contractpartijen op basis van (eenzijdige?) moverende redenen per direct en zonder schadevergoedingsverplichtingen de intentieverklaring kunnen beëindigen. De intentieverklaring eindigt overigens op 1 september 2020 en kan niet stilzwijgend worden verlengd. Omdat in artikel 2.5 wordt bepaald dat gedurende het onderzoek beide partijen hun eigen kosten dragen, vormt de overeenkomst, mede door de ongeclausuleerde opzeggingsmogelijkheid, een onzeker avontuur voor het Warmtebedrijf. Een avontuur dat menig ander bedrijf op deze wijze niet zal willen aangaan.

In de intentieovereenkomst verplicht de gemeente zich om de mogelijkheden te onderzoeken om risicodragend deel te nemen in het Warmtebedrijf. Uit eerdere informatie vanuit het Warmtebedrijf blijkt dat deze hieraan de voorkeur geeft. Overigens heeft de gemeente al eerder aangegeven dat het ontwikkelen van een warmtenet in Amersfoort een investering vergt van € 450 miljoen. Ervaringen elders wijzen er op dat dit bedrag als een minimum kan worden gezien.

Het onderzoek moet duidelijk maken of er overeenstemming bereikt kan worden over participatie van inwoners, vrijwilligheid van deelnemers, leveringszekerheid en betaalbaarheid, toegang van andere warmteleveranciers en duurzaamheid van het warmtenet.

In de intentieovereenkomst wordt benadrukt dat de gemeentelijke voorkeur uitgaat naar warmte op basis van geothermie (artikel 2.4). Een warmtenet op basis van biomassa ziet de gemeente als een tijdelijke overgangsoplossing. In de overeenkomst wordt niet ingegaan wie van de twee partijen de versnelde afschrijving op investeringen voor een of meer biomassacentrales en dergelijke moet bekostigen indien het gemeentebestuur een besluit neemt om over te stappen op geothermische warmwaterlevering.

In artikel 2.6 wordt bepaald dat in het eerste kwartaal 2020 een balans wordt opgemaakt over de voortgang van het onderzoek en eventuele vervolgstappen voor Schothorst-Zuid. Deze termijn zou te kort kunnen zijn. Op dat moment kunnen mogelijke onduidelijkheden rondom de intentieverklaring worden opgelost. Zo spreekt het Warmtebedrijf in een verklaring, opgesteld na het tekenen van de intentieverklaring, over een samenwerkingsovereenkomst. Dat is meer dan een nuanceverschil!

In het collegevoorstel betreffende de intentieverklaring wordt als beoogd effect gesteld dat door de  intentieverklaring een concrete uitwerking voor een warmtenet in Schothorst-Zuid bespreekbaar wordt gemaakt. Deze uitwerking kan, aldus het college, mogelijk benut worden om in 2020 een aanvraag te doen voor het rijkssubsidieprogramma. Intussen heeft Duurzaam Opwekken Amersfoort B.V. (Warmtebedrijf Amersfoort) bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (EZ) twee projectsubsidies aangevraagd, elk van € 34.164.000. Deze zijn nog niet gerealiseerd.

Visie Warmtebedrijf na ondertekening

Na ondertekening van de intentieovereenkomst werd in de Amersfoortse Courant (14 december 2019) een uitgebreid interview gepubliceerd met de directie van het Warmtebedrijf Amersfoort. Het interview verduidelijkt een aantal intenties van het Warmtebedrijf en zijn relatie met de gemeente. Hieruit blijkt dat Amersfoort het Warmtebedrijf al vergunningen heeft verstrekt voor de bouw van twee biomassacentrales: een op de Isselt (naar is aan te nemen voor de warmtelevering in Schothorst-Zuid) en een in De Hoef. Er wordt uitgegaan van een hoge-temperatuur waterlevering. De intentie is om de komende zomer een plan van aanpak te presenteren. De biomassacentrales worden gestookt met gecertificeerd hout uit de regio. Op het warmtenet worden alleen woningen aangesloten van bewoners die vrijwillig willen meedoen.

Inmiddels zijn er al vergunningen verleend c.q. in aanvraag voor vijf (!) biomassacentrales:

De opmerkingen in het interview leveren vragen op. Vrijwillige aansluiting op het warmtenet is een risicopunt voor het warmtebedrijf, een onzekere factor dus voor een op te stellen businessplan. Alvorens investeringen te plegen (de uitgavenkant), moet voldoende duidelijkheid zijn over het aantal afnemers (de inkomstenkant). Hiervoor is voorafgaand onderzoek nodig. Dergelijk onderzoek is pas zinvol indien potentiele afnemers inzicht kan worden geboden in de kosten. Op dit punt hangt alles met elkaar samen!

Uit het interview is niet op te maken of het college van B&W naast de getekende intentieverklaring, nog andere schriftelijke of mondelinge afspraken of toezeggingen met het Warmtebedrijf heeft gemaakt.

Tijdpad

Uit het interview, maar ook uit de intentieverklaring, blijkt dat het voornemen van het college om in 2030 Amersfoort een gasvrije stad te laten zijn, niet meer dan utopisch is. Mede gezien de financiële consequenties en de vraag of de gemeente überhaupt kan en wil participeren in het Warmtebedrijf, is een uitspraak van de Gemeenteraad over het plan van aanpak noodzakelijk. Pas daarna kan de gemeente zich binden en kunnen de voorgenomen intenties technisch worden uitgewerkt. Dit moet leiden tot bestekken voor centrales en het net waardoor inzicht op de financiële consequenties ontstaat. Feitelijk kunnen dan pas bouwvergunningen en overige formaliteiten worden afgerond. Bestemmingsplannen en aanbestedingsregels kunnen tot extra tijdverlies leiden.

De aanleg van het warmtenet en bouw van de biomassacentrale in De Isselt kan naar alle waarschijnlijkheid pas in 2021 plaatsvinden. Schothorst-Zuid is een pilotproject. Planvorming, draagvlakonderzoek en het opstellen van financiële randwaarden voor volgende wijken in de stad kunnen pas op verantwoorde wijze plaatsvinden nadat de ontwikkeling van de pilot in een gevorderd stadium verkeerd. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid in de tweede helft van 2021 het geval zijn. Rekening houdend met het feit dat er acht jaar voorafgaand aan de afkoppeling van het gasnet een bestuurlijk besluit moet zijn genomen (dat dusdanig is dat beroepsmogelijkheden mogelijk zijn), kan op technische gronden het politieke besluit voor een gasvrij Amersfoort in 2030 nauwelijks realiseerbaar genoemd worden.

Namens

Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort

Raphael Smit (vicevoorzitter)

Peter de Langen (voorzitter)