Vathorst

Reactie conform artikel 10 inzake Herzieningen Bestemmingsplan Vathorst 2007

Deel 1 Partiële Herziening Detailhandel, dienstverlening en horeca 2007

1 .        Verandering t.o.v. Oorspronkelijke Bestemmingsplan

Oorspronkelijk was 17.000 m2 bvo detailhandel voorzien inclusief Horeca en dienstverlening. Nu wordt 17.000 m2 bvo detailhandel opgenomen, 5.700 dienstverlening en 8.800 horeca én 2.850 bvo snelweggerelateerde horeca (inclusief IKEA) De 17.000 bvo is ook nog eens exclusief perifere detailhandel. Als bron voor de wijzigingen wordt genoemd de Nota Horecabeleid 2006-2010 en Nota Detailhandel 2002. Deze zijn echter niet integraal overgenomen! Op basis van de gemeentelijke website heeft de SGLA zelf moeten nazoeken wat de beleidsmatige onderbouwing is. De SGLA is van mening dat de onderbouwing in deze partiële herziening moet worden weergegeven, zodat is terug te vinden wat de onderbouwing is. Dit gebeurt in andere bestemmingsplannen meestal ook.

2.         Wijziging detailhandel

De SGLA stelt voor op integraal de tekst op te nemen van de nota detailhandel over Vathorst. Op de website van de Gemeente Amersfoort zijn wij de volgende tekst tegen gekomen:  

Citaat Nota detailhandel 2002:

“2.4. Winkelstructuur Vathorst

Het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst en de gemeente Amersfoort hebben gezamenlijk Kolpron Consultants BV te Rotterdam verzocht een studie te doen naar de meest wenselijke detailhandelsstructuur in Vathorst en hoe en wanneer deze gerealiseerd dient te zijn. Samengevat komt uit de analyse naar voren dat er in de wijk Vathorst een volledig wijkwinkelcentra, een buurtwinkelcentrum en een buurtsteunpunt mogelijk zijn.

De locatie voor het wijkwinkelcentrum staat inmiddels vast, namelijk in het oostelijk deel van Vathorst in het Lint en aan de Boulevard, uiterlijk te realiseren in 2008. In totaal gaat het hier om circa 18.000 m2 bvo, waarvan 14.000 m2 bvo detailhandel en 4000 m2 bvo horeca, ambachtelijke- en zakelijke dienstverlening. Het buurtwinkelcentrum dient te komen in het westelijk deel van Vathorst (Velden 1) en dient in 2003/2004 gereed te zijn. De omvang bedraagt 3500 m2 bvo, waarvan 3000 m2 bvo detailhandel.

Naast deze volledige winkelcentra kan er, naast de bestaande detailhandelsvoorzieningen, in de kern Hooglanderveen nog een solitaire supermarkt gerealiseerd worden met een omvang van circa 800 m2 bvo, in combinatie met een eventuele herstructurering van de bestaande voorzieningen in Hooglanderveen. Dit dient in 2005 gereed te zijn. Met het oog op het voorkomen van voortijdige koopkrachtafvloeiing zullen in het begin (2003) tijdelijke winkelvoorzieningen worden gerealiseerd, die later naar het definitieve wijkwinkelcentrum zullen verhuizen.

3.4. Winkelstructuur Vathorst

In hoofdstuk 2 hebben wij de voorgestane winkelstructuur Vathorst reeds beschreven. Samengevat betekent dit dat wij in ons detailhandelsbeleid distributieplanologische ruimte geven voor de volgende voorzieningen:

• een wijkwinkelcentrum van in totaal ongeveer 18.000 m2 b.v.o., met 14.000 m2 b.v.o. detailhandel;

• een buurtwinkelcentrum van in totaal 3500 m2 b.v.o., waarvan 3000 m2 b.v.o. detailhandel;

• een buurtsteunpunt Hooglanderveen met een omvang van 800 m2 detailhandel;

• mogelijke tijdelijke winkelvoorzieningen voor in totaal 3500 m2 b.v.o. “

Einde citaat

3.         SGLA Conclusie Detailhandel

Het nu opgenomen aantal m2 bvo detailhandel is conform de Nota detailhandel 2002. Het is echter wel veel meer dan het oorspronkelijk opgenomen m2 bvo. Het zou duidelijker toegelicht kunnen worden waar precies de detailhandel komt en de plankaart daarop ook aanpassen.

4.         Wijziging m2 bvo Horeca

De SGLA stelt voor op integraal de tekst op te nemen van de nota Horecabeleid 2006-2010 over Vathorst. Op de website van de Gemeente Amersfoort zijn wij de volgende tekst tegen gekomen.

Citaat Nota Horecabeleid:

“Besluit 9: Uitgangspunt bij de ontwikkeling van Vathorst is dat de inwoners van Vathorst een passend horeca-aanbod krijgen en dat men voor wijkoverstijgende horeca (uitgaan, verblijven) terecht kan bij het aanbod in het stadscentrum van Amersfoort. In de eindsituatie (rond 2015 met ongeveer 30.000 inwoners) kunnen in Vathorst tot ongeveer 40 horecabedrijven (horeca A, B en C) gesitueerd worden met een gezamenlijk oppervlak van maximaal 7.500 m2 vvo, waarvan ca. 2.500 m2 vvo voor horeca C. Dit maximum-aanbod betreft bestaand en nieuw aanbod en is inclusief het aanbod in Hooglanderveen. Van dit maximum-aanbod zal ongeveer 3.000 m2 vvo gesitueerd kunnen worden in de in Vathorst geplande centrumgebieden (winkelcentra, ICO cluster en Stationsgebied / Laak 3).

Het overige aanbod zal in hoofdzaak onderdeel kunnen worden in geconcentreerde en geïntegreerde ontwikkelingen van toeristisch/recreatieve signatuur (zoals kantines en horeca bij leisure & sportvoorzieningen e.d.) en als ondersteunende functie ten behoeve van het werken op het Bedrijvenpark Vathorst of de kantorenlocatie Podium. Het maximum van 7.500 m2 vvo is exclusief autonoom functionerende horeca aan of nabij de snelwegen.

Op termijn zullen in Vathorst ongeveer 30.000 mensen wonen. Ook de werkfunctie zal veel mensen naar Vathorst trekken. Op basis van kentallen is af te leiden dat er voor een goede wijkverzorging in die eindsituatie tot ongeveer 40 horecabedrijven (horeca A, B en C) gesitueerd worden met een gezamenlijk oppervlak van maximaal 7.500 m2 vvo, waarvan ca. 2.500 m2 vvo voor horeca C. Dit maximum-aanbod betreft bestaand en nieuw aanbod en is inclusief het aanbod in Hooglanderveen, maar is exclusief autonoom functionerende horeca aan of nabij de snelwegen (zie hierna paragraaf 3.5 en 3.6):

• Van dat aanbod zal ongeveer 3.000 m2 vvo gesitueerd kunnen worden in de in Vathorst geplande centrumgebieden (winkelcentra, ICO cluster en Stationsgebied / Laak 3). In de detailhandelsnota is de maximale omvang van de winkelcentra geregeld, waaronder het horeca-aanbod.

• Het overige aanbod van de maximaal 7.500 m2 vvo kan verspreid over Vathorst komen. In de regel functioneren dergelijke verspreid voorkomende horecavoorzieningen in combinatie met andere functies, bijvoorbeeld horeca als ondersteunende functie ten behoeve van winkelen, werken of leisure. De gemeente staat hier positief tegenover mits deze ondersteunende horeca zich naar aard en omvang voegt naar de hoofdfunctie en geen zelfstandige en/of wijkoverstijgende aantrekkingskracht heeft:

• horeca zal bij diverse ontwikkelingen onderdeel uitmaken van toeristisch/recreatieve functies (zoals kantines en horeca bij leisure & sportvoorzieningen e.d.).

• in de woonbuurten van Vathorst wordt net als elders in Amersfoort een terughoudend beleid gevoerd. Naast enkele buurtcafés, fastfood- en afhaalrestaurants zal het moderne eigentijdse karakter van de wijk ook diverse mogelijkheden moeten bieden voor de introductie van nieuwe eigentijdse vormen van wijkverzorgende horeca. Het is aan de markt om binnen de in het bestemmingsplan vast te leggen grenzen en binnen de kaders van het gemeentelijke horecabeleid hier invulling aan te geven.

• het huidige horeca-aanbod in de dorpskern Hooglanderveen heeft een specifieke, waardevolle functie voor de inwoners. De dorpsfunctie van die horeca is historisch gegroeid en dient die functie ook in de toekomst waar te kunnen maken.

• de werkfunctie van Vathorst zal op termijn om horeca-aanbod vragen op de nieuwe terreinen Bedrijvenpark Vathorst en kantorenlocatie Podium. Gedacht wordt aan eet- en borrelgelegenheden gericht op de bedrijven (personeel, bezoekers).

• Ook min of meer autonoom functionerende voorzieningen als een hotelaccommodatie i.c.m. met vergader- en zalenaccommodaties (inclusief een ondersteunend horecagedeelte) en een voor de automobilist en zakenman aantrekkelijk (snelweg)restaurant kunnen op het bedrijvenpark of de kantorenlocatie een plek vinden. Dergelijke voorzieningen zullen een regionaal of soms nationaal zakelijk publiek bedienen en zijn dus niet enkel gebaseerd op het draagvlak van de directe (werk)omgeving. Afhankelijk van de opzet moeten dergelijke voorzieningen niet of beperkt tot het op Vathorst gebaseerde metrage van 7.500 m2 vvo worden gerekend.”

Einde citaat

5.         Conclusie Horeca:

Voor Horeca wordt nu opgenomen 8.800 + snelweg gerelateerd 2.850 bvo is totaal 11.650 m2 bvo

Verdeeld:         Horeca A:  4.900

Horeca B:  1.000

Horeca C:  2.900

Totaal:        8.800

1)      Dit is meer dan nota Horecabeleid zegt (namelijk een maximum van 7.500 m2 bvo horeca. Het Bestemmingsplan komt nu op 8.800, dat is 1.300 meer (17% meer!) Een onderbouwing van het hoger opgenomen aantal m2 bvo ontbreekt.

2)      Nota Horecabeleid zegt ook dat e.e.a. inclusief Hooglanderveen is, het bestemmingsplan komt nu uit puur alleen voor Vathorst, daardoor dus nog een hoger aantal m2 bvo horeca!

3)      Horeca C is volgens Nota Horecabeleid 2.500, in BP 2.900 m2 bvo. Ook dit is dus meer dan beleidsmatig is vastgesteld.

Niet is onderbouwd hoe de feitelijke relatie is met de genoemde Nota Horecabeleid 2006-2010. We constateren dat het aantal m2 bvo horeca veel meer dan beleidsmatig is vastgesteld. Tevens moet Hooglanderveen apart worden benoemd, zodat feitelijke hoeveelheid voor Vathort kan worden bepaald. De SGLA is van mening dat het nu opgenomen aantal m2 bvo Horeca niet in overeenstemming is met het vastgestelde beleid, en dat de nu opgenomen wijziging dus daarmee in strijd is. De SGLA stelt voor de wijzigingen aan te passen conform vastgesteld beleid.

6.         Dienstverlening en overige commerciële dienstverlening

Opgenomen wordt 5.700, waarvan 2.500 m2 in hoofdwinkelcentrum, 375 in buurtwinkelcentrum en 1250 in bedrijvenpark en kantorenterrein. Niet duidelijk is waar de overige 1.825 m2 bvo wordt gesitueerd. Er is verder geen onderbouwing te vinden op welke beleidsnota dit aantal m2 bvo is gebaseerd. De SGLA is van mening dat een dergelijke wijziging moet worden onderbouwd en duidelijk moet worden aangegeven waar de n2 bvo worden gesitueerd. Zonder onderbouwing en situering is een wijzing zoals wordt voorgesteld te vaag en biedt geen enkele rechtszekerheid. Een bestemmingplan is nu juist bedoeld om rechtszekerheid te geven.

7.         Algemene conclusie deel 1

De SGLA is dan ook van mening dat deel 1 Bestemmingsplan Vathorst, partiële herziening detailhandel, dienstverlening en horeca, 2007 beter dient te worden onderbouwd, aangepast dient te worden aan het vastgestelde beleid en duidelijk in de voorschriften van het bestemmingsplan de situering dient de te worden aangegeven. Het huidige deel 1 moet beter toegelicht en onderbouwd voordat het kan worden vastgesteld.

Deel 2 Partiële Herziening Winkelcentrum 2e fase 2007

8.         Inleidende opmerkingen bij deel 2

De SGLA constateert dat deze herziening nodig is omdat het aantal m2 bvo van maximaal 17.000 m2 bvo wordt overschreden. Daarvoor is de partiële herziening noodzakelijk zoals gepoogd is omdat in deel 1 te beschrijven. Gezien de conclusie die de SGLA trekt over deel 1 kan deel 2 ons inziens pas worden getoetst als deel 1 beter is beschreven. Vooralsnog moet de conclusie dan ook luiden dat aan deel 2 een duidelijke  titel ontbreekt en in strijd is met het oorspronkelijke bestemmingsplan Vathorst.

9.         Inhoudelijke opmerkingen bij deel 2, met name inzake verkeersoplossingen

2.5 De Toegankelijkheid (blz. 18)

Citaat

Het centrum is voor iedereen toegankelijk: de voetganger, de rolstoelgebruiker, de fietser, de automobilist en de treinreiziger.

Reactie

In het straatje is sprake van een helling van 1 : 40 - 1 : 50 over grote lengte (afbeelding 8). Naar schatting zal voor zo'n 10% van de bevolking dit hinder opleveren. In de praktijk is dalen vaak nog lastiger dan stijgen. Deze hinder zal ervaren worden als vervelend. lastig tot onneembaar. In onze optiek is daarmee het centrum niet  toegankelijk voor iedereen. N.B.: helling kan ook uitgroeien tot hinderlijk speelobject.

2.5 De Toegankelijkheid (blz. 18)

Citaat

Het centrum is een doelbestemming, daarom zal het openbare gebied ingericht worden als winkelerf en 30 km zone.

Reactie

De inrichting als winkelerf is niet wenselijk. De combinatie van auto's met winkelend publiek in dezelfde beperkte verkeersruimte is een bron van ergernis en klachten. Hoewel dit niet duidelijk uit de tekst blijkt gaan wij er overigens van uit dat een inrichting tot winkelerf voor het straatje niet de bedoeling is en dat daar sprake zal zijn van een voetgangersgebied.

2.6.4. De winkelstraatwand

Citaat

Laden en lossen in een eigen afgeschermde straat, niet toegankelijk voor het publiek.

Reactie

Er moet worden voorkomen dat vrachtverkeer in de openbare ruimte achteruit moet steken. Chauffeurs hebben slecht zicht op dat wat er achter de vrachtauto gebeurd. Bij gelede vrachtauto's is het zelfs bij linksaf achteruit rijden -van de chauffeur uit gezien- door de chauffeur niet te bepalen wat het achterste deel van de vrachtauto precies doet, omdat hij daarop geen enkel zicht heeft .De situering van de bouwblokken doet vermoeden dat met een veilige circulatie van het vrachtverkeer geen rekening is gehouden. Zie ook de punten 2.6.5. tot en met 2.6.9.

2.7.2 Fietsroutes

Citaat

Dit punt (de kruising van de fiets- en autoroute vanaf rotonde 8 met het Lint) krijgt in de vormgeving daarom bijzondere aandacht. Zo krijgt het overstekende winkelpubliek voorrang door middel van op plateau gelegde zebrapaden.

Reactie

Op de tekening bij het plan zijn de bouwblokken ter hoogte van het plein anders gesitueerd als op de tekeningen in de planbeschrijving beschreven: zie afbeeldingen 4 en 7. Het verschil is dat er op de tekeningen in de planbeschrijving sprake is van logische directe looproutes tussen de beide plandelen en dat op de tekening de voetgangers stuiten op wanden. Afgezien van de stedenbouwkundige wenselijkheid van deze aanpassing, betekent dit dat overstekende voetgangers over het kruispunt gaan "zwerven", hetgeen uit een oogpunt van verkeersveiligheid onwenselijk is.

We hopen dat u het bestemmingsplan wilt aanpassen met de genoemde punten.