Uitspraak Raad van State inzake bestemmingsplan Baggerspecie Zevenhuizen, 12 juli 2006

De Raad van State is echter van mening dat zij alleen kan oordelen of de Provincie de beoordelingsmarges juist heeft toegepast dan wel het recht op andere wijze onjuist heeft toegepast.  De Raad van State heeft geoordeeld dat dit niet het geval is. Een inhoudelijk oordeel kon of wilde de Raad van State niet meer geven

Citaat uit de uitspraak van de Raad van State

“Verder stelt de Afdeling vast dat het thans aan de orde zijnde besluit van verweerder met deze uitspraken van de Afdeling in overeenstemming is. Dit betekent dat het in beroep aangevoerde bezwaar van appellanten dat de baggerstortlocatie Zevenhuizen niet meer nodig is, in zoverre niet meer inhoudelijk kan worden beoordeeld.

Bij het nemen van de nieuwe beslissing omtrent goedkeuring na de uitspraak van de Afdeling van 20 april 2005 waarbij de goedkeuring van het onderhavige plan gedeeltelijk is vernietigd, diende verweerder die uitspraak in acht te nemen. Wel zou verweerder eventuele nieuwe feiten en omstandigheden waarmee in die uitspraak nog geen rekening kon worden gehouden bij het nemen van het nieuwe besluit hebben moeten betrekken.

De Afdeling is van oordeel dat de brief van verweerder aan de Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 december 2004 en het rapport van MMG Advies van 23 december 2004 niet een nieuw feit of nieuwe omstandigheid betreffen waarin verweerder aanleiding had moeten zien goedkeuring te onthouden. Immers uit de omstandigheid dat alternatieve locaties voor de baggerstort in Zevenhuizen ten tijde van de nieuwe beslissing van verweerder in discussie waren en thans nog steeds in discussie zijn, mag niet de conclusie worden getrokken dat de locatie Zevenhuizen hiervoor niet meer nodig zou zijn.

Gelet op het voorgaande heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. In hetgeen appellanten hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Hieruit volgt dat verweerder terecht goedkeuring heeft verleend aan het plan.”

De volledige uitspraak is te lezen op de website van de Raad van State onder actuele uitspraken over hoofdzaken.

Klik hier voor meer informatie over de baggerberging